ECLI:NL:RBAMS:2019:2554

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
28 maart 2019
Publicatiedatum
9 april 2019
Zaaknummer
13/703265-13
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in strafzaak wegens witwassen en opiumwetdelicten

In deze strafzaak, behandeld door de rechtbank Amsterdam, is op 28 maart 2019 uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het witwassen van een geldbedrag en het bezit van cocaïne en hennep. De zaak is op tegenspraak behandeld, waarbij de rechtbank kennisnam van de vordering van de officier van justitie, mr. F.R. Bons, en de verdediging door raadsman mr. R.A.L.F. Frijns. De tenlastelegging omvatte drie feiten: het opzettelijk aanwezig hebben van 994 gram cocaïne, 398 gram hennep en het witwassen van € 16.900,-. De rechtbank heeft vastgesteld dat er onvoldoende bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij de tenlastegelegde feiten. De officier van justitie had vrijspraak bepleit, omdat er geen wettig en overtuigend bewijs was dat de verdachte betrokken was bij de overdracht van drugs of het geldbedrag. De raadsman van de verdachte heeft eveneens vrijspraak bepleit, stellende dat er geen strafbare handelingen waren verricht. Na beoordeling van het dossier en het verhandelde ter zitting, concludeerde de rechtbank dat het ten laste gelegde niet bewezen kon worden, en sprak de verdachte vrij van alle beschuldigingen. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken op de zitting van 28 maart 2019.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

VONNIS
Parketnummer: 13/703265-13
Datum uitspraak: 28 maart 2019
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren in [geboorteplaats] ( [geboorteland] ) op [geboortedag] 1973,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres
[BRP-adres] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 14 maart 2019.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr. F.R. Bons, en van wat de gemachtigde raadsman, mr. R.A.L.F. Frijns, naar voren heeft gebracht.
De zaak tegen verdachte is gelijktijdig, maar niet gevoegd behandeld met de strafzaken tegen de medeverdachten [medeverdachte 1] (13/703262-13), [medeverdachte 2] (13/703263-13) en [medeverdachte 3] (13/703264-13).

2.Tenlastelegging

Verdachte wordt er – kort gezegd – van beschuldigd dat hij:
Feit 1
op 17 oktober 2013 in Amsterdam met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft afgeleverd en/of overgedragen en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk 994 gram cocaïne aanwezig heeft gehad;
Feit 2
op 17 oktober 2013 in Amsterdam met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft afgeleverd en/of overgedragen en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk 398 gram hennep aanwezig heeft gehad; en
Feit 3
op 17 oktober 2013 in Amsterdam met een ander of anderen, althans alleen, zich schuldig heeft gemaakt aan het witwassen van een geldbedrag van € 16.900,-.
De volledige tekst van de tenlastelegging is opgenomen in een bijlage bij dit vonnis.

3.Vrijspraak

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot vrijspraak van alle tenlastegelegde feiten.
Volgens de officier van justitie hebben verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] , blijkens het proces-verbaal van bevindingen van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] , zich verdacht gedragen bij het café [naam café] op 17 oktober 2013, maar er is onvoldoende wettig en overtuigend bewijs dat een overdracht van drugs heeft plaatsgevonden tussen verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] aan medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] . Ook is er onvoldoende bewijs voor de betrokkenheid van verdachte bij de drugs die zijn aangetroffen in de gele Jumbo tas en voor de betrokkenheid van verdachte bij het geldbedrag dat is aangetroffen bij medeverdachte [medeverdachte 2] . Verdachte moet daarom worden vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten.
3.2
Het standpunt van de raadsman van verdachte
De raadsman heeft vrijspraak bepleit voor alle tenlastegelegde feiten.
De raadsman heeft daartoe het volgende aangevoerd. Op 17 oktober 2013 heeft verdachte met medeverdachte [medeverdachte 1] in het café [naam café] gezeten en geen enkele strafbare handeling verricht. Medeverdachte [medeverdachte 3] is het café [naam café] binnengelopen met een, blijkens de camerabeelden, gevulde tas en weer vertrokken met een gevulde tas. Op deze tas zijn geen sporen van verdachte aangetroffen en verder zijn er geen andere bewijsmiddelen die erop wijzen dat verdachte iets met de tenlastegelegde feiten te maken heeft.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht het ten laste gelegde niet bewezen, zodat verdachte daarvan zal worden vrijgesproken. Uit het dossier en het verhandelde ter zitting op 14 maart 2019 is onvoldoende duidelijk geworden of verdachte medeverdachten [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] kende, of verdachte zich bewust was van de aanwezigheid van cocaïne en hennep, die zijn aangetroffen in de gele Jumbo tas, en van de aanwezigheid van een grote hoeveelheid geld, die bij medeverdachte [medeverdachte 2] is aangetroffen, en of hij daar op enig moment beschikkingsmacht over heeft gehad.

4.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door
mr. R.A. Overbosch, voorzitter,
mrs. M.F. Ferdinandusse en L. Dolfing rechters,
in tegenwoordigheid van mr. C.T. St Rose, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 28 maart 2019.
Bijlage – [--]