Op 10 april 2019 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die op 28 december 2018 te Amsterdam een geladen vuurwapen en een gestolen auto voorhanden had. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte een pistool van het merk Steyr, type M9, kaliber 9mm x 19, met munitie in de auto had liggen. De verdachte heeft erkend dat hij het wapen in de auto wist te hebben en dat hij het wapen uit elkaar heeft gehaald en weer in elkaar heeft gezet. De rechtbank achtte het bewezen dat de verdachte dit wapen op die datum voorhanden heeft gehad.
Daarnaast was de verdachte beschuldigd van mishandeling van twee slachtoffers. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de mishandeling van een vrouw, omdat er onvoldoende bewijs was om deze beschuldiging te ondersteunen. De verklaring van de vrouw werd niet bevestigd door andere getuigen, en de rechtbank oordeelde dat er niet aan het wettelijke bewijsminimum was voldaan. Echter, de rechtbank achtte de mishandeling van een man, die de verdachte had proberen tegen te houden, wel bewezen. De verdachte had deze man tegen zijn kaak en been getrapt, wat leidde tot pijn en letsel.
Ten slotte oordeelde de rechtbank dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan opzetheling, omdat hij wist dat de auto die hij reed, een Renault Clio, afkomstig was uit misdrijf. De verdachte had geen aannemelijke verklaring voor het bezit van de auto en de rechtbank oordeelde dat hij welbewust betrokken was bij criminele activiteiten. De rechtbank legde een gevangenisstraf van zes maanden op, waarbij de omstandigheden van de zaak en de eerdere veroordelingen van de verdachte in overweging werden genomen.