Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
Staatsanwaltschaft Duisburg(Duitsland) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
Amtsgericht Duisburg, BRD,van 7 november 2018, dossiernummer (AZ): 11 Gs 2918/18..
4.Bevoegdheid tot uitvaardiging van het EAB
High Court, welke zaak ziet op een officier van justitie te Zwickau, Duitsland. Evenals in de zaak van de opgeëiste persoon betrof de laatstgenoemde zaak een door een officier van justitie uitgevaardigd EAB, gebaseerd op een arrestatiebevel van een Duitse rechter (Amtsgericht). Deze drie zaken staan op 26 maart 2019 geagendeerd voor behandeling door de Grote Kamer van het Hof van Justitie van de Europese Unie. Subsidiair, voor zover de rechtbank meent dat de positie van de officier van justitie in Duisburg niet zonder meer gelijkgesteld kan worden met die van die van de officieren van justitie in Zwickau en Lübeck, stelt de raadsman zich op het standpunt dat de behandeling van de zaak moet worden aangehouden om daarover nadere informatie in te winnen bij de uitvaardigende justitiële autoriteit.
5.Strafbaarheid
6.De garantie als bedoeld in artikel 6, eerste lid, OLW
Staatsanwaltschaft Duisburg(Duitsland) heeft de volgende garantie gegeven:
7.Slotsom
8.Toepasselijke wetsartikelen
9.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan de
Staatsanwaltschaft Duisburgten behoeve van het in Duitsland tegen hem gerichte strafrechtelijk onderzoek naar de feiten waarvoor zijn overlevering wordt verzocht.