ECLI:NL:RBAMS:2019:2123

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
22 maart 2019
Publicatiedatum
22 maart 2019
Zaaknummer
7011014 CV EXPL 18-13789
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Auteursrechtelijke inbreuk door publicatie van foto op website zonder toestemming

In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Amsterdam op 22 maart 2019, is een geschil ontstaan over de auteursrechtelijke bescherming van een foto van een Franse Morbier-kaas die zonder toestemming op de website van de gedaagde is geplaatst. De eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde P.F. van den Berg, stelt dat de gedaagde, die de website in 2008 heeft overgenomen, verantwoordelijk is voor de inhoud van de website, ook al stond de foto er al op voordat zij eigenaar werd. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de foto auteursrechtelijke bescherming geniet en dat de gedaagde onrechtmatig heeft gehandeld door de foto openbaar te maken zonder toestemming van de eiseres. Dit leidt tot schadeplichtigheid van de gedaagde jegens de eiseres.

Tijdens de zitting is ook een tussenvonnis besproken dat op 30 november 2018 is gewezen. De kantonrechter heeft de inhoud van dit tussenvonnis herhaald en ingelast in de huidige beslissing. De eiseres heeft schadevergoeding gevorderd op basis van tarieven van de Stichting Foto Anoniem 2015, maar de kantonrechter heeft geconstateerd dat er informatie is weggelaten die van belang is voor de hoogte van de schadevergoeding. Dit weglaten van informatie kan in strijd zijn met artikel 21 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, dat partijen verplicht om alle relevante feiten volledig en naar waarheid aan te voeren.

De kantonrechter heeft de eiseres in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over de schending van artikel 21 Rv, waarna de gedaagde ook de mogelijkheid krijgt om te reageren. De zaak is aangehouden voor verdere beslissingen en de kantonrechter heeft een roldatum vastgesteld voor 19 april 2019.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 7011014 CV EXPL 18-13789
vonnis van: 22 maart 2019
fno.: 456

vonnis van de kantonrechter

i n z a k e

[naam 1] h.o.d.n. [eiseres]

wonende en zaakdoende te [woonplaats]
eiseres
nader te noemen: [eiseres]
gemachtigde: P.F. van den Berg, gerechtsdeurwaarder
t e g e n

[gedaagde]

gevestigd te [vestigingsplaats]
gedaagde
nader te noemen: [gedaagde]
gemachtigde: [naam 3]

VERDER VERLOOP VAN DE PROCEDURE

In deze zaak is op 30 november 2018 een tussenvonnis gewezen. Ter uitvoering van het tussenvonnis heeft op 19 februari 2019 een comparitie van partijen plaatsgevonden. Voorafgaand aan de comparitie heeft de gemachtigde van [eiseres] producties in het geding gebracht. Voor [eiseres] is ter zitting verschenen namens de gemachtigde [naam 2] , en voor [gedaagde] [naam 3] . Partijen zijn gehoord en hebben vragen van de kantonrechter beantwoord. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van hetgeen is besproken. Vervolgens is een datum voor vonnis bepaald.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

De inhoud van voormeld tussenvonnis, waaraan de kantonrechter zich houdt, geldt als hier herhaald en ingelast.
[gedaagde] heeft ter zitting niet langer betwist dat de foto van een Franse
Morbier-kaas (hierna: de foto) op haar website heeft gestaan. Volgens [gedaagde] heeft zij de site, waarvan zij dacht dat die toen leeg was, in 2008 overgenomen.
Zonder dat zij het wist stond de foto echter al op de site. [eiseres] heeft dit standpunt van [gedaagde] ter zitting niet bestreden. Volgens haar is [gedaagde] als eigenaar van de site verantwoordelijk voor hetgeen daarop is geplaatst, ook al stond de foto op de site voordat [gedaagde] eigenaar was van de site.
Geoordeeld wordt als volgt. Niet in geschil is dat aan de foto auteursrechtelijke bescherming toekomt. Nu [gedaagde] zonder toestemming de foto op haar website openbaar heeft gemaakt (waaronder ook wordt verstaan het voortduren van de plaatsing van de foto op de website), is sprake van inbreuk op het op de foto rustende auteursrecht. Daarmee heeft [gedaagde] onrechtmatig gehandeld en is zij schadeplichtig jegens [eiseres] . Dat dit is gebeurd zonder dat [gedaagde] daar weet van had, doet hieraan niet af en komt voor haar risico.
Voor de begroting van haar schade heeft [eiseres] verwezen naar de tarieven van de Stichting Foto Anoniem 2015, waarvan zij een kopie in het geding heeft gebracht. Het onderste gedeelte van deze pagina met tarieven voor plaatsing op internet ziet er als volgt uit:
Bij deze door [eiseres] overgelegde tarievenlijst lijkt echter informatie weggelaten. Het onderste deel van de op internet openbaar beschikbare Tarievenlijst Stichting FotoAnoniem 2015 ziet er namelijk als volgt uit:
Als inderdaad sprake is van het weglaten van de hierboven weergegeven informatie is dat in strijd met artikel 21 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, waarin is bepaald dat partijen verplicht zijn de voor de beslissing van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid aan te voeren. [eiseres] heeft dan ten onrechte informatie weggelaten die tot de conclusie leidt dat lagere tarieven van toepassing zijn dan door haar bepleit. Uit de door [eiseres] overgelegde uitdraaien van de website [naam website] volgt immers dat de foto niet op de homepage was geplaatst, maar in een artikel op een subpagina.
Als sprake is van schending van artikel 21 Rv heeft de kantonrechter het voornemen daaraan consequenties te verbinden. [eiseres] zal daarom in de gelegenheid worden gesteld zich voorafgaand aan een beslissing op dit punt uit te laten. De zaak zal hiervoor naar de rol verwezen worden. Op de uitlating van [eiseres] mag [gedaagde] vervolgens nog reageren.
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

BESLISSING

De kantonrechter:
verwijst de zaak naar de rol van 19 april 2019 voor uitlating aan de zijde van [eiseres] als onder punt 7. genoemd;
bepaalt dat [gedaagde] een termijn van vier weken zal krijgen voor een reactie op de uitlating van [eiseres] ;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.W. Inden, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op de zitting van 22 maart 2019 in tegenwoordigheid van de griffier.