Op 15 februari 2019 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan medeplegen van witwassen. De verdachte, geboren in 1982, werd beschuldigd van het witwassen van geldbedragen van in totaal € 42.394,84 in de periode van 21 augustus 2014 tot en met 13 juni 2015. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte een actieve rol speelde in het proces van witwassen, door personen te werven wiens bankrekeningen gebruikt werden om de door oplichting verkregen gelden over te maken. Tijdens de zittingen op 18 januari en 15 februari 2019 heeft de rechtbank de vordering van de officier van justitie, mr. A. Kerkhoff, gehoord, evenals de verdediging van de verdachte.
De rechtbank oordeelde dat er voldoende bewijs was voor de nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en medeverdachten, wat leidde tot de bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde feit. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 80 uur, waarbij rekening is gehouden met de overschrijding van de redelijke termijn van meer dan een jaar. Daarnaast zijn er verschillende benadeelde partijen, waaronder [naam winkel 1], [naam winkel 2], [naam boerderij] en [persoon], die schadevergoeding hebben gevorderd. De rechtbank heeft de vorderingen van de benadeelde partijen gedeeltelijk toegewezen, met bedragen variërend van € 3.000,- tot € 17.544,85, vermeerderd met wettelijke rente. De rechtbank heeft ook schadevergoedingsmaatregelen opgelegd, waarbij bij gebreke van betaling hechtenis kan worden opgelegd.
De uitspraak benadrukt de ernst van witwassen en de impact ervan op de integriteit van het financiële verkeer. De rechtbank heeft de rol van de verdachte in het geheel gewogen en geconcludeerd dat, hoewel hij als medepleger wordt beschouwd, zijn rol minder zwaar was dan die van de medeverdachte. De rechtbank heeft de strafeis van de officier van justitie aangepast en een taakstraf opgelegd in plaats van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf, rekening houdend met de omstandigheden van de zaak en de persoon van de verdachte.