ECLI:NL:RBAMS:2019:2112
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in zaak van voorbereiding gewelddadige diefstal en heling van motor
In deze strafzaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 22 maart 2019 uitspraak gedaan in de zaak tegen een 35-jarige man, die werd verdacht van de voorbereiding van een gewelddadige diefstal of afpersing op 1 en 2 oktober 2018 in Amsterdam. De rechtbank heeft het vonnis op tegenspraak gewezen, na het onderzoek op de terechtzitting van 8 maart 2019. De officier van justitie, mr. A. L. Kwaspen, heeft de vordering gedaan, terwijl de verdachte en zijn raadsvrouw, mr. T. Urbanus, hun verweer hebben gevoerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 1 en 2 oktober 2018 een bestelauto heeft gehuurd, die bedoeld was voor de uitvoering van de gewelddadige diefstal of afpersing. Echter, er was onvoldoende bewijs dat de verdachte als medepleger of medeplichtige betrokken was bij de strafbare voorbereidingshandelingen. De rechtbank concludeerde dat de betrokkenheid van de verdachte zich beperkte tot het huren van de bestelauto, zonder dat er bewijs was dat hij op de hoogte was van het misdadige plan. Daarom werd de verdachte vrijgesproken van het onder 1 tenlastegelegde.
Daarnaast was de verdachte ook beschuldigd van diefstal of heling van een motor, maar ook hier was er geen bewijs van enige betrokkenheid van de verdachte. De rechtbank sprak de verdachte ook vrij van het onder 2 tenlastegelegde. De rechtbank gelastte de teruggave van de in beslag genomen telefoon van de verdachte, aangezien de officier van justitie dit had gevorderd en de raadsvrouw hierom had verzocht. Het vonnis werd uitgesproken door mr. G.H. Marcus, voorzitter, en mrs. E.G. Fels en F. Dekkers, rechters, in aanwezigheid van mr. I. Verkaik, griffier.