ECLI:NL:RBAMS:2019:2112

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
22 maart 2019
Publicatiedatum
22 maart 2019
Zaaknummer
13/669089-18 (Promis)
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in zaak van voorbereiding gewelddadige diefstal en heling van motor

In deze strafzaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 22 maart 2019 uitspraak gedaan in de zaak tegen een 35-jarige man, die werd verdacht van de voorbereiding van een gewelddadige diefstal of afpersing op 1 en 2 oktober 2018 in Amsterdam. De rechtbank heeft het vonnis op tegenspraak gewezen, na het onderzoek op de terechtzitting van 8 maart 2019. De officier van justitie, mr. A. L. Kwaspen, heeft de vordering gedaan, terwijl de verdachte en zijn raadsvrouw, mr. T. Urbanus, hun verweer hebben gevoerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 1 en 2 oktober 2018 een bestelauto heeft gehuurd, die bedoeld was voor de uitvoering van de gewelddadige diefstal of afpersing. Echter, er was onvoldoende bewijs dat de verdachte als medepleger of medeplichtige betrokken was bij de strafbare voorbereidingshandelingen. De rechtbank concludeerde dat de betrokkenheid van de verdachte zich beperkte tot het huren van de bestelauto, zonder dat er bewijs was dat hij op de hoogte was van het misdadige plan. Daarom werd de verdachte vrijgesproken van het onder 1 tenlastegelegde.

Daarnaast was de verdachte ook beschuldigd van diefstal of heling van een motor, maar ook hier was er geen bewijs van enige betrokkenheid van de verdachte. De rechtbank sprak de verdachte ook vrij van het onder 2 tenlastegelegde. De rechtbank gelastte de teruggave van de in beslag genomen telefoon van de verdachte, aangezien de officier van justitie dit had gevorderd en de raadsvrouw hierom had verzocht. Het vonnis werd uitgesproken door mr. G.H. Marcus, voorzitter, en mrs. E.G. Fels en F. Dekkers, rechters, in aanwezigheid van mr. I. Verkaik, griffier.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM
VONNIS
Parketnummer: 13/669089-18 (Promis)
Datum uitspraak: 22 maart 2019
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1983,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen en verblijvend op het adres [adres] , [woonplaats] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 8 maart 2019.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. A. L. Kwaspen en van wat verdachte en zijn raadsvrouw mr. T. Urbanus naar voren hebben gebracht.
Dit vonnis wordt gelijktijdig gewezen met de vonnissen in de zaken tegen medeverdachten [medeverdachte 1] , met parketnummer 13/665429-18, en [medeverdachte 2] , met parketnummer 13/665430-18.

2.Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat
1.
hij op of omstreeks 1 oktober 2018 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter voorbereiding van het misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, te weten de in artikel 312 en/of 317 het Wetboek van Strafrecht omschreven diefstal, te plegen onder een van de omstandigheden vermeld in artikel 312, tweede lid, onder 2° van het Wetboek van Strafrecht, opzettelijk twee, althans een kogelvrij(e) vest(en) en/of een motorfiets en/of een personenauto en/of een steekkar en/of een jammer en/of een of meer geprepareerde dozen en/of tassen en/of een vuurwapen en/of (een) plaksnor(ren), bestemd tot het begaan van dat misdrijf, heeft verworven, vervaardigd, ingevoerd, doorgevoerd, uitgevoerd en/of voorhanden heeft gehad;
(artikel 312 juncto 317 juncto 46 juncto 47 Wetboek van Strafrecht)
Subsidiair:
[medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 1] en/of een of meer onbekend gebleven perso(o)n(en) op of omstreeks 2 oktober 2018 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter voorbereiding van het misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, te weten de in artikel 312 en/of 317 het Wetboek van Strafrecht omschreven diefstal, te plegen onder een
van de omstandigheden vermeld in artikel 312, tweede lid, onder 2° van het Wetboek van Strafrecht, opzettelijk twee, althans een kogelvrij(e) vest(en) en/of een motorfiets en/of een personenauto en/of een steekkar en/of een jammer en/of een of meer geprepareerde dozen en/of tassen en/of een vuurwapen en/of (een) plaksnor(ren), bestemd tot het begaan van dat misdrijf, heeft verworven, vervaardigd, ingevoerd, doorgevoerd, uitgevoerd en/of voorhanden
heeft gehad;
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 1 oktober 2018 tot en met 2 oktober 2018 te Amsterdam opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door een personenauto (Mercedes) aan die [medeverdachte 2] en/of die [medeverdachte 1] en/of die een of meer onbekend gebleven perso(o)n(en) beschikbaar te stellen en/of op 2 oktober 2018 op de uitkijk te
staan en/of een vluchtauto te besturen;
(artikel 312 juncto 317 juncto 46 juncto 47 Wetboek van Strafrecht)
2.
hij op of omstreeks 12 september 2017 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een motor, te weten een Kawasaki, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [naam 1] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
Subsidiair:
hij in of omstreeks de periode van 12 september 2017 tot en met 02 oktober 2018 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een motor, te weten een Kawasaki, in elk geval enig goed, heeft verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van deze goederen wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
(artikel 416 juncto 417bis Wetboek van Strafrecht)

3.Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van de tenlastegelegde feiten en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.Vrijspraak

4.1
Ten aanzien van het onder 1 primair en subsidiair tenlastegelegde
De rechtbank is, net als de officier van justitie en de verdediging, van oordeel dat niet kan worden bewezen dat verdachte als medepleger of medeplichtige betrokken is geweest bij de tenlastegelegde strafbare voorbereidingshandelingen.
Uit het dossier blijkt dat verdachte op 1 en 2 oktober 2018 een bestelauto heeft gehuurd die bestemd was om een gewelddadige diefstal of afpersing mee te plegen. Voorts blijkt uit het dossier dat de telefoon van verdachte ten tijde van het tenlastegelegde zich in de nabijheid bevond van deze bestelauto, die weer in de directe nabijheid van de plaats delict en de aangehouden medeverdachten is aangetroffen. Hoewel het dossier dus aanwijzingen bevat dat verdachte betrokken was bij de strafbare voorbereidingshandelingen, is niet gebleken dat zijn betrokkenheid meer inhield dan het huren van de bestelauto. Bovendien is niet gebleken in hoeverre hij wetenschap heeft gehad van het misdadige plan. Dit alles maakt dat verdachte van het tenlastegelegde wordt vrijgesproken.
4.2
Ten aanzien van het onder 2 primair en subsidiair tenlastegelegde
De rechtbank is, net als de officier van justitie en de verdediging, van oordeel dat niet is gebleken van enige betrokkenheid van verdachte bij de tenlastegelegde diefstal of heling van de motor. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.

5.Beslag

De rechtbank zal de teruggave gelasten van de in beslag genomen telefoon van verdachte, nu de officier van justitie dit heeft gevorderd en de raadsvrouw hierom heeft verzocht. Uit pagina 177 van het dossier blijkt dat de in beslag nomen telefoon met goednummer 5643155 aan verdachte toebehoort.

6.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart het onder 1 primair en subsidiair en onder 2 primair en subsidiair tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Gelast de teruggave aan verdachte van een telefoon, goednummer: 5643155.
Dit vonnis is gewezen door
mr. G.H. Marcus, voorzitter,
mrs. E.G. Fels en F. Dekkers, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. I. Verkaik, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 22 maart 2019.