ECLI:NL:RBAMS:2019:185

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
15 januari 2019
Publicatiedatum
14 januari 2019
Zaaknummer
AWB - 18 _ 4803
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Oordeel over ongegrond administratief beroep inzake opschorting advocatenstage

In deze zaak heeft de rechtbank Amsterdam op 15 januari 2019 uitspraak gedaan in een administratief beroep van eiseres, die zich niet kon verenigen met de opschorting van haar advocatenstage. Eiseres had administratief beroep ingesteld tegen een e-mail van haar mentor, mr. [naam 1], waarin deze de opschorting van haar stage aankondigde. De rechtbank heeft vastgesteld dat de stageperiode inmiddels was verstreken en dat eiseres pas jaren later beroep had ingesteld. Dit leidde de rechtbank tot de conclusie dat de opschorting van de stage niet meer relevant was. De rechtbank oordeelde dat het beroep ongegrond was, omdat de opschorting geen geldige reden meer vormde voor het instellen van beroep. De rechtbank heeft geen proceskostenveroordeling of vergoeding van griffierecht opgelegd. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep bij de Raad van State.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Bestuursrecht
zaaknummer: AMS 18/4803

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 15 januari 2019 in de zaak tussen

[eiseres] , te Amsterdam, eiseres

(gemachtigde: mr. P. Caupain),
en

de algemene raad van de Nederlandse Orde van Advocaten, verweerder

(gemachtigde: mr. M.E. Veenboer).

Procesverloop

Eiseres heeft administratief beroep ingesteld tegen een e-mail van mr. [naam 1] , portefeuillehouder gefinancierde rechtsbijstand en stagiaire-ondernemers van de Raad van Toezicht van de Orde van Advocaten ( [naam 1] ) van 18 december 2014.
Verweerder heeft het administratief beroep van eiseres in het besluit van 15 juni 2018 (het bestreden besluit) kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, omdat deze e-mail volgens verweerder geen besluit is.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld bij de rechtbank.
De zitting heeft plaatsgevonden op 8 januari 2019. Eiseres is op de zitting verschenen, zonder haar gemachtigde en met een belangstellende. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1.1.
Eiseres is op [datum] beëdigd als advocaat ondernemer. Zij is toen gestart met de verplichte advocatenstage. Onder toezicht van een patroon oefende eiseres de praktijk uit. Drie jaar later, op 14 november 2015, is een einde gekomen aan haar advocatenstage. Eiseres heeft na afloop geen stageverklaring gekregen en zij is op enig moment geschrapt van het tableau. Zij heeft hiertegen rechtsmiddelen aangewend, maar tevergeefs.
1.2.
Vanaf 1 december 2014 is haar stage ongeveer drie maanden (van rechtswege) opgeschort geweest. Het geschil draait om deze opschorting.
2.1
De heer [naam 1] was destijds de mentor van eiseres. Hij heeft haar op 18 december 2014 een email gestuurd met de volgende tekst:
“Wij spraken elkaar net over de ontwikkelingen in uw stage. U overhandigde mij een beëindigingsovereenkomst tussen u en de [naam 2] . U liet mij weten dat u feitelijk sinds 1 december jl. geen begeleiding ontvangt van uw patroon mr. [naam 3] en dat uw dossiers zich in de woning bevinden, maar dat u geen toegang heeft tot de elektronische dossiers in Legal Eagle. Voorts heeft u op dit moment geen vooruitzicht op een andere stageplaats. Uw stage is op grond hiervan sinds 1 december jl. geëindigd dan wel opgeschort. Wij spraken af dat u vanaf nu geen inhoudelijke advocatenwerk zult verrichten tot u weer onder de hoede van een patroon staat. Uiteraard gaat het belang van de cliënten voorop, zodat u geen termijn zult laten verlopen of anderszins nalatig zal zijn al dan niet in verband met deze schorsing. Ik raad u aan zaken naar andere advocaten te verwijzen indien de inhoud van het dossier dat vergt. In noodgevallen kunt u mij om advies vragen. Ook dient u mij per omgaande schriftelijk aan te tonen dat uw beroepsaansprakelijkheidsverzekering nog loopt. Ik zal met mr. [naam 3] contact opnemen om de zaak te bespreken.”
3. Eiseres is het nog steeds niet eens met deze opschorting. Volgens haar was er geen geldige reden om tot opschorting over te gaan. Verweerder bestrijdt dit.
4. De rechtbank overweegt dat tijdens de zitting uitgebreid is stilgestaan bij allerhande aspecten. Eiseres en verweerder hebben hun visie op de zaak gegeven. In aanmerking genomen dat de stageperiode al lang en breed achter de rug is en eiseres pas enige jaren na afloop van deze stage administratief beroep heeft ingesteld, komt de rechtbank tot het oordeel dat die opschorting er nu niet meer toe doet. Het beroep is daarom ongegrond.
5. De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling of een vergoeding van het griffierecht.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. L.H. Waller, rechter, in aanwezigheid van mr. A. Teggelaar, griffier
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 15 januari 2019.
griffier
rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Wat kunt u doen als u het niet eens bent met deze uitspraak?
Tegen deze uitspraak kunt u binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag.
Burgers kunnen ook digitaal beroep indienen. Dat kan alleen via het speciale digitale loket dat u op de homepage van de website van de Raad van State vindt (www.raadvanstate.nl). Om toegang te krijgen tot het digitale loket moet u beschikken over DigiD. Binnen het loket volgt u de instructies en vult u de formulieren in. Deze kunt u dan digitaal verzenden. Bijlagen levert u eveneens digitaal aan via het loket.
Let op: u kunt geen beroep instellen per e-mail.
Is uw zaak spoedeisend en moet er al tijdens de procedure in hoger beroep iets worden beslist wat niet kan wachten, dan kunt u de hogerberoepsrechter vragen om een voorlopige maatregel te treffen.