14. Beoordeeld moet vervolgens worden of de handelwijze van [verzoeker] zodanig ernstig is geweest, dat gesproken moet worden van een dringende reden. Daarbij is allereerst van belang welke handelwijze Chetu aan haar beslissing ten grondslag heeft gelegd. Tijdens de mondelinge behandeling heeft Chetu aangevoerd dat zij het ontslag heeft gegeven wegens het door [verzoeker] niet opvolgen van redelijke instructies ten aanzien van ziekte, het weigeren om een doktersverklaring af te geven, het verrichten van nevenwerkzaamheden en het niet verklaren van zijn inactiviteit.
14. De kantonrechter stelt vast dat deze gronden niet zijn genoemd in de e-mail van Chetu, waarin het ontslag wordt gegeven (zie onder 1.11). Terecht heeft [verzoeker] erop gewezen dat de gronden van het ontslag zijn gefixeerd, dat wil zeggen dat alleen verwijten in aanmerking worden genomen die de werknemer worden gemaakt bij het verlenen van het ontslag, en dat daar niet later andere gronden aan kunnen worden toegevoegd of ondergeschoven.
14. De kantonrechter heeft dan ook te beoordelen of [verzoeker] zich tijdens het dienstverband schuldig heeft gemaakt aan “misconduct, misrepresentations and fraudulent activities”, kort gezegd te vertalen als wangedrag, falsificatie en fraude.
14. Geoordeeld wordt dat Chetu op geen enkele wijze aannemelijk heeft gemaakt dat [verzoeker] zich aan dergelijk gedrag heeft schuldig gemaakt. Indien en voor zover zijn gedrag al als zodanig is te kwalificeren, moet geoordeeld worden dat Chetu (ook) niet aannemelijk heeft kunnen maken dat [verzoeker] nevenwerkzaamheden heeft verricht in zijn eigen onderneming 7say7 B.V. Ook is niet gebleken van het gebruik van bedrijfsvertrouwelijke gegevens voor eigen gewin of het schenden van een geheimhoudingsverplichting. Evenmin is aannemelijk gemaakt dat hij werkzaamheden zou hebben verricht in de GGZ-instelling waarvoor zijn vriendin werkzaam is. De kantonrechter kan zich niet aan de indruk onttrekken dat Chetu op dit punt wel erg achterdochtig is geweest.
14. De kantonrechter plaatst met Chetu vraagtekens bij de verklaring die [verzoeker] heeft gegeven bij het gebruik van zijn privé laptop. Zo heeft [verzoeker] niet kunnen verklaren waarom hij niet gewoon om een nieuwe laptop heeft gevraagd, als degene die hem in gebruik was gegeven zo traag was. Het is overigens bepaald niet aannemelijk geworden dat Chetu apparatuur van [verzoeker] heeft gehackt. Het (desondanks) gebruiken van de privé laptop kwalificeert echter niet als wangedrag, falsificatie of fraude.
14. Ten overvloede kan nog worden opgemerkt dat ook de door Chetu tijdens de mondelinge behandeling genoemde verwijten (zie onder 14) niet terecht zijn. Het had op de weg van Chetu gelegen zich beter te informeren over het Nederlandse arbeidsrecht, alvorens ongefundeerde verwijten aan het adres van [verzoeker] te richten. Zo heeft inderdaad te gelden dat een behandelend huisarts geen verklaring (mede) ten behoeve van een werkgever mag afgeven, terwijl niet valt in te zien welke redelijke instructies ten aanzien van zijn ziekte [verzoeker] niet heeft opgevolgd. Het is in elk geval Chetu geweest die in strijd met de Nederlandse wet heeft gehandeld door na de ziekmelding van [verzoeker] geen Arboarts in te schakelen.
14. Uit al het bovenstaande volgt dat [verzoeker] Chetu geen dringende reden heeft gegeven om hem op staande voet te ontslaan. Dit ontslag is dan ook ten onrechte gegeven. De wijze waarop Chetu dat heeft gedaan, waarbij de schorsing en de onterechte mededeling aan de collega’s van [verzoeker] dat hij al uit dienst was (ongeacht of dit op een interne miscommunicatie berustte) meewegen, maken de handelwijze van Chetu ernstig verwijtbaar.