In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 28 maart 2019 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen een eiser in conventie en een gedaagde in conventie, die tevens eiser in reconventie is. De eiser, een eenmanszaak die zich bezighoudt met het verzorgen van licht en geluid, vorderde betaling van een bedrag van € 6.385,17 aan hoofdsom, plus bijkomende kosten, van de gedaagde, die geluidsapparatuur had gehuurd voor een optreden. De gedaagde had de apparatuur echter niet teruggegeven omdat hij deze tijdens een beroving was kwijtgeraakt. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde niet aansprakelijk is voor de schade, omdat er sprake was van overmacht. De eiser had als professionele verhuurder de verantwoordelijkheid om zich te verzekeren tegen diefstal, wat hij niet had gedaan. De kantonrechter heeft de vordering in conventie afgewezen en de eiser veroordeeld tot terugbetaling van de betaalde borg van € 500,-- aan de gedaagde, die ook in de reconventie een vordering had ingediend. De rechter heeft geoordeeld dat de tekortkoming niet aan de gedaagde kan worden toegerekend en dat de eiser de proceskosten moet vergoeden. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van verhuurders van apparatuur en de noodzaak van adequate verzekering tegen risico's zoals diefstal.