Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Voorvragen
4.Waardering van het bewijs
onvoldoendevaart heeft geminderd om veilig de kruising te kunnen oversteken. Daarbij gaat de rechtbank er vanuit dat zijn snelheid zeker niet beduidend lager dan de 43 (inschatting VOA) kilometer per uur zal hebben gelegen. Verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij de verkeerssituatie aldaar goed kent en dus bekend is met de specifieke gevaren van betreffend kruispunt. Dit kruispunt kent vele rij- en fietsstroken en voetgangersoversteekplaatsen, waarbij het verkeer uit allerlei verschillende richtingen kan komen. Overdag wordt dit kruispunt bediend door verkeerslichten. Kortom: een onoverzichtelijk kruispunt, zeker wanneer het donker en regenachtig is. Hoewel niet is vast te stellen dat de fietser verlichting voerde, rust op de bestuurder van een auto altijd de zorgplicht om zich, zeker bij een voorrangsweg, te vergewissen van andere verkeersdeelnemers. Verder dient men erop bedacht te zijn dat verkeersdeelnemers zonder verlichting kunnen lopen, fietsen of rijden. Bovendien brandde de wegverlichting en brengt het fietsen zonder verlichting niet met zich dat de fietser in het geheel niet zichtbaar was.
5.Bewezenverklaring
6.De strafbaarheid van het feit
7.De strafbaarheid van verdachte
8.Motivering van de straffen en maatregelen
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, terwijl het een ongeval betreft waardoor een ander lichamelijk letsel wordt toegebracht.
[verdachte], daarvoor strafbaar.
120 (honderdtwintig) uren, met bevel, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast van
60 (zestig) dagen.
6 (zes) maanden.
6 (zes) maandenvan deze bijkomende straf niet tenuitvoergelegd zal worden, tenzij later anders wordt gelast.
2 (twee) jarenvast.