Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[eiser sub 1] ,
[eiser sub 2],
[eiser sub 3],
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
contra proferentem-beginsel mee dat zulke onduidelijkheden in haar nadeel te worden uitgelegd.
contra proferentem-beginsel maakt dit niet anders omdat de door de docenten aan artikel 5.1 gegeven interpretatie – in wezen berustend op taalkundige spitsvondigheden – in de gegeven omstandigheden nauwelijks verdedigbaar is. Bovendien is dit beginsel niet zo zwaarwegend dat het altijd de doorslag geeft zodra partijen op redelijke gronden van mening verschillen over de uitleg van een tussen hen gesloten overeenkomst of beding; het is één van de in aanmerking te nemen gezichtspunten bij de uitleg daarvan.
5.De beslissing
- € 7.200,00 (zegge: zevenduizendtweehonderd euro) aan [eiser sub 1] ;
- € 7.200,00 (zegge: zevenduizendtweehonderd euro) aan [eiser sub 2] ;
- € 3.600,00 (zegge: drieduizendzeshonderd euro) aan [eiser sub 3] ,