ECLI:NL:RBAMS:2019:1280

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
14 februari 2019
Publicatiedatum
26 februari 2019
Zaaknummer
7463820 KK EXPL 19-51
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Betekening van exploot aan vennootschap zonder brievenbus en strijd met hoor en wederhoor beginsel

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 14 februari 2019 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de besloten vennootschap FloatCenter Amsterdam B.V. en een eiseres, die niet verder is genoemd. De eiseres had een voorziening gevorderd en de zaak werd behandeld op 7 februari 2019. FloatCenter was niet verschenen op de zitting. De procedure betrof de betekening van een exploot aan FloatCenter, dat gevestigd is te Amsterdam. De deurwaarder had het exploot per post bezorgd omdat er geen brievenbus aanwezig was op het adres van FloatCenter. De kantonrechter oordeelde dat de betekening op deze wijze in strijd was met het beginsel van hoor en wederhoor, omdat er onvoldoende was aangetoond dat er geen andere mogelijkheden waren om het exploot te betekenen aan de bestuurders van FloatCenter. De kantonrechter concludeerde dat de deurwaarder eerst andere mogelijkheden had moeten uitputten voordat hij overging tot betekening per post. Daarom werd er geen verstek verleend tegen FloatCenter. De kantonrechter heeft de eiseres bevolen om FloatCenter opnieuw op te roepen voor een zitting op 14 maart 2019, zodat FloatCenter alsnog in de gelegenheid werd gesteld om te verschijnen. De beslissing werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 7463820 KK EXPL 19-51
vonnis van: 14 februari 2019
func.: 454

vonnis van de kantonrechterkort geding

I n z a k e

[eiseres]

wonende te [woonplaats]
eiseres
nader te noemen: [eiseres]
gemachtigde: mr. H.A. From
t e g e n

de besloten vennootschap FloatCenter Amsterdam B.V.

gevestigd te Amsterdam
nader te noemen: FloatCenter
niet verschenen

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Bij dagvaarding van 15 januari 2019 met bijlagen, heeft [eiseres] een voorziening gevorderd.
Ter terechtzitting van 7 februari 2019 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden. [eiseres] is verschenen, vergezeld door haar gemachtigde. FloatCenter is niet verschenen.
Vonnis is bepaald op heden.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

1. In het exploot van dagvaarding is vermeld dat FloatCenter is gevestigd te Amsterdam aan het adres [adres] . Vervolgens is door de deurwaarder vermeld:
“aldaar mijn exploot doende en afschrift van deze dagvaarding latend aan
Voormeld adres in gesloten envelop met daarop de vermeldingen als wettelijk voorgeschreven omdat ik niemand aantrof aan wie ik rechtsgeldig afschrift kon laten,doch aangezien ik ter plaatse geen brievenbus aantrof heb ik mijn exploot terstond per post verzonden”
2. Ingevolge het bepaalde in artikel 50 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) geschiedt ten aanzien van - onder meer - een besloten vennootschap de betekening aan het kantoor van de rechtspersoon of aan de persoon of de woonplaats van een van de bestuurders. In dit geval vermeldt het exploot dat FloatCenter zaak doet te Amsterdam aan het adres [adres] . De kantonrechter heeft thans geen reden om aan de juistheid van die vermelding te twijfelen, zodat moet worden aangenomen dat in beginsel aan dat adres mocht worden betekend.
3. Indien de deurwaarder op voormeld adres niemand zou aantreffen aan wie hij een afschrift kon laten, dan kan hij het afschrift laten op de wijze als voorzien in artikel 47 Rv. Dat artikel bepaalt dat bij afwezigheid op het betekeningsadres een exploot kan worden achtergelaten in een gesloten envelop en dat, indien zulke achterlating ook feitelijk onmogelijk is, terstond een afschrift ter post wordt bezorgd.
4. De deurwaarder heeft in dit geval wegens het ontbreken van een postbus een afschrift per post bezorgd. Wanneer er geen brievenbus is, is verzending per post niet een voor de hand liggend alternatief. De postbode heeft niet meer mogelijkheden om de betrokkene te bereiken dan de deurwaarder; als er geen brievenbus is, zal ook de postbode de brief vermoedelijk niet kunnen bezorgen
5. Uit artikel 47 Rv kan worden afgeleid dat een betekening via een bezorging van een afschrift per post als laatste mogelijkheid moet worden aangemerkt, waaraan, zoals ook in dit geval, eerst dan toepassing kan worden gegeven indien er geen andere mogelijkheden tot betekening (meer) voorhanden zijn als genoemd in artikel 50 Rv. Tot zo’n conclusie kan naar het oordeel van de kantonrechter in dit geval niet worden gekomen nu niet is gebleken dat niet kon worden betekend aan de adres(sen) van bestuurder(s) van FloatCenter. Bovendien had de gemachtigde van [eiseres] via het e-mail adres en/of telefoonnummer van FloatCenter informatie kunnen achterhalen waar het exploot wèl zou kunnen worden betekend.
6. Onder voormelde omstandigheden is er thans onvoldoende grond voor verlening van verstek tegen FloatCenter, nu dit in de gegeven omstandigheden in strijd zou komen met het fundamentele beginsel van hoor en wederhoor.
7. In overeenstemming met het bepaalde in artikel 66 lid 2 Rv zal de kantonrechter bevelen dat de zaak weer zal dienen op donderdag 14 maart 2010 [bij vonnis van
20 februari 2019 verbeterd in: 2019] te 10.30 uur en gelast [eiseres] om FloatCenter op te roepen tegen die dag en dat tijdstip, onder medebetekening van het exploot van
15 januari 2019.

BESLISSING

De kantonrechter:
beveelt [eiseres] om FloatCenter op te roepen om op donderdag 14 maart 2010 [bij vonnis van 20 februari 2019 verbeterd in: 2019] te 10.30 uur te verschijnen bij de kantonrechter als voorzieningenrechter;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. L. van Berkum, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 14 februari 2019 in tegenwoordigheid van de griffier.