Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
De beoordeling
980,00
980,00
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 1 februari 2019 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een eiseres en de publiekrechtelijke rechtspersoon UWV, met een tussenkomende partij. De eiseres had bezwaar gemaakt tegen de uitslag van een openbare Europese aanbesteding voor een geïntegreerd beveiligingssysteem, waarbij zij niet als winnaar was aangewezen. De eiseres vorderde onder andere dat de opdracht aan haar zou worden gegund, of dat haar inschrijving opnieuw zou worden beoordeeld door een ander team. De voorzieningenrechter heeft de tussenkomst van de derde partij toegestaan en de vorderingen van de eiseres afgewezen. De rechter oordeelde dat de beoordeling van de inschrijvingen door UWV niet onbegrijpelijk was en dat er geen ernstige gebreken waren die een wijziging in de gunning zouden rechtvaardigen. De eiseres had onvoldoende onderbouwd dat andere inschrijvers niet aan de eisen voldeden. De rechter concludeerde dat de vorderingen van de eiseres niet konden slagen en dat zij in de proceskosten werd veroordeeld.