ECLI:NL:RBAMS:2019:10366

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
6 februari 2019
Publicatiedatum
7 juni 2024
Zaaknummer
13/728019-17, 13/728114-17, 13/728261-16, 13/728263-16, 13/728063-17 13/728145-17
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Strafprocesrecht
Procedures
  • Beslissing RC
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslissing van de rechter-commissaris inzake verzoeken tot het horen van getuigen in witwaszaak

Op 6 februari 2019 heeft mr. E. Diepraam, rechter-commissaris in strafzaken bij de Rechtbank Amsterdam, een beslissing genomen in een complexe strafzaak met betrekking tot witwasverdenking. In deze zaak zijn meerdere verdachten betrokken, waaronder [verdachte 1], [verdachte 2], [verdachte 3], [verdachte 4], [verdachte 5], en [verdachte 6]. De rechter-commissaris ontving verzoeken van de raadslieden van de verdachten om verschillende getuigen te horen. De verzoeken werden beoordeeld op basis van de noodzaak en relevantie voor de verdediging. De rechter-commissaris benadrukte dat het aan de verdediging is om te motiveren waarom het horen van getuigen van belang is voor de strafzaak, vooral als het niet gaat om getuigen die belastende verklaringen hebben afgelegd.

De rechter-commissaris wees een aantal verzoeken toe, met name voor het horen van medeverdachten en enkele getuigen die mogelijk relevante informatie konden verstrekken. Echter, verzoeken die onvoldoende gemotiveerd waren of niet relevant leken voor de zaak werden afgewezen. De rechter-commissaris gaf aan dat de verdediging concrete en verifieerbare verklaringen moest aanleveren, vooral in het licht van de verdenking van witwassen, waarbij de lat voor bewijsvoering hoger ligt.

De beslissing bevatte ook instructies voor de partijen over het indienen van verzoeken tot het voegen van stukken aan het dossier en het inzien van documenten. De rechter-commissaris concludeerde dat de verzoeken voor het horen van getuigen in de meeste gevallen werden toegewezen, maar dat er ook verzoeken waren die werden aangehouden of afgewezen, afhankelijk van de relevantie en onderbouwing door de verdediging.

Uitspraak

rc-nummers : 17/463, 17/3690, 17/40, 17/1210, 17/1698 en 17/3692
parketnummers : 13/728019-17, 13/728114-17, 13/728261-16, 13/728263-16, 13/728063-17 en 13/728145-17
Mr. E. Diepraam, rechter-commissaris in strafzaken in de rechtbank Amsterdam, heeft van de raadslieden verzoeken ontvangen om onderzoekshandelingen te verrichten in de zaken van:
Naam : [verdachte 1]
Voornamen : [voornaam verdachte 1]
Geboren op : [geboortedatum verdachte 1]
Naam : [verdachte 2]
Voornamen : [voornaam verdachte 2]
Geboren op : [geboortedatum verdachte 2]
Naam : [verdachte 3]
Voornamen : [voornaam verdachte 3]
Geboren op : [geboortedatum verdachte 3]
Naam : [verdachte 4]
Voornamen : [voornaam verdachte 4]
Geboren op : [geboortedatum verdachte 4]
Naam : [verdachte 5]
Voornamen : [voornaam verdachte 5]
Geboren op : [geboortedatum verdachte 5]
Naam : [verdachte 6]
Voornamen : [voornaam verdachte 6]
Geboren op : [geboortedatum verdachte 6]
De verzoeken worden aan deze beslissing gehecht. Van mr. Kuijpers, raadsman van de verdachte [verdachte 6] , zijn geen onderzoekswensen ontvangen.
Schematisch uitgewerkt gaat het om de volgende verzoeken. Zo veel mogelijk is de nummering van het verzoek van mr. De Leon aangehouden.
Getuige/Desk
[verdachte 1]
[verdachte 3]
[verdachte 2]
[verdachte 4]
[verdachte 5]
[verdachte 6]
[verdachte 1]
X
X
X
X
1
[verdachte 2]
X
X
X
X
2
[verdachte 3]
X
X
X
X
3
[verdachte 4]
X
X
X
X
4
[verdachte 5]
X
X
X
X
5
[verdachte 6]
X
X
X
X
X
6
[verdachte 7]
X
X
X
X
X
7
[naam verbalisant]
X
X
X
X
X
8
[naam ex echtgenote]
X
X
X
9
[naam 1]
X
X
X
X
X
10
[naam 2]
X
X
X
X
X
11
[getuige 1]
X
X
X
X
12
[verdachte 2]
X
X
13
[getuige 2]
X
X
X
X
14
[getuige 3]
X
X
15
[getuige 7]
X
X
X
X
16
[naam 3]
X
X
X
17
[getuige 4]
X
X
X
18
[getuige 5]
X
X
X
X
19
[getuige 6]
X
X
X
X
20
[getuige 8]
X
21
[getuige 9]
X
22
[getuige 10]
X
23
[getuige 11]
X
24
[getuige 12]
X
25
T-004
X
X
26
T-748
X
X
27
[getuige 13]
X
28
[getuige 14]
X
29
[getuige 15]
X
30
’ [getuige 16] ’
X
Van de officier van justitie is een reactie op de verzoeken ontvangen. Ook die wordt aan deze beslissing gehecht.
BEOORDELING VAN HET VERZOEK:
Vooraf
De rechter-commissaris overweegt dat het aan de verdediging is om te motiveren waarom het horen van deze getuige van belang is voor enige in de strafzaak uit hoofde van de artikelen 348 en 350 Sv te nemen beslissing.
De motivering zal in het bijzonder voldoende feitelijk moeten worden onderbouwd als het niet gaat om een getuige die een belastende verklaring heeft afgelegd.
In het bijzonder mag van de verdachte verwacht worden dat die een verklaring aflegt voordat er reden is om getuige te horen ter onderbouwing van een alternatief scenario. Het heeft weinig zin om een niet-uitgesproken alternatief scenario te toetsen. Als het gaat om de verdenking van witwassen ligt de lat nog wat hoger, omdat daar van de verdachte een voldoende concrete en verifieerbare verklaring mag worden verwacht.
0-6. de medeverdachten: [verdachte 1] , [verdachte 2] , [verdachte 3] , [verdachte 4] , [verdachte 5] , [verdachte 6] , [verdachte 7]
Het horen van deze medeverdachten is in het belang van de verdediging en wordt dan ook toegewezen.
Als echter op voorhand blijkt dat een of meer van deze getuigen zich op een hem toekomend verschoningsrecht zal beroepen, wordt van het zinloze verhoor afgezien.

7.verbalisant [naam verbalisant]

Verbalisant [naam verbalisant] is de politieman die het proces-verbaal van bevindingen van 10 november 2016 (020003-020004) heeft opgemaakt. In dat verbaal is opgetekend wat [verdachte 7] verklaarde toen die het politiebureau kwam binnenlopen.
De verdediging wil vragen stellen over de (geestelijke) staat waarin [verdachte 7] verkeerde en of de verbalisant hem wel serieus nam.
Niet valt in te zien waarom de verbalisant daarover gehoord moet worden. Dat [verdachte 7] angstig en nerveus was blijkt uit zijn verklaring. Het ligt niet voor de hand dat de verbalisant verder nog iets over een depressie of gebruik van verdovende middelen kan verklaren, voor zover al relevant. Evenmin is van belang of hij [verdachte 7] serieus nam. De verklaring kan mogelijk worden getoetst door [verdachte 7] zelf te horen, en uiteindelijk is het aan de rechtbank om de waarde van de verklaring te beoordelen.
De verdediging wil de verbalisant ook vragen waarom niet de voorschriften van een verdachteverhoor in acht zijn genomen, en waarom het nodig was een nader proces-verbaal op te maken.
Dat er bij dat eerste gesprek geen cautie is gegeven staat wel vast. Als de verdediging daar een vormverzuim in ziet dat de andere verdachten raakt, dan kan dat bij de inhoudelijke behandeling naar voren worden gebracht. Het is aan de rechtbank dat dan te beoordelen en de redenen waarom deze verbalisant zo heeft gehandeld als hij heeft gedaan zijn daarbij irrelevant.
Het verzoek tot het horen van deze getuige wordt dan ook afgewezen.

8.[naam ex echtgenote]

is de ex-echtgenote van de verdachte [verdachte 1] . Zij is als verdachte gehoord en heeft zich nagenoeg geheel op haar zwijgrecht beroepen en geen voor de verdachte [verdachte 1] belastende verklaring afgelegd. In zoverre valt er geen belastende getuigenverkaring te ‘
challengen’.
Welke relevantie het verhoor van deze getuige dan verder heeft, is door de raadsman onvoldoende onderbouwd. De raadsman wil in de eerste plaats vragen stellen over de bedrijfsvoering in de kaaswinkel die de getuige samen met de verachte [verdachte 5] had. Door het OM wordt echter niet betwist dat daar ook echt kaas werd verkocht. Voorzover de verdediging deze getuige verder wil horen ter onderbouwing van een alternatief scenario (ten aanzien van het witwassen), geldt dat de verdachte een dergelijk scenario niet naar voren heeft gebracht, laat staan in een voldoende concrete en verifieerbare vorm.
Ook het verzoek tot het horen van deze getuige wordt dus afgewezen.
9, 10, 16. [naam 1] , [naam 2] , [naam 3]
Op basis van het onderzoek kan niet meer worden vastgesteld dan dat [naam 1] de verdachten kent en dat er een laptop van hem lag bij [verdachte 7] . De verdediging wil deze getuige vragen stellen over het criminele samenwerkingsverband dat de verdachten ten laste wordt gelegd. De getuige heeft daarover geen verklaring afgelegd en onvoldoende is onderbouwd dat hij daarover relevante kennis heeft.
Dat laatste geldt ook voor [naam 2] en [naam 3] . Ook van hen is niet gebleken of onderbouwd dat zij betrokken zijn of relevante wetenschap hebben.
De verzoeken om [naam 1] , [naam 2] en [naam 3] te horen worden daarom afgewezen.

11.[getuige 1]

Deze getuige is al gehoord, maar zij heeft de meeste inhoudelijke vragen geweigerd te beantwoorden. De relevantie van het verhoor staat nog steeds. De rechter-commissaris zal een nieuwe poging wagen maar wel vooraf informeren of zij nu wel bereid is vragen te beantwoorden. Als dat niet het geval is wordt van het op voorhand zinloze verhoor afgezien.

12.[echtgenote]

Dit betreft de echtgenote van de verdachte [verdachte 2] . Zij heeft geen belastende verklaring afgelegd en de verdediging heeft niet gemotiveerd wat zij over het tenlastegelegde zou kunnen verklaren.
Als het gaat om een alternatieve verklaring voor het vertrek naar het buitenland, dan geldt dat de verdachten daar zelf geen verklaring over hebben willen afleggen.
Bij die stand van zaken is het belang om de getuige te horen onvoldoende gemotiveerd.
13, 14, 17-19. [getuige 2] , [getuige 3] , [getuige 4] , [getuige 5] en [getuige 6]
De rechter-commissaris acht het horen van deze getuigen in het belang van de verdediging. De verzoeken daartoe worden dan ook toegewezen. Dit geldt voor alle zaken waarin om deze getuige is verzocht.

15.[getuige 7]

De rechter-commissaris volgt het voorstel van de officier van justitie om eerst de stukken uit de Duitse strafzaak af te wachten. Daarna zal worden beoordeeld of er nog een verdedigingsbelang is [getuige 7] als getuige te horen.
20, 21, 22. [getuige 8] , [getuige 9] , [getuige 10]
De verdediging wenst deze getuigen vragen te stellen over een reguliere inkomstenbron van de verdachte [verdachte 1] uit de autoverhuur. De enig denkbare relevantie hiervan zou een alternatief scenario kunnen zijn die de witwasverdenking raakt. Verdachte heeft nog geen verklaring willen afleggen en dat alternatieve scenario niet uitgesproken terwijl dat wel van hem verwacht mag worden. In het bijzonder bij een verdenking van witwassen zal die verklaring voldoende concreet en verifieerbaar moeten zijn.
Het verzoek wordt dus afgewezen omdat het onvoldoende is onderbouwd.
23-24. [getuige 11] en [getuige 12]
De raadsman wil deze getuige horen over de redenen van verdachte [verdachte 3] om naar Marokko te vertrekken. De raadsman heeft daar het nodige over naar voren gebracht, maar verdachte zelf heeft tot nu gezwegen.
De rechter-commissaris is bereid één van de getuigen of desnodig beiden te horen, maar pas nadat de verdachte zelf op dit punt een verklaring heeft afgelegd. De rechter-commissaris zal daarom eerst de verdachte zelf horen en daarna bezien of nog aan deze getuigen wordt toegekomen.
25-26. T-004 en T-748
De raadsman van de verdachte [verdachte 3] wil deze opstellers van het relaas vragen over dat proces-verbaal stellen. In het bijzonder gaat het de raadsman om de vraag of bepaalde passages en stellingen zijn gebaseerd op onderzoeksresultaten in het dossier en of er wellicht nog andere niet verstrekte onderzoeksresultaten zijn.
De officier van justitie heeft toegelicht dat het relaas – zoals gebruikelijk - niet meer is dan een samenvatting en leeswijzer, en dat het bewijs uit het onderliggende dossier zal moeten worden geput. De vraag van de raadsman is daarmee beantwoord. Er is geen reden nadere vragen aan de verbalisanten voor te leggen, en al helemaal niet in een verhoor bij de rechter-commissaris.

27.[getuige 13]

De raadsman van [verdachte 3] verzoekt een forensisch adviseur als deskundige te benoemen. De verdediging stelt behoefte te hebben aan een rapportage waarin “de bewijskracht van de verschillende (…) forensische bevindingen (…) worden gecombineerd en weergegeven”. Welke specifieke onderzoeksvraag de raadsman op het oog heeft – en wat de relevantie is - is onvoldoende toegelicht. De bewijswaarde van het forensisch bewijs is steeds in de forensische rapportages weergegeven. Het is uiteindelijk aan de rechtbank een oordeel te geven over de gecombineerde bewijswaarde van alle bewijsmiddelen, waarvan mogelijk ook een Bayesiaanse analyse van het forensisch bewijs deel zal uitmaken. Verdere deskundigenrapportage is daarvoor niet nodig.
28-29 [getuige 14] en [getuige 15]
Deze twee getuigen zouden volgens de verdediging kunnen verklaren over reguliere inkomsten van de verdachte [verdachte 2] in bouw- en vastgoedprojecten.
Ook hier is het zo dat verdachte nog geen verklaring willen afleggen en dat een eventueel alternatief scenario onuitgesproken is gebleven. In het bijzonder bij een verdenking van witwassen mag van de verdachte verwacht worden dat hij met een voldoende concrete en verifieerbare verhaal komt.
Het verzoek wordt afgewezen omdat het onvoldoende is onderbouwd.

30.‘ [getuige 16] ’

De raadsman van de verdachte [verdachte 5] wil de buurman ‘ [getuige 16] ’ van de Kaaswinkel horen omdat die mogelijk meer kan verklaren over de personen die hij in de kaaswinkel zag. De raadsman wil hem vragen of hem ooit iets is opgevallen.
Daarmee is onvoldoende gemotiveerd in welk opzicht het verhoor van deze [getuige 16] relevant is voor enig in deze strafzaak te nemen beslissing.
Voeging/inzage van stukken aan het dossier
Er is tussen de verdediging en de officier van justitie discussie over het al dan niet inzien en voegen van stukken.
De rechter-commissaris verzoekt partijen hier de procedure van art 34 Sv te volgen. Dus: de verdediging verzoekt de officier aan justitie om voeging van specifiek omschreven stukken (lid 1) of kennisneming om dat verzoek te kunnen onderbouwen (lid 2). De officier van justitie kan de rechter-commissaris daarna desgewenst - gemotiveerd - een schriftelijke machtiging vragen om voeging of kennisneming te weigeren (lid 4). Bij gebreke van een dergelijke vordering wordt nu niet beslist over deze stukken.
Mr. Zevenboom heeft nog terecht opgemerkt dat een aantal verslagen van doorzoekingen ontbrak. Dat is niet het OM te verwijten maar de rechter-commissaris. De ontbrekende verslagen zullen alsnog aan het dossier worden toegevoegd.
Slotsom:
De volgende verzoeken worden toegewezen of aangehouden.
Toegewezen
[verdachte 1]
[verdachte 3]
[verdachte 2]
[verdachte 4]
[verdachte 5]
[verdachte 6]
[verdachte 1]
X
X
X
X
1
[verdachte 2]
X
X
X
X
2
[verdachte 3]
X
X (vd)
X
X
X
3
[verdachte 4]
X
X
X
X
4
[verdachte 5]
X
X
X
X
5
[verdachte 6]
X
X
X
X
X
6
[verdachte 7]
X
X
X
X
X
11
[getuige 1]
X
X
X
X
13
[getuige 2]
X
X
X
X
14
[getuige 3]
X
X
17
[getuige 4]
X
X
X
18
[getuige 5]
X
X
X
X
19
[getuige 6]
X
X
X
X
Aangehouden:
15
[getuige 7]
X
X
X
X
23
[getuige 11]
X
24
[getuige 12]
X
Voor het overige worden de verzoeken afgewezen.
De raadslieden kunnen desgewenst binnen twee weken een gemotiveerd verzoek doen om alsnog aanwezig te zijn bij getuigenverhoren die niet in de zaak van hun cliënt zijn toegewezen.
BESLISSING
De rechter-commissaris wijst het verzoek toe voor zover het betreft:
In de zaak [verdachte 1] ,
het horen van de getuigen [verdachte 2] , [verdachte 3] , [verdachte 4] , [verdachte 5] , [verdachte 6] , [verdachte 7] , [getuige 1] , [getuige 2] , [getuige 3] , [getuige 4] , [getuige 5] en [getuige 6]
de beslissing op het verzoek tot het horen van [getuige 7] wordt aangehouden
In de zaak [verdachte 3] :
het horen van verdachte;
het horen van de getuigen [verdachte 1] , [verdachte 2] , [verdachte 4] , [verdachte 5] , [verdachte 6] , [verdachte 7] ;
de beslissing op het verzoek tot het horen van [getuige 11] en [getuige 12] wordt aangehouden
In de zaak [verdachte 2] :
het horen van de getuigen [verdachte 1] , [verdachte 3] , [verdachte 4] , [verdachte 5] , [verdachte 6] , [verdachte 7] , [getuige 1] , [getuige 2] , [getuige 3] , [getuige 4] , [getuige 5] en [getuige 6] ;
de beslissing op het verzoek tot het horen van [getuige 7] wordt aangehouden
In de zaak [verdachte 4] :
het horen van de getuigen [verdachte 1] , [verdachte 2] , [verdachte 3] , [verdachte 5] , [verdachte 6] , [verdachte 7] , [getuige 1] , [getuige 2] , [getuige 4] , [getuige 5] en [getuige 6] ;
de beslissing op het verzoek tot het horen van [getuige 7] wordt aangehouden
In de zaak [verdachte 5] :
het horen van de getuigen [verdachte 1] , [verdachte 2] , [verdachte 3] , [verdachte 4] , [verdachte 6] , [verdachte 7] , [getuige 1] , [getuige 2] , [getuige 5] en [getuige 6] ;
de beslissing op het verzoek tot het horen van [getuige 7] wordt aangehouden;
en wijst de verzoeken voor het overige af
Amsterdam, 6 februari 2019
mr. E. Diepraam
rechter-commissaris