ECLI:NL:RBAMS:2019:10323
Rechtbank Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Voorzittersbeslissing inzake spreekrecht en volgorde van behandeling in strafzaken
Op 8 januari 2019 heeft de Rechtbank Amsterdam een voorzittersbeslissing genomen in de strafzaken tegen drie verdachten, waarbij de voorzitter, mr. P.L.C.M. Ficq, de gang van zaken op zitting heeft beoordeeld. De verdachten zijn bijgestaan door hun advocaten, en er zijn slachtoffers en benadeelde partijen betrokken die vorderingen hebben ingediend. De rechtbank heeft overwogen hoe het spreekrecht van de slachtoffers en de volgorde van de behandeling op de zitting zal plaatsvinden. Het verzoek van de slachtoffers om gebruik te maken van het spreekrecht is besproken, waarbij mr. Korver en mr. Lousberg de rechtbank hebben verzocht om hen in de gelegenheid te stellen te spreken over de gevolgen van de feiten en de strafmaat. De voorzitter heeft uiteengezet dat het aan hem is om te beslissen welke partij op welk moment het woord kan voeren, en dat de slachtoffers na de behandeling van de feiten en persoonlijke omstandigheden van de verdachten het woord zullen krijgen. De volgorde van de zitting is vastgesteld, waarbij de slachtoffers en hun advocaten de gelegenheid krijgen om hun vorderingen toe te lichten na het requisitoir van de officier van justitie. De voorzitter heeft benadrukt dat de wet geen basis biedt voor een tweede termijn van het spreekrecht voor de slachtoffers, en dat de benadeelde partijen na het requisitoir hun vorderingen kunnen toelichten. De beslissing is genomen met het oog op de rechtsgang en de belangen van alle betrokken partijen.