Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- het verzoekschrift van 23 november 2018 met producties,
- de tussenbeschikking van deze rechtbank van 29 maart 2018 waarbij een mondelinge
- het verweerschrift met producties,
- de brief van mr. Vos van 12 december 2018,
- de brief van mr. Mensink van 26 maart 2019 met productie,
- de brief van mr. Mensink van 8 april 2019 met productie,
- de mondelinge behandeling van 11 april 2019, alwaar partijen pleitaantekeningen hebben overgelegd.
2.Het verzoek en het verweer
credit limit after Soli sold its existing vessel and paid off its around USD 25,5 debt to us;
nietis of er tussen partijen een kredietovereenkomst is gesloten, maar dat namens CEB aan [verzoeker] (in privé) is toegezegd een krediet te verschaffen aan een (nog door [verzoeker] aan te wijzen) vennootschap ten behoeve van twee (eveneens nog nader te bepalen) schepen. [verzoeker] wil voor díe toezegging – die eerder dan in 2010 is gedaan en in 2010 in de notities van [naam 1] is vastgelegd – bewijs verzamelen.
- i) Het verzoek voldoet niet aan de in artikel 187 lid 3 Rv gestelde eisen.
- ii) De genoemde getuigen kunnen het verzochte bewijs niet leveren.
- iii) [verzoeker] heeft onvoldoende belang bij toewijzing van zijn verzoek.
- iv) [verzoeker] maakt misbruik van recht met dit verzoek.