Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
[adres] , [plaats] ,
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
- een of meermalen (met gebalde vuist) in het gezicht, althans tegen het hoofd, te slaan en/of stompen en/of
- een of meermalen (met geschoeide voet) in het gezicht, althans tegen het hoofd, te trappen en/of schoppen;
- een of meermalen (met gebalde vuist) in het gezicht, althans tegen het hoofd, heeft geslagen en/of gestompt en/of
- een of meermalen (met geschoeide voet) in het gezicht, althans tegen het hoofd, heeft getrapt en/of geschopt.
3.Voorvragen
4.Waardering van het bewijs
bijlagevan dit vonnis zijn opgenomen en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht de rechtbank het subsidiair ten laste gelegde bewezen. De rechtbank overweegt hiertoe in het bijzonder dat verdachte na een woordenwisseling die boosheid bij verdachte veroorzaakte, aangever meermalen met gebalde vuist in het gezicht heeft gestompt en aangever vervolgens, toen hij op de grond lag, met geschoeide voet in het gezicht heeft getrapt of geschopt. Algemene ervaringsregels leren dat het hoofd een zeer kwetsbare plek van het lichaam is. Door met geschoeide voet in het gezicht van een op de grond liggend persoon te schoppen of te trappen, bestaat de aanmerkelijke kans dat zwaar lichamelijk letsel wordt toegebracht. De rechtbank is dan ook van oordeel dat verdachte door zo te handelen willens en wetens de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat aangever als gevolg van zijn handelen zwaar lichamelijk letsel zou oplopen. Aldus was bij verdachte sprake van voorwaardelijk opzet op de poging tot het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel.
5.Bewezenverklaring
6.De strafbaarheid van het feit
7.De strafbaarheid van verdachte
8.Motivering van de straf
17 december 2018 betreffende verdachte. Gelet hierop en in aanmerking genomen de ernst van het feit acht de rechtbank de oplegging van een gevangenisstraf van aanzienlijke duur passend.
9.Tenuitvoerlegging voorwaardelijke veroordeling
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
4 maanden.
tenuitvoerleggingvan de straf, voor zover deze voorwaardelijk is opgelegd bij genoemd vonnis van 8 augustus 2017,
namelijk 1 maand gevangenisstraf.