ECLI:NL:RBAMS:2019:10218
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Taakstraf voor schuldheling van een gitaar met recidive
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam, is verdachte op 9 mei 2019 veroordeeld voor schuldheling van een elektrische gitaar. De zaak betreft een incident dat plaatsvond op 27 oktober 2017, waarbij de verdachte een gitaar in zijn bezit had die afkomstig was van een inbraak. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte redelijkerwijs had moeten weten dat de gitaar van misdrijf afkomstig was. De officier van justitie had een gevangenisstraf van twee maanden geëist, maar de rechtbank heeft in plaats daarvan een taakstraf van 80 uur opgelegd, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis indien de taakstraf niet naar behoren wordt uitgevoerd. De rechtbank heeft de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering, omdat niet was komen vast te staan dat de gevorderde schadevergoeding rechtstreeks verband hield met het bewezen verklaarde feit. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de recidive van de verdachte, die eerder was veroordeeld voor vermogensdelicten. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, waarbij de voorzitter en twee andere rechters aanwezig waren.