9.3Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals van een en ander ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Verdachte heeft de Wet wapens en munitie overtreden door een ontstekingsmechanisme voorhanden te hebben. Dit is een ernstig feit. Het voorhanden hebben van een dergelijk wapen vormt een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van personen en goederen. Uit het dossier en de inhoudelijke behandeling is gebleken dat verdachte dit ontstekingsmechanisme zelf heeft gemaakt en ook heeft getest.
De rechtbank heeft bij het bepalen van de straf rekening gehouden met de LOVS-oriëntatiepunten voor straftoemeting. De rechtbank heeft voorts rekening gehouden met de omstandigheid dat verdachte op 16 januari 2019 is veroordeeld tot een geldboete voor het plegen van wederspannigheid, zoals blijkt uit het uittreksel Justitiële Documentatie van 14 maart 2019, waardoor artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht van toepassing is. Ten slotte heeft de rechtbank in belangrijke mate rekening gehouden met de persoon van verdachte en met de behandeling die wordt geadviseerd.
Er is onderzoek gedaan naar de persoon van verdachte. De rechtbank heeft acht geslagen op de rapporten die over verdachte zijn opgesteld en in het bijzonder op het psychiatrisch onderzoek pro Justitia van 27 februari 2019, opgesteld door psychiater J. van der Meer, het psychologisch onderzoek pro Justitia van 4 maart 2019, opgesteld door GZ-psycholoog J. Yntema, en het advies van Reclassering Nederland van 4 maart 2019 opgesteld door reclasseringswerkers F.M. Embregts en F.P.T.M. Lommers en hun nadere toelichting op de terechtzitting van 1 april 2019.
Uit het rapport van de psychiater blijkt dat sprake is van een ziekelijke stoornis van de geestvermogens in de vorm van een stoornis in het gebruik van een of ander onbekend middel, verdachte dient zichzelf wekelijks testosteron toe. Verder is sprake van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens in de vorm van een autisme spectrum stoornis (hierna: ASS). Beide stoornissen hebben de gedragingen van verdachte beïnvloed ten tijde van de tenlastegelegde feiten. De ASS zorgde er zeer waarschijnlijk voor dat betrokkene in mindere mate in staat was om de sociale situatie en de gevolgen van zijn handelen in te schatten en te overzien, terwijl het gebruik van testosteron dit mogelijk versterkt. De psychiater adviseert daarom het bewezen verklaarde feit in verminderde mate aan verdachte toe te rekenen.
De psychiater schat het risico op recidive zonder aanvullende behandeling in als matig. Het risico op ernstige vormen van geweld wordt laag ingeschat.
De psychiater adviseert verdachte in een FPK te behandelen voor zijn ASS. Bij voorkeur vindt de behandeling plaats in een kliniek met expertise op het gebied van de behandeling van forensische patiënten met een ASS. Het advies is om vanuit deze kliniek toe te werken naar begeleid wonen. Aldaar kan de ambulante behandeling weer worden opgepakt door de forensische polikliniek waar verdachte nu ook wordt behandeld. Daarnaast is het van belang dat het gebruik van drugs en testosteron gestaakt blijft. De psychiater adviseert verder bij een voorwaardelijke straf als bijzondere voorwaarde een verplicht reclasseringstoezicht te stellen. Zo kan de reclassering toezicht houden op de huidige behandeling bij een forensische polikliniek.
Uit het rapport van de psycholoog blijkt ook dat sprake is van een ASS, en van een stoornis in het cannabisgebruik. Deze stoornissen hebben het gedrag van verdachte ten tijde van de tenlastegelegde feiten deels beïnvloed. Vanuit zijn ASS maakt verdachte inschattingsfouten waarbij hij niet kan overzien wat de gevolgen van zijn handelen zijn. Vanuit de ontwikkeling van verdachte is te begrijpen dat hij wantrouwend en angstig in de wereld staat. Hij is vooral op zichzelf gaan vertrouwen en mist de sociale afstemming met anderen. Hij houdt met een hardnekkige rigiditeit vast aan zijn eigen overtuigingen, waardoor hij koppig en eigenwijs over kan komen en zich niets wijs laat maken. Wanneer anderen hem pikeren of kwetsen heeft hij een sterke neiging het tegendeel te bewijzen. Zijn provocerende houding kan worden begrepen vanuit zijn defecte sociale inschattingsvermogen. Hij is vanuit zijn angstgevoeligheid geneigd tot verdediging van zichzelf, waarbij hij met een geagiteerde en provocerende afweer reageert. Het gebruik van middelen kan dit gedrag versterkten. Hierbij is de doorwerking van het middelengebruik in het gedrag ten tijde van de tenlastegelegde feiten moeilijk in te schatten omdat verdachte onvoldoende open was over zijn middelengebruik. De psycholoog adviseert verdachte het tenlastegelegde verminderd toe te rekenen.
De psycholoog schat het risico op recidive bij een onbehandelde terugkeer in de maatschappij in als hoog. Verdachte heeft zelf onvoldoende inzicht in zijn functioneren en gedrag. Zijn teruggetrokken bestaan zal zich voortzetten waarbij hij vanuit frustratie zijn toevlucht zal zoeken in het middelengebruik waardoor zijn problemen stand houden. Vereenzaming ligt op de loer, waarbij de aandachtbehoefte van verdachte in combinatie met zijn beperkte sociale capaciteiten ervoor zullen zorgen dat hij geneigd is te reageren met antisociale afweer, waardoor hij zich bedreigend op zal gaan stellen. Voorts kan het middelengebruik verdachte verder ontregelen, waardoor zijn reeds beperkte inschattingsvermogen en eigenaardige ideeën kunnen leiden tot provocatie, bedreigingen, maar mogelijk ook daadwerkelijk geweld, zeker als verdachte zich onheus bejegend voelt. Met name bij krenking kan verdachte vanuit zijn angstgevoeligheid reageren met agressieve afweer. Bij een continuering van de huidige hulpverlening wordt het risico op recidive ingeschat als matig, gezien het feit dat de behandelaren van verdachte inmiddels een redelijk beeld hebben en signalerend en interveniërend op kunnen treden als betrokkene afglijdt of ontregelt.
De psycholoog adviseert een behandeling in een eerste stadium uit te voeren in de vorm van een klinische opname in een FPK. Vanuit een langdurig abstinent toestandsbeeld zal dan een differentiaal diagnostisch onderzoek plaats moeten vinden, waarna de behandeling kan worden voortgezet in een ambulant kader. De psycholoog schat in dat de behandeling het meest effectief zal zijn als verdachte in een beschermde woonvorm voldoende begeleiding, toezicht en controle krijgt met een forensische ambulante behandeling. Verdachte zal hierbij een stok achter de deur nodig hebben, gezien het beperkte effect wat eerdere ambulante en vrijwillige kaders hebben opgeleverd. Een langdurig behandeltraject in een zeer stevig kader is geïndiceerd. Verdachte ervaart een hoge lijdensdruk en is intrinsiek gemotiveerd geholpen te worden.
Reclassering Nederland conformeert zich aan de adviezen van de psychiater en psycholoog. In het reclasseringsadvies van 4 maart 2019 staan bijzondere voorwaarden geformuleerd waarmee invulling wordt gegeven aan het geadviseerde behandeltraject. De reclasseringswerkers F.M. Embregts en F.P.T.M. Lommers hebben ter terechtzitting van 1 april 2019 het advies bevestigd. De officier van justitie heeft meegedeeld dat met veel moeite een plek voor verdachte is gevonden. Verdachte kan met ingang van 4 april 2019 opgenomen worden in FPK [naam FPK] .
De rechtbank neemt de adviezen van de psychiater en psycholoog over. De rechtbank zal het bewezen verklaarde feit in verminderde mate toerekenen aan verdachte. Uit de adviezen blijkt dat het heel belangrijk is dat verdachte wordt behandeld om zo het risico op recidive te verkleinen en verdachte te helpen. Een opname in een FPK is hierbij van groot belang. Verdachte heeft ter terechtzitting van 1 april 2019 verklaard graag mee te werken aan de geadviseerde behandelingen en een opname in FPK [naam FPK] . De rechtbank zal verdachte een deels voorwaardelijke gevangenisstraf opleggen met de geadviseerde bijzondere voorwaarden zodat uitvoering kan worden gegeven aan het geadviseerde behandeltraject en de opname in FPK [naam FPK] .
Om de opname in FPK [naam FPK] mogelijk te maken, zal de rechtbank bepalen dat de bijzondere voorwaarden dadelijk uitvoerbaar zijn. De rechtbank overweegt hierbij dat zij, gelet op de pro Justitia rapportages, van oordeel is dat er - indien verdachte onbehandeld blijft - ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte (wederom) een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
Verbeurdverklaring
De rechtbank zal, zoals de officier van justitie heeft geëist, de in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen, die zijn vermeld op de aangehechte beslaglijst en die aan verdachte toebehoren, verbeurd verklaren. De voorwerpen zijn daarvoor vatbaar, aangezien met betrekking tot die voorwerpen het bewezen geachte is begaan.
De raadsvrouw heeft zich voor wat betreft het beslag gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.