[eiser] vordert, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, samengevat -:
I. te verklaren voor recht dat [eiser] op grond van verjaring de strook in eigendom heeft verkregen, althans op grond van erfdienstbaarheid rechthebbende is geworden van de strook;
II. te verklaren voor recht dat rechtsvorderingen van [gedaagde] tot revindicatie van de strook, althans tot vergoeding van schade zijn verjaard;
III. [gedaagde] te veroordelen om binnen veertien dagen na dit vonnis tot het verlenen van toestemming en medewerking aan:
- de notariële levering (om niet) van de strook aan [eiser] , dan wel aan de notariële vestiging (om niet) van het recht van erfdienstbaarheid op de Strook;
- de inschrijving van het eigendom van de strook, dan wel de verkregen erfdienstbaarheid, op naam van [eiser] in de openbare registers;
Waarbij, indien toestemming/medewerking binnen veertien dagen na dit vonnis uitblijft, dit vonnis op de voet van artikel 3:300 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) in de plaats zal treden van de vereiste toestemming/medewerking van [gedaagde] ;
IV. [gedaagde] te veroordelen de strook op eigen kosten te ontruimen en in oude staat te herstellen, in dier voege dat:
- [gedaagde] dient te verwijderen en verwijderd dient te houden de door hem aangebrachte bebouwingen, daaronder begrepen de aanbouw, hekwerk en overige zaken op/aan de strook;
- [gedaagde] een gelijkwaardige (houten) erfafscheiding dient te plaatsen in het verlengde van de zijkant van de oorspronkelijke woning in een rechte lijn tot aan de sloot;
althans [gedaagde] tot zodanige (herstel)werkzaamheden te gelasten als de rechtbank geraden acht;
met verbeurte van een dwangsom van € 200,00 per dag met een maximum van € 25.000,00;
V. subsidiair, als het gevorderde onder IV wordt afgewezen, te verklaren voor recht dat [eiser] is gerechtigd tot schadevergoeding nader op te maken bij staat;
VI. [gedaagde] te veroordelen in de proceskosten met vermeerdering van de wettelijke rente.