Uitspraak
1.Het onderzoek ter terechtzitting
23 oktober 2019.
2.Tenlastelegging
3.Voorvragen
5.Bewezenverklaring
6.De strafbaarheid van het feit
7.De strafbaarheid van verdachte
8.Motivering van de straf
9.De vorderingen van de benadeelde partijen
€ 200,- aan immateriële schadevergoeding heeft gevorderd. Verzocht is het toegewezen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente.
€ 350,- acht de rechtbank billijk en zal worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd op 7 oktober 2018.
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
4 (vier) maanden.
[persoon 1], toe tot € 4.870,- (zegge vierduizend achthonderdzeventig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade, te weten 7 oktober 2018, tot aan de dag van de algehele voldoening. Voormeld bedrag bestaat uit materiële schade.
[persoon 2], toe tot € 350,- (zegge driehonderd vijftig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade, te weten 7 oktober 2018, tot aan de dag van de algehele voldoening. Voormeld bedrag bestaat uit immateriële schade.