Op 14 november 2019 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 4 oktober 2017 in Amsterdam een verkeersongeval heeft veroorzaakt. De verdachte bestuurde een auto onder invloed van cannabis en verleende geen voorrang aan een motorrijder, wat resulteerde in een aanrijding waarbij de motorrijder, [persoon 1], zwaar lichamelijk letsel opliep, waaronder een gebroken knie, neus en gehemelte. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend heeft gedragen door onder invloed van verdovende middelen te rijden en geen voorrang te verlenen aan de motorrijder. De rechtbank oordeelde dat de verdachte schuld had aan het ongeval in de zin van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 120 uren en een ontzegging van de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen voor de duur van 12 maanden. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de ernst van het letsel van het slachtoffer en de lange periode van herstel die hij heeft doorgemaakt.