ECLI:NL:RBAMS:2018:9843
Rechtbank Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid voor schade door steigeronderdelen na ongeval met kind
In deze zaak gaat het om een deelgeschil waarin de ouders van een kind, dat op 4 juli 2016 is gevallen over steigeronderdelen, de aansprakelijkheid van Painting Holland B.V. en haar verzekeraar Nationale Nederlanden Schadeverzekeringsmaatschappij N.V. aanvechten. Het kind raakte gewond en de ouders stelden Painting Holland aansprakelijk voor de schade die het kind had geleden. De rechtbank Amsterdam heeft op 18 oktober 2018 uitspraak gedaan in deze zaak.
De feiten van de zaak zijn als volgt: Painting Holland voerde in juli 2016 schilderwerkzaamheden uit in de buurt van de woning van het kind, waarbij steigers werden gebruikt. Op de dag van het ongeval bevonden zich steigeronderdelen op de openbare weg. Het kind struikelde over deze onderdelen en liep daarbij een gebroken arm op. De ouders stelden Painting Holland aansprakelijk, maar de verzekeraar weigerde de aansprakelijkheid te erkennen, omdat er onvoldoende informatie was over de toedracht van het ongeval.
De rechtbank oordeelde dat op basis van de beschikbare gegevens niet kon worden vastgesteld dat het kind ten val was gekomen door een gevaarlijke situatie die door Painting Holland was gecreëerd. De rechtbank concludeerde dat de ouders niet-ontvankelijk waren in hun verzoek, omdat er onvoldoende bewijs was dat de steigeronderdelen een gevaar vormden. De rechtbank weigerde ook de kosten van het deelgeschil te begroten, omdat het verzoek als onnodig en prematuur werd beschouwd. De beslissing werd openbaar uitgesproken door mr. J.W. Bockwinkel.