ECLI:NL:RBAMS:2018:9546

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
7 december 2018
Publicatiedatum
7 januari 2019
Zaaknummer
18/6016
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • R.C.J. Hamming
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslissing over inbeslagname van brommer in verband met rijden zonder rijbewijs

In deze beschikking van de Rechtbank Amsterdam, gedateerd 7 december 2018, wordt de klacht van klager behandeld over de inbeslagname van zijn brommer. Klager, geboren in 2000, had op 24 augustus 2018 zijn brommer met kenteken [nummer] in beslag laten nemen door de politie, omdat hij zonder rijbewijs reed. Klager diende op 6 september 2018 een klaagschrift in om zijn brommer terug te krijgen. Tijdens de zitting op 7 december 2018 werd klager gehoord, evenals de officier van justitie, die zich tegen de teruggave van de brommer uitsprak. De rechtbank benadrukt dat het onderzoek naar de klacht over inbeslagname niet te veel vooruit mag lopen op de strafzaak tegen klager. De rechtbank concludeert dat er een redelijk vermoeden bestaat dat klager zich schuldig heeft gemaakt aan het rijden zonder rijbewijs, wat de politie rechtvaardigde om de brommer in beslag te nemen. De rechtbank oordeelt dat het niet onwaarschijnlijk is dat de strafrechter de brommer zal verbeurd verklaren, gezien klagers eerdere veroordelingen en het feit dat hij opnieuw is aangehouden voor een soortgelijk feit. Daarom wordt het klaagschrift ongegrond verklaard en blijft de inbeslagname van de brommer in stand. Klager kan binnen veertien dagen beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
RK: 18/6016
Beschikking op de schriftelijke klacht (klaagschrift) die is ingediend op grond van artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van:

[klager] ,

geboren op [geboortedag] 2000 te [geboorteplaats] ,
wonende op het adres [adres] .
De rechtbank zal [klager] hierna klager noemen.
De politie heeft op 24 augustus 2018 de brommer van klager met kenteken [nummer] in beslag genomen. Klager wil zijn brommer terug. Hij heeft daarom op 6 september 2018 een klaagschrift ingediend.
De rechtbank heeft op 7 december 2018 klager en de officier van justitie gehoord.
Uit het dossier blijkt dat klager ervan verdacht wordt dat hij op 24 augustus 2018 zonder rijbewijs heeft brommergereden. Klager heeft geen rijbewijs. De politie heeft die dag op grond van artikel 94 Sv de brommer in beslag genomen. In artikel 94 Sv staat onder meer dat als een voorwerp kan worden verbeurd verklaard, dat voorwerp in beslag genomen kan worden. Met verbeurd verklaren wordt bedoeld dat voor straf iets definitief wordt afgepakt en je het dus kwijt bent. Als een strafbaar feit is gepleegd met een bepaald voorwerp dan kan dat voorwerp worden verbeurd verklaard.
Klager heeft kort samengevat gesteld dat hij op 24 augustus 2018 niet op zijn brommer heeft gereden en ook niet van plan was te gaan rijden. Hij wilde de brommer alleen afstellen.
De officier van justitie wil niet dat de brommer aan klager wordt teruggegeven. Zij heeft gezegd dat in de strafzaak tegen klager aan de rechter zal worden gevraagd de brommer verbeurd te verklaren.
Om te beginnen merkt de rechtbank op dat bij het onderzoek naar de klacht over inbeslagneming niet al te veel inhoudelijk op de strafzaak tegen klager mag en kan worden ingegaan. Het is niet de bedoeling dat al te zeer wordt vooruitgelopen op de beslissing die in de strafzaak moet worden genomen. Pas in de strafzaak zal worden ingegaan op het verweer van klager dat hij helemaal niet heeft gereden, maar dat hij alleen zijn brommer wilde afstellen en daarom gas gaf. De rechtbank is van oordeel dat op basis van wat de politie heeft beschreven er in elk geval een redelijk vermoeden is dat klager zich heeft schuldig gemaakt aan het rijden op een brommer zonder rijbewijs. De politie mocht de brommer dus in beslag nemen.
De rechtbank moet nu in de beslagzaak beoordelen of het nodig is dat de brommer in beslag blijft of, nog voordat de strafzaak begint, al moet worden teruggegeven.
De strafrechter die uiteindelijk over de strafzaak gaat, zal ook een beslissing moeten nemen over de brommer. Als het niet heel erg onwaarschijnlijk is dat die rechter de brommer zal worden verbeurd verklaard dan blijft de brommer in beslag. Als vrijwel zeker geen sprake zal zijn van verbeurdverklaring dan moet de brommer aan klager worden teruggegeven.
De rechtbank heeft gekeken naar de stukken die nu in het dossier zitten en gehoord wat er in raadkamer is gezegd. Zij is van oordeel dat het niet heel erg onwaarschijnlijk is dat de strafrechter die later in de strafzaak moet oordelen, de brommer zal verbeurd verklaren. Klager heeft geen rijbewijs. Hij wordt verdacht van het rijden op een brommer zonder rijbewijs op 24 augustus 2018. Uit zijn strafblad blijkt dat hij hiervoor twee keer een straf gehad heeft en in nog vier andere zaken ook wordt verdacht van het rijden op een brommer zonder rijbewijs. Wie niet horen wil, die moet het voelen, zal de politie hebben gedacht. Als in de strafzaak wordt vast gesteld dat klager ondanks dat hij telkens wordt aangehouden door de politie wegens het rijden op een brommer zonder rijbewijs, steeds weer op de brommer stapt dan bestaat de mogelijkheid dat voor straf zijn brommer wordt afgepakt. Daarover zal de strafrechter uiteindelijk beslissen.
De conclusie van de rechtbank is dat het nodig is dat de brommer in beslag genomen blijft en klager de strafzaak moet afwachten. Het klaagschrift wordt daarom ongegrond verklaard en dat betekent dat klager zijn bromfiets niet terugkrijgt.

De beslissing

De rechtbank verklaart het beklag ongegrond.

Deze beslissing is gegeven door
mr. R.C.J. Hamming, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. M. Cordia, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op 7 december 2018.
Tegen de beslissing van deze rechtbank staat voor klager beroep in cassatie bij de Hoge Raad open,
in te stellen bij de griffie van deze rechtbank,
binnen veertien (14) dagen na betekening van deze beschikking.