ECLI:NL:RBAMS:2018:9546
Rechtbank Amsterdam
- Beschikking
- R.C.J. Hamming
- Rechtspraak.nl
Beslissing over inbeslagname van brommer in verband met rijden zonder rijbewijs
In deze beschikking van de Rechtbank Amsterdam, gedateerd 7 december 2018, wordt de klacht van klager behandeld over de inbeslagname van zijn brommer. Klager, geboren in 2000, had op 24 augustus 2018 zijn brommer met kenteken [nummer] in beslag laten nemen door de politie, omdat hij zonder rijbewijs reed. Klager diende op 6 september 2018 een klaagschrift in om zijn brommer terug te krijgen. Tijdens de zitting op 7 december 2018 werd klager gehoord, evenals de officier van justitie, die zich tegen de teruggave van de brommer uitsprak. De rechtbank benadrukt dat het onderzoek naar de klacht over inbeslagname niet te veel vooruit mag lopen op de strafzaak tegen klager. De rechtbank concludeert dat er een redelijk vermoeden bestaat dat klager zich schuldig heeft gemaakt aan het rijden zonder rijbewijs, wat de politie rechtvaardigde om de brommer in beslag te nemen. De rechtbank oordeelt dat het niet onwaarschijnlijk is dat de strafrechter de brommer zal verbeurd verklaren, gezien klagers eerdere veroordelingen en het feit dat hij opnieuw is aangehouden voor een soortgelijk feit. Daarom wordt het klaagschrift ongegrond verklaard en blijft de inbeslagname van de brommer in stand. Klager kan binnen veertien dagen beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad.