ECLI:NL:RBAMS:2018:9357

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
21 december 2018
Publicatiedatum
21 december 2018
Zaaknummer
13/728020-17
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een man voor het voorbereiden van een liquidatie en diefstal van een BMW

Op 21 december 2018 heeft de Rechtbank Amsterdam een 23-jarige man veroordeeld tot zeven jaar gevangenisstraf voor het voorbereiden van een liquidatie. De zaak kwam aan het licht na een onderzoek, genaamd 13Yakima, waarin werd vermoed dat meerdere personen een liquidatie in de omgeving van een voetbalvereniging in Heemskerk voorbereidden. De verdachte en zijn medeverdachten werden in de periode van 13 september 2016 tot en met 6 oktober 2016 meerdere keren in de buurt van de voetbalvereniging gezien, waar zij de omgeving verkenden en mogelijk vluchtroutes in kaart brachten. Tijdens het onderzoek werden ook telefoongesprekken afgeluisterd, waarin de verdachte en zijn medeverdachten spraken over hun plannen en de aanwezigheid van een vuurwapen. De rechtbank oordeelde dat er voldoende bewijs was voor de voorbereiding van moord, medeplegen van diefstal van een BMW en opzetheling van deze auto. De verdachte werd vrijgesproken van enkele andere beschuldigingen, waaronder het voorhanden hebben van een vuurwapen, omdat niet kon worden vastgesteld dat hij dit wapen had aangeraakt of dat hij op de hoogte was van de aanwezigheid ervan. De rechtbank benadrukte de ernst van de zaak, gezien de recente golf van liquidaties in Amsterdam, en legde een lange gevangenisstraf op om een signaal af te geven aan de samenleving.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

VONNIS
Parketnummer: 13/728020-17
Datum uitspraak: 21 december 2018
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres [adres verdachte] ,
gedetineerd in het [naam detentiecentrum] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 30 november 2018. Het onderzoek is gesloten op 21 december 2018.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. M.C. van Kampen, en van wat verdachte en zijn raadsvrouw mr. E.M.C. van Nielen naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

Verdachte wordt – na wijziging van de tenlastelegging op de zitting van 30 november 2018 – beschuldigd van:
1. medeplegen van voorbereiding van moord, doodslag en/of brandstichting in de periode van 13 september 2016 tot en met 6 oktober 2016 in Amsterdam en/of Heemskerk, door opzettelijk diverse voorbereidingsmiddelen te verwerven en/of voorhanden te hebben, bestemd om dat misdrijf mee te plegen. Als dit niet kan worden bewezen, wordt hij beschuldigd van medeplichtigheid hieraan;
2. medeplegen van diefstal van een BMW toebehorende aan [naam 1] op 26 februari 2016 in Amsterdam. Als dit niet kan worden bewezen, wordt hij beschuldigd van medeplegen van opzetheling of schuldheling van deze BMW in de periode van 26 februari 2016 tot en met 24 september 2016;
3. medeplegen van diefstal van een of meer kentekenpla(a)t(en) toebehorende aan [naam 2] op 19 september 2016 in Zaandam. Als dit niet kan worden bewezen, wordt hij beschuldigd van medeplegen van (opzet)heling van deze kentekenpla(a)t(en) in de periode van 19 september 2016 tot en met 24 september 2016.
De volledige tekst van de tenlastelegging is opgenomen in een bijlage bij dit vonnis.

3.Geldigheid van de dagvaarding

3.1
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft verzocht de dagvaarding op twee punten nietig te verklaren.
Ten eerste gaat het om de tenlastegelegde voorbereidingshandelingen van doodslag. Het plegen van voorbereidingshandelingen voor doodslag is in het algemeen moeilijk voorstelbaar, omdat bij voorbereidingshandelingen altijd sprake zal zijn van voorbedachten rade. De tenlastelegging bevat daarom een innerlijke tegenstrijdigheid.
Ten tweede heeft het Openbaar Ministerie de enkelvoudige voorbereiding van een misdrijf ten laste gelegd, terwijl het gebruik van de woorden ‘en/of’ in de tenlastelegging suggereert dat die voorbereiding op meerdere hoofdfeiten ziet, namelijk op moord/doodslag en opzettelijke brandstichting. Dit is niet mogelijk, gelet op de bewoordingen van artikel 46 van het Wetboek van Strafrecht.
3.2
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank verwerpt beide nietigheidsverweren.
Het treffen van voorbereidingshandelingen voor doodslag is inderdaad moeilijk voorstelbaar. Het is echter wel voorstelbaar dat iemand voorbereidingen treft voor het plegen van een strafbaar feit (bijvoorbeeld het teweegbrengen van een ontploffing) en daarbij bewust de aanmerkelijke kans aanvaardt dat daarbij iemand om het leven komt, zonder dat zijn opzet rechtstreeks op dat overlijden gericht is. Het ten laste leggen van voorbereidingshandelingen van doodslag levert dus geen innerlijke tegenstrijdigheid van die tenlastelegging op.
Over het ‘en/of’ in de tenlastelegging:
In een op artikel 46 van het Wetboek van Strafrecht toegesneden tenlastelegging moet duidelijk tot uitdrukking worden gebracht op welk hoofdfeit de voorbereidingshandelingen zijn gericht. Als het Openbaar Ministerie de voorbereiding van meerdere hoofdfeiten ten laste wil leggen, moet uit de tenlastelegging duidelijk blijken dat het om evenzovele voorbereidingen gaat. Het is goed denkbaar dat in de praktijk ten tijde van het opstellen van de tenlastelegging onzeker is op welk hoofdfeit de voorbereiding betrekking had. Dat geldt ook voor de vraag of er sprake was van voorbereiding van een hoofdfeit, dan wel meerdere voorbereidingen van verschillende hoofdfeiten. Dit kan worden opgelost door het opstellen van een cumulatieve/alternatieve tenlastelegging. Daar is in dit geval sprake van. De twee hoofdfeiten, te weten moord/doodslag en opzettelijke brandstichting, en de voorbereidingsmiddelen zijn in de tenlastelegging in voldoende mate uitgesplitst, waardoor deze duidelijk te onderscheiden zijn. De rechtbank ziet daarom geen reden de dagvaarding op dit punt nietig te verklaren.

4.Waardering van het bewijs

4.1
Inleiding
Het onderzoek 13Yakima is opgestart omdat het vermoeden was ontstaan dat meerdere personen voornemens waren een liquidatie te plegen in de omgeving van voetbalvereniging [naam voetbalvereniging] . In dit onderzoek spelen naast verdachte ook medeverdachten [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] een rol. In het onderzoek komen daarnaast verschillende auto’s naar voren, namelijk een Opel Corsa met kenteken [kenteken] (hierna: Opel), een Toyota Aygo met kenteken [kenteken] (hierna: Toyota), een Mercedes met kenteken [kenteken] (hierna: Mercedes), een Suzuki Baleno met kenteken [kenteken] (hierna: Suzuki) en een BMW 550i (hierna: BMW). De politie heeft in het onderzoek onder andere telefoons getapt, opnameapparatuur (zogenaamde OVC’s) in auto’s geplaatst en (camera)observaties verricht.
4.2
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft bewezenverklaring van voorbereiding van moord in vereniging (feit 1) gevorderd. Op basis van alle feiten en omstandigheden is, zo luidt het standpunt van de officier, vast komen te staan dat verdachte en de medeverdachten zich in de periode van 13 september 2016 tot en met 6 oktober 2016, ter uitvoering van een gezamenlijk plan, meermalen en in wisselende samenstelling op en in de omgeving van het parkeerterrein van [naam voetbalvereniging] hebben begeven. Uit de gereden routes en de inhoud van de OVC-gesprekken kan worden afgeleid dat zij de omgeving aan het verkennen waren en op zoek waren naar mogelijke vluchtroutes. De OVC-gesprekken kunnen bovendien niet anders worden geïnterpreteerd dan dat zij daar aan het wachten waren op een persoon die nauw betrokken is bij [naam voetbalvereniging] en dat het de bedoeling was dat deze persoon zou worden geliquideerd. De deelnemingshandelingen van verdachte kunnen worden gekwalificeerd als medeplegen. Verdachte en de medeverdachten hebben het aangetroffen vuurwapen en de munitie, de BMW met vals kenteken en flessen gevuld met benzine, de vier auto’s en de lagen zwarte kleding die [medeverdachte 3] ten tijde van zijn aanhouding droeg, ter voorbereiding van de liquidatie voorhanden gehad.
Gelet op de inhoud van de OVC-gesprekken en de bakengegevens, in onderling verband en samenhang bezien met de overige feiten en omstandigheden, is er ook voldoende bewijs voor opzetheling in vereniging van de BMW (feit 2 subsidiair) en het medeplegen van diefstal van de kentekenplaat (feit 3 primair).
4.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte moet worden vrijgesproken van feit 1. Hoewel verdachte en de medeverdachten bezig waren met criminele plannen kan niet worden vastgesteld wat het misdadige plan is geweest. In geen enkel OVC-gesprek wordt ondubbelzinnig gesproken over een plan om iemand te vermoorden. Naast de OVC-gesprekken zijn er geen andere bewijsmiddelen die voldoende steunbewijs bevatten. De voorwerpen die verdachte en de medeverdachten voorhanden hadden passen ook in een scenario waarin een ander ingrijpend delict is voorbereid.
De BMW, de kentekenplaat en de flessen benzine zijn geen voorbereidingsmiddelen, omdat deze hooguit bestemd waren voor de vlucht en niet voor de uitvoering van een liquidatie of een ander strafbaar feit. Als de rechtbank daar anders over denkt, kan in elk geval niet worden bewezen dat verdachte de voorwerpen heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad, of dat hij daarvan wetenschap had.
Uit het dossier blijkt verder niet van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en de medeverdachten. Bovendien blijkt niet dat verdachte een aantoonbare rol heeft gespeeld bij de voorbereidingshandelingen. Ook van medeplichtigheid is geen sprake, omdat verdachte geen opzet heeft gehad op het grondfeit.
Verdachte moet ook worden vrijgesproken van de feiten 2 en 3. Er is onvoldoende bewijs dat verdachte bij de diefstal dan wel heling van de BMW en kentekenplaat betrokken is geweest. De persoon die te horen is in het OVC-gesprek van 19 september 2016 in de Opel is, in tegenstelling tot wat de verbalisanten in het proces-verbaal hebben opgenomen, niet verdachte. De betreffende gespreksfragmenten zijn ook niet geschikt voor een stemherkenning.
4.4
Het oordeel van de rechtbank
Verdachte wordt veroordeeld voor het voorbereiden van een poging tot liquidatie, de opzetheling van de BMW en de diefstal van een kentekenplaat. Van (het voorhanden hebben van) een aantal voorbereidingsmiddelen wordt hij vrijgesproken. De rechtbank legt hieronder uit hoe zij tot dat oordeel is gekomen.
4.4.1
Feiten en omstandigheden
De rechtbank stelt op grond van de in de voetnoten genoemde bewijsmiddelen de volgende feiten en omstandigheden vast. [1] Het gaat voor een groot deel om OVC-gesprekken waarop de stem van verdachte is herkend. [2]
Op 13 september 2016rijden verdachte en [medeverdachte 2] in de Opel heen en weer in de directe omgeving van [naam voetbalvereniging] in Hilversum. Zij spreken over de weg die zij moeten gaan en welke mogelijkheden ze hebben.
Op 15 september 2016blijkt uit de geplaatste (OVC-)apparatuur in de Opel dat verdachte en [medeverdachte 3] op de parkeerplaats van [naam voetbalvereniging] staan. Zij fluisteren over de omgeving en over bomen die het zicht blokkeren. Even later spreken ze over dat ‘de waggie nog hier is’, dat ‘deze type altijd als laatste traint’ en dat ‘de trainer het zelf ook gezellig vindt’.
Op 19 september 2016staat de Opel stil op [locatie] in Zaandam. In de auto zitten verdachte, [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] . Er wordt gesproken over een vuurwapen. Eén van de inzittenden zegt dat hij “achter” heeft genomen. De auto rijdt daarna naar Heemskerk en staat enige tijd stil op een parkeerplaats gelegen aan [locatie] . Dit is de parkeerplaats waar een wijkagent de gestolen BMW heeft gezien [3] . De auto rijdt vervolgens heen en weer in de omgeving van [naam voetbalvereniging] . [4]
Op 20 september 2016is door een observatieteam gezien dat [medeverdachte 1] met zijn Mercedes een man – die later [medeverdachte 3] blijkt te zijn [5] – ophaalt. Uit de waarnemingen van het observatieteam, de enkelbandgegevens van [medeverdachte 1] en de geplaatste OVC- en plaatsbepalingsapparatuur in de Mercedes blijkt dat de Mercedes om 18:28 uur stilstaat op de [locatie] in Heemskerk ter hoogte van perceelnummer [perceelnummer] . [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] lopen vervolgens door de wijk. Omstreeks 18:35 uur lopen zij op de [locatie] in Heemskerk ter hoogte van [naam voetbalvereniging] en stappen als passagiers in de Toyota, waarna de Toyota wegrijdt. Op enig moment keert de Toyota weer terug naar het parkeerterrein van [naam voetbalvereniging] . [medeverdachte 1] loopt richting het clubgebouw van [naam voetbalvereniging] en loopt vervolgens weer naar de parkeerplaats. [medeverdachte 1] wordt daarna door de Toyota weer bij zijn Mercedes op de [locatie] afgezet. [6]
Op 24 september 2016wordt op de [locatie] ter hoogte van perceel [perceelnummer] in Heemskerk een BMW aangetroffen. De achterzijde is voorzien van een scheef geplakte kentekenplaat met nummer [kenteken] . Uit onderzoek blijkt dat dit kenteken toebehoort aan een Volkswagen op naam van [naam 2] . [naam 2] geeft aan dat de kentekenplaat is gestolen of dat hij deze is verloren. [7] De BMW blijkt tussen 26 februari 2016 en 29 februari 2016 te zijn gestolen. Het originele kenteken van de BMW is [kenteken] . [8] De BMW is eerder door een wijkagent gezien op het parkeerterrein van zorginstelling [naam zorginstelling] , zonder kentekenplaat aan de voorkant. Dit parkeerterrein is gelegen op 200 meter afstand van de [locatie] . [9] De BMW is op 24 september 2016 door de politie in beslag genomen en voor onderzoek overgebracht naar het politiebureau. [10] In de kofferbak van de BMW zijn drie volle flessen aangetroffen. [11] Uit onderzoek is gebleken dat in deze flessen motorbenzine zit. [12]
Op 26 september 2016voert [vriendin medeverdachte] , de vriendin van [medeverdachte 1] , een telefoongesprek waaruit blijkt dat [medeverdachte 1] zijn enkelband eraf heeft gehaald om “zijn shit te gaan doen”. Om 18:03 uur verlaat [medeverdachte 2] zijn woning. Uit de OVC- en plaatsbepalingsapparatuur in de Suzuki die in gebruik is bij [medeverdachte 2] blijkt dat de Suzuki zich tussen 19:30 uur en 20:27 uur in de directe omgeving van [naam voetbalvereniging] bevindt. De Suzuki rijdt over de parkeerplaats van [naam voetbalvereniging] en verplaatst zich kleine stukjes op de parkeerplaats van zorginstelling [naam zorginstelling] . Om 20:27 uur wordt in de Suzuki een gesprek gevoerd tussen [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] , waarin het volgende wordt besproken:
[medeverdachte 1] : Platen raken ze kwijt. Die waggie is opeens weg. Kunnen ze niks aan doen. Je weet toch? Maar ik moet de hele tijd zeggen, kom we gaan die waggie verplaatsen, ik moet mensen regelen, je weet toch, ik moet regelen. (…) Ik zeg tegen ze: Bro. Waarom kunnen jullie niets zelf regelen? Ik moet alles voor jullie doen! Alles broer! Waggie is weg. Nieuwe waggie. Nieuwe waggie is weg. Ze regelen geen andere waggie. Ze doen ook niet hun best niet jongen. Ze doen ook niet even hun best om te kijken hoe of wat. Of ze misschien iets kunnen regelen, of dat ze van iemand een waggie kunnen lenen om toch voor een overstap. Niets broer! Niets doen die mannen! Niets! Uitslapen. Reageren laat! Ik zeg tegen ze broer kanker op! Opkankeren! Ik zou het sowieso zelf doen maar ik zou met mijn neefje gaan bijvoorbeeld. Die overstapauto. Je weet toch? Zou ik hem een paar doezoe geven. Je weet toch? Hij is binnenkort jarig. Ik denk van weet je. Ik gun ze. Maar kanker op man broer! Als het zo moet gaan? Dikke lul man!
[medeverdachte 2] : Even binnen kijken. Laat ze nu gewoon binnen klaar staan.
[medeverdachte 1] : Daar in de bosjes staan, bij die vrachtwagen.
[medeverdachte 2] : Kan je wegrijden ook.
[medeverdachte 1] : Ja daarom. (…) Wat heeft dit voor zin? Ik doe alles. Ik rij. Ik schiet, ik doe alles.
Rond 20:38 uur vertrekt de Suzuki weer uit Heemskerk en rijdt richting Amsterdam. De telefoon van [medeverdachte 1] maakt op dat moment gebruik van een cell-ID in de omgeving van de locatie van de Suzuki. [13]
Op 27 september 2016komt de Suzuki om 20:00 uur aan in Heemskerk. De Suzuki houdt zich voornamelijk op de [locatie] op, naast de [locatie] . Om 21:04 uur vertrekt de Suzuki uit Heemskerk. Vanaf 22:05 uur rijdt de Suzuki opnieuw richting Heemskerk, staat stil op het parkeerterrein van [naam voetbalvereniging] en rijdt heen en weer langs [naam voetbalvereniging] . Omstreeks 22:40 uur vertrekt de Suzuki weer uit Heemskerk en rijdt naar de woning van [medeverdachte 2] . De telefoon van [medeverdachte 2] volgt de bewegingen van de Suzuki. [medeverdachte 2] komt omstreeks 22:56 uur terug bij zijn woning. [14]
Op 29 september 2016om 17:32 uur verlaat [medeverdachte 2] zijn woning en stapt in de Suzuki. De Suzuki rijdt richting Amsterdam, waar [medeverdachte 2] langs een benzinestation rijdt. De telefoon van [medeverdachte 2] beweegt met de Suzuki mee. Rond 18:38 uur stopt de Suzuki direct achter het woonadres van verdachte en staat daar tien minuten stil. De Suzuki rijdt vervolgens naar Heemskerk en komt daar om 19:23 uur aan. De Suzuki staat stil op het parkeerterrein van [naam zorginstelling] , tegenover [naam voetbalvereniging] , en rijdt een rondje door de buurt. Uit het OVC-gesprek blijkt dat verdachte en [medeverdachte 2] vanaf 19:26 uur onder meer het volgende met elkaar bespreken (‘ntv’ betekent niet te verstaan):
19:56 uur:
(…)
[verdachte] : Training begint nu pas
[medeverdachte 2] : Ja?! …Even warm worden..ntv..snel afgelopen zijn.
[verdachte] : ntv goeie plek?
20:00 uur:
(…)
[medeverdachte 2] : Jongen als ntv zijn we loesoe van hier zijn, dan zijn we loesoe. Deze auto.. Wie gaat deze auto..?
[verdachte] : Ntv snelweg.
[medeverdachte 2] : Maak je niet druk.
[medeverdachte 2] : Daar gaan. (gaat fluisteren). Als ntv. Lopen. Pam..
(…)
20:01 uur
[medeverdachte 2] : Snelste weg.
[medeverdachte 2] : Ik zou zo gaan…Ntv zo komen…
(…)
20:06 uur: fluisteren..
[verdachte] : Moet ik hem op die ntv plaatsen?
[medeverdachte 2] : Het is wat jij wilt broer..Ntv is voor jou…
[medeverdachte 2] : Als je gaat plaatsen…Plaats via achter he? Begrijp je? Kijk…via achter.. Rennen..
[medeverdachte 2] : Niet meteen zo op hem.
23:49 uur:
(…)
[verdachte] : Wat doet die man daar zo lang? Ik snap het niet.
(…)
[verdachte] : Vanaf hier staan is te lang? Of niet?
[medeverdachte 2] : Tenzij je hem kan zien weet je.
[verdachte] : Ik zie wel die auto.
[medeverdachte 2] : Ja die auto staat er
[verdachte] : (…) Je weet niet vanaf waar hij hem gaat klikken.
(..)
[verdachte] : Jij zit in die auto. Ik ben helemaal kletsnat broer.
23:50 uur:
[verdachte] : Hier zeiken is moe he?
(…)
[verdachte] : DNA en zo toch?
[medeverdachte 2] : Het is wat je wilt. Het regent weet je.
(…)
[verdachte] : Hoe gaan we het nu doen? Ik kan niet meer in die bos daar. Ik kan ook vanaf hier kijken. Maar als hij.. Misschien hij klikt. Misschien klikt hij van dichtbij.
[medeverdachte 2] : Dan moet je daar zijn. Daar in die bosjes. Die bosjes aan de andere kant.
[verdachte] : Nee die is te lang.
(…)
23:51 uur:
[verdachte] : Kanker koud. Wat gaan we doen?
[medeverdachte 2] : Wat we gaan doen? Je zit klaar hoor broer!
[verdachte] : Ja tuurlijk. Maar hoe dan?
[medeverdachte 2] : Hoe? Gewoon hetzelfde. Je weet toch? Plan gaat nog door toch?
[verdachte] : Weer in die bos daar?
[medeverdachte 2] : Je weet.. Je moet improviseren broer… Je moet gaan kijken hoe of wat! Begrijp je?
23:52 uur:
(…)
[medeverdachte 2] : Die vrouw die kwam roken. Ze kwam helemaal naast mij broer! (…) Ik dacht van: “Tering man! Laat die shit nu niet gebeuren man!” Begrijp je? … Ha ha ha… Precies naast mij broer.
[verdachte] : Maar wat deed ze?
[medeverdachte 2] : Niets. Ze heeft niets gezien. Ze was aan de telefoon. (…)
[verdachte] : Ze heeft jou niet gezien?
[medeverdachte 2] : Nee.
00:29 uur:
[medeverdachte 2] : Wat is er aan de hand?
[verdachte] : Ik heb ntv gemist man.
(…)
[medeverdachte 2] : Hoe bedoel je gemist?
[verdachte] : Ik wou naar dat bos lopen…ntv man ntv.. Hij loopt naar zijn auto. Ik loop een rondje… Die loopt weer. Die rijdt weer…Ik kom terug lopen…Ik heb hem gemist…
(…)
[verdachte] : Ik loop terug, maar hij is weg
[medeverdachte 2] : Nee man…Nee man…Shit…Nee man.
(…)
00:54 uur:
[verdachte] : Wat zal deze man zeggen?
[medeverdachte 2] : Ja wat gaat hij zeggen? Hij gaat niets zeggen. Ntv de waarheid.
[verdachte] : Maar we hebben hem wel gemist.
01:02 uur:
(…)
[verdachte] : Wat moet ik hem zeggen?! Jij moet je niet druk maken
[medeverdachte 2] : Ntv niet druk? Ik ben met jou! Dus wij zijn samen
[verdachte] : Maar hij stelt. Ik ben de doener! Snap je? (…) Jij moet alleen zitten.
[medeverdachte 2] : Als jij gaat zeggen: “Ik ben hem misgelopen…Hij gaat kanker para op jou worden! (…)
Ik weet niet wat je hem kan zeggen dat het goed maakt.
[verdachte] : (…) Niks maakt het goed. Maar iets dat kan compenseren.
[medeverdachte 2] : Niks! Zo laat niks! Als het eerder was. Rond 21:00 uur of 22:00 uur.. Of 20:00 uur.. Dan kon je nog. Begrijp je? Maar niet fucking 01:00 uur gab. Wat wil je nu gaan vertellen? Dat je niet bent gegaan?
(…)
01:32 uur: Het lijkt erop dat [medeverdachte 2] gebeld wordt.
(…)
[medeverdachte 2] : Die man ehhh…is voor niets in die feest gaan staan. (…) Die man gaat in die feest staan voor drie uurtjes a vier uurtjes lang. Begrijp je?
N: Ja
[medeverdachte 2] : In die feest. Vanaf ehm 7, 7 uur waren we in die feest tot 12. Ehh tot half 1! Begrijp je? (…) De jarige job was tot half 1. Die jarige job is niet gefeliciteerd man!
Op 3 oktober 2016verlaat [medeverdachte 2] om 16:39 uur zijn woning. De Suzuki vertrekt om 16:53 uur vanuit Haarlem en staat om 17:48 uur op de [locatie] in Amsterdam, een straat tegenover de straat waar [medeverdachte 3] woont. Om 17:50 uur maakt de telefoon van [medeverdachte 2] gebruik dezelfde cell-ID als waarvan de telefoon van [medeverdachte 3] om 17:56 uur gebruik maakt. Uit het OVC-gesprek in de Suzuki blijkt dat [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] vanaf 18:24 uur het volgende met elkaar bespreken:
18:24:40 uur:
[medeverdachte 2] : Voor mij maakt het niet uit. Begrijp je. Ntv. Bij je taak houden. (…) Niet meer praten over switchen, begrijp je.
(…)
18:29 uur:
[medeverdachte 2] : Je moet bewijzen.
[medeverdachte 3] : Daarom, vandaag gaan we het bewijzen toch?
Rond 18:55 uur rijdt de Suzuki Heemskerk binnen. Gedurende anderhalf uur bevindt de Suzuki zich op de parkeerplaats van [naam voetbalvereniging] . In het OVC-gesprek is te horen dat [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] onder meer het volgende met elkaar bespreken:
[medeverdachte 3] : Waar wordt overgestapt?
(…)
[medeverdachte 2] : Maar ik ken alleen deze weg.
[medeverdachte 2] : Ja maakt niet uit. Gewoon weg zijn. Zelfde toch?
[medeverdachte 3] : Hier moet je lang door ntv zo. Lang en dan lopen.
(…)
[medeverdachte 3] : Dat was het plan toch? Toen we die dinges hadden, ntv. Daarom. Afgebroken toch.
[medeverdachte 3] : Hoe zou jij gaan? …ntv improviseren?
(…)
[medeverdachte 3] : Gewoon….ntv en dan gelijk “boem”.
19:02:11 uur:
[medeverdachte 3] : Maar de voorkant is snelst om naar snelweg komt
(…)
[medeverdachte 2] : naar buiten. Ntv. Onopvallend..ntv..en dan.. Dat je op de weg als een gek gaat rijden of zo.
[medeverdachte 2] : Dat je hem echt vanaf die parkeerplek…ntv..die auto gaat rijden, begrijp je.
[medeverdachte 2] : (…) Liever voor de deur na de training.
[medeverdachte 3] : Later is niets toch?
[medeverdachte 2] : Later ntv die man is ook ntv..ntv..Eén ding is pas ehm kwart over 10 klaar. Ntv. Training/of/2, 3 keer …De dagen daarvoor. Ntv. Kijken kijken kijken. Ttv. Zag ik hem ntv. Dit terrein ntv. En die auto..je weet toch?
[medeverdachte 3] : Gewoon afwachten
(…)
[medeverdachte 3] : Hij gaat niet meer vandaag komen
[medeverdachte 2] : Ik heb geen zin om elke keer te komen. Ik ben ntv…8 keer of zo.
(…)
[medeverdachte 2] : Als hij nu zou komen. Zou lekker zijn!
[medeverdachte 3] : Ik hoop het. Anders kunnen we morgen weer.
(…)
[medeverdachte 2] : Hij kan nu anytime komen. Nu gaat de eerste training. Als hij vandaag komt. Dan ehh…
[medeverdachte 2] : Als hij vandaag komt. Afgelopen keer was hij er niet.
[medeverdachte 3] : Heel de week niet of alleen die dag?
[medeverdachte 2] : Hij was er maandag niet, woensdag niet. Wel op donderdag.
(…)
[medeverdachte 3] : Ntv parkeert altijd op dezelfde plek hoor. Deze man parkeert altijd daar!
[medeverdachte 2] : Ja?
[medeverdachte 3] : …ntv…is een oude man
[medeverdachte 2] : is zijn plekkie toch?
De telefoon van [medeverdachte 2] maakt om 20:23 uur gebruik van een cell-ID in de directe omgeving van [naam voetbalvereniging] . Rond 20:27 uur vertrekt de Suzuki uit Heemskerk. De telefoon van [medeverdachte 3] maakt om 20:30 uur gebruik van een cell-ID in de directe omgeving van waar de Suzuki op dat moment rijdt. [15]
Op 6 oktober 2016worden [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] omstreeks 18:40 uur op het parkeerterrein van [naam voetbalvereniging] aangehouden in de Suzuki. [16] In de Suzuki wordt op de vloer achter de bestuurdersstoel – in een sok – een vuurwapen aangetroffen. [17] Uit onderzoek blijkt dat het gaat om een vuurwapen van het merk Smith & Wesson, kaliber 9×19 mm. Het vuurwapen was half geladen (de rechtbank begrijpt geladen, maar niet doorgeladen) en voorzien van veertien ‘hollow point’ patronen. Dit zijn patronen die bestemd zijn voor een grotere energieoverdracht op het doelwit waardoor een groter stoppende en/of vernietigende werking zal optreden. [18]
Op 4 november 2016worden verdachte en [medeverdachte 1] in een ander onderzoek, 13Kale, aangehouden. Kort voor de aanhouding is gezien dat zij gebruik maakten van de Toyota. [19] Deze auto is op 4 november 2016 in beslag genomen. Bij de doorzoeking van de Toyota wordt een BMW-autosleutel aangetroffen. [20] Het blijkt mogelijk om met deze sleutel de motor van de op 24 september 2016 inbeslaggenomen BMW te starten. [21]
4.4.2
Medeplegen van het voorbereiden van een liquidatie
Het kader
Voor een bewezenverklaring van het plegen van voorbereidingshandelingen als bedoeld in artikel 46 van het Wetboek van Strafrecht is vereist dat verdachte en de medeverdachten een misdrijf hebben voorbereid waar een gevangenisstraf van acht jaar of meer op staat (1), dat ze voorbereidingsmiddelen voorhanden hebben gehad (2) en dat die voorwerpen bedoeld waren om dat misdrijf mee te begaan (3).
De criminele intentie (1)
Verdachte en de medeverdachten hebben zich in de periode van 13 september 2016 tot en met 6 oktober 2016 meermalen en in wisselende samenstelling op en in de omgeving van het parkeerterrein van [naam voetbalvereniging] begeven. Uit de gereden routes en uit de inhoud van de OVC-gesprekken kan worden afgeleid dat zij daarbij de omgeving aan het verkennen waren en op zoek waren naar mogelijke vluchtroutes.
Uit de opgenomen OVC-gesprekken blijkt dat zij op het parkeerterrein van [naam voetbalvereniging] een specifiek persoon aan het observeren waren en op deze persoon aan het wachten waren. Als ze deze persoon op 29 september 2016 hebben ‘gemist’, wordt dit telefonisch teruggekoppeld in bedekte bewoordingen (‘de hele avond op het feest geweest, de jarige job was er, hij vertrok rond half 1 ’s nachts en we hebben hem niet kunnen feliciteren’).
In de OVC-gesprekken wordt daarnaast gesproken over een vuurwapen, dat ze in de bosjes moeten gaan staan, dat ze niet gezien mogen worden en dat ze geen DNA mogen achterlaten. Het OVC-gesprek tussen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] op 26 september 2016 is met name van belang, waarin [medeverdachte 1] zijn frustraties uit en zegt: ‘Ik doe alles. Ik rij. Ik schiet, ik doe alles’. Uit het voorgaande stelt de rechtbank vast dat verdachte en zijn medeverdachten het gezamenlijke plan hadden om deze persoon te liquideren. Op moord staat een gevangenisstraf van meer dan acht jaar. Aan het eerste vereiste is dus voldaan.
De rechtbank acht niet bewezen dat het plan van verdachte en de medeverdachten ook brandstichting omvatte. Verdachte wordt daarvan vrijgesproken.
Het voorhanden hebben van de aangetroffen voorwerpen (2)
De volgende vraag is of verdachte en de medeverdachten de in de tenlastelegging opgenomen voorwerpen voorhanden hebben gehad. Het gaat dan om een vuurwapen en patroonmagazijn, de BMW met vals kenteken en flessen gevuld met benzine, de Toyota, de Opel, de Mercedes, de Suzuki en de lagen zwarte kleding die [medeverdachte 3] bij zijn aanhouding droeg.
Toen [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] op 6 oktober 2016 op het parkeerterrein van [naam voetbalvereniging] werden aangehouden, werd in de Suzuki waarin zij reden een vuurwapen met patroonmagazijn aangetroffen. Uit het dossier is niet gebleken dat verdachte op deze dag in de Suzuki heeft gezeten of in Heemskerk is geweest. Bovendien is er in de dagen daarvoor niet gebleken van enig contact tussen verdachte en [medeverdachte 2] dan wel [medeverdachte 3] . De rechtbank is daarom van oordeel dat niet bewezen kan worden dat verdachte dit specifieke wapen in de Suzuki (ook niet samen met anderen) voorhanden heeft gehad. Het dossier bevat geen gegevens die verdachte rechtstreeks verbinden aan het tenlastegelegde wapen, in de zin dat hij zich bewust was van de aanwezigheid van het wapen en daarover kon beschikken. Dit maakt dat hij van dit onderdeel zal worden vrijgesproken.
Op één van de patronen in het patroonmagazijn is een DNA-spoor van verdachte aangetroffen. Dit impliceert in beginsel dat verdachte dit patroon op enig moment heeft aangeraakt. Het geeft echter geen duidelijkheid over wanneer verdachte dit patroon heeft aangeraakt of voorhanden zou hebben gehad en of dat op een bepaald moment in de tenlastegelegde periode is geweest. Hij zal daarom ook hiervan worden vrijgesproken.
Gelet op hetgeen hierna onder 4.4.2 wordt overwogen ten aanzien van de betrokkenheid van verdachte bij de diefstal van de kentekenplaat en de heling van de BMW, acht de rechtbank bewezen dat verdachte de BMW voorhanden heeft gehad.
Uit het dossier blijkt dat verdachte in de Suzuki en in de Opel heeft gezeten. Ten aanzien van deze auto’s kan daarom worden vastgesteld dat verdachte ze voorhanden heeft gehad. Van de Toyota zal verdachte worden vrijgesproken, nu niet kan worden vastgesteld dat verdachte, met uitzondering van de dag van zijn aanhouding, enige betrokkenheid bij deze auto heeft gehad. De dag van zijn aanhouding valt echter buiten de te bewijzen periode waarbinnen de voorbereidingshandelingen zijn gepleegd. Ook ten aanzien van de Mercedes geldt dat een betrokkenheid van verdachte bij deze auto niet kan worden vastgesteld.
Ten aanzien van de meerdere lagen kleding die [medeverdachte 3] bij zijn aanhouding droeg, is op basis van het dossier niet vast te stellen dat verdachte die kleding voorhanden heeft gehad. Ook niet in de vorm van medeplegen, omdat op basis van de onderzoeksbevindingen niet is vast te stellen dat verdachte ook maar wetenschap van die kleding had. Verdachte zal daarom ook van dit onderdeel van de tenlastelegging worden vrijgesproken.
Bestemd tot het begaan van het misdrijf (3)
De rechtbank dient vervolgens de vraag te beantwoorden of de voorwerpen die verdachte voorhanden heeft gehad, te weten de BMW met gestolen kentekenplaat en flessen benzine, en de Opel en Suzuki, bestemd zijn geweest tot het begaan van moord.
De rechtbank is van oordeel dat voldoende is komen vast te staan dat de op 24 september 2016 op de [locatie] aangetroffen en inbeslaggenomen BMW met vals kenteken en flessen met benzine, in het kader van de voorbereiding van de liquidatieplannen van verdachte en de medeverdachten in de directe omgeving van [naam voetbalvereniging] is neergezet. Uit het dossier blijkt dat [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] op 20 september 2016 in de [locatie] zijn geweest. Bovendien blijkt uit het OVC-gesprek van 26 september 2016, twee dagen nadat de BMW in beslag is genomen, dat [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] met elkaar bespreken dat ‘die waggie weg is’. In dit gesprek spreekt [medeverdachte 1] over een “overstapauto”. Daarnaast is een autosleutel waarmee de BMW kan worden gestart aangetroffen in de Toyota waar verdachte en [medeverdachte 1] voorafgaand aan hun aanhouding in reden. De rechtbank gaat ervan uit dat de BMW moest dienen als vluchtauto. Zij heeft daarbij betrokken dat het een feit van algemene bekendheid is dat bij liquidaties vaak gebruik wordt gemaakt van een snelle, gestolen vluchtauto met valse kentekenplaten, die na de vlucht in brand wordt gestoken. De BMW, voorzien van een gestolen kentekenplaat en in de kofferbak flessen met benzine, was daartoe geschikt. De flessen met benzine zijn geschikt om de BMW na de vlucht in brand te steken, om zodoende sporen te wissen.
De Opel en Suzuki zijn gebruikt voor voorverkenningen bij [naam voetbalvereniging] en werden dus gebruikt om “af te leggen”, dat wil zeggen om het doelwit, de omgeving en vluchtmogelijkheden in beeld te krijgen. De auto’s werden op dat moment gebruikt voor het criminele doel dat verdachte en de medeverdachten voor ogen hadden. Alhoewel bijvoorbeeld de BMW ook als vluchtauto bij een ander misdrijf zou kunnen dienen, vindt de rechtbank dat uit de samenhang van de besproken bewijsmiddelen blijkt dat in dit geval de BMW en de andere voorbereidingsmiddelen gebruikt werden in de voorbereiding van een liquidatie. Om tot een voor de pleger geslaagde liquidatie te komen is het gebruikelijk dat ook daarvoor (door het hiervoor genoemde afleggen) en ook daarna (de vluchtauto) maatregelen worden getroffen. Die handelingen voor en na het daadwerkelijke overhalen van de trekker, zoals hier het plan was, hangen naar het oordeel van de rechtbank zodanig samen met de liquidatie zelf dat ook de daarvoor gebruikte middelen als voorbereidingsmiddel voor de liquidatie hebben te gelden.
Medeplegen
Verdachte en de medeverdachten hebben nauw en bewust samengewerkt bij het voorbereiden van een liquidatie. Zij hadden een gezamenlijk en concreet crimineel doel voor ogen. In dit geheel heeft ieder zijn eigen rol ingenomen, maar de bijdrage van iedere verdachte is steeds van wezenlijk belang geweest in het geheel van de feiten en omstandigheden.
Verdachte heeft samen met zijn medeverdachten meermalen voorverkend in de omgeving van [naam voetbalvereniging] en de kentekenplaat voor de vluchtauto gestolen. Bovendien was hij op 29 september 2016 aanwezig op het moment dat het beoogde slachtoffer werd ‘gemist’. Dit zijn uitvoeringshandelingen van de voorbereiding die verdachte, in wisselende samenstelling, samen met zijn medeverdachten heeft gepleegd. Dat levert medeplegen op.
Omdat verdachte na 30 september 2016 tot aan zijn aanhouding niet meer in beeld komt in verband met deze voorbereidingen, kan de rechtbank niet vaststellen dat hij zich na die datum nog schuldig heeft gemaakt aan hetgeen hem wordt verweten en wordt hij voor dat deel van de tenlastegelegde periode vrijgesproken.
Dat niet met zekerheid kan worden vastgesteld wie het beoogde slachtoffer was staat aan een bewezenverklaring niet in de weg.
Alternatief scenario/verklaring van verdachte
Dat sprake was van een plan om iemand onder druk te zetten om een schuld in te lossen, zoals verdachte daags voor de terechtzitting heeft verklaard, vindt de rechtbank niet aannemelijk. Nog daargelaten de omstandigheid dat verdachte hierover geen enkele nadere en verifieerbare verklaring heeft willen afleggen, acht de rechtbank dit alternatieve scenario ook om de volgende redenen niet aannemelijk. Zoals overwogen is er meermalen sprake geweest van voorverkenningen, is er bij [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] een vuurwapen aangetroffen met kogels die extra veel schade aanrichten, is er een vluchtauto met een valse kentekenplaat en flessen benzine klaargezet en blijkt uit de OVC-gesprekken dat verdachte en de medeverdachten bang waren om gezien te worden en DNA achter te laten. Deze omstandigheden passen naar het oordeel van de rechtbank niet in het scenario van een incasso-opdracht zoals door verdachte is geschetst en wel bij de voorbereiding van een liquidatie.
4.4.2
Medeplegen van diefstal kentekenplaat en opzetheling BMW
Uit het dossier blijkt dat verdachte, [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] op 19 september 2016 in de Opel zaten, die enige tijd stil heeft gestaan op [locatie] te Zaandam. Er wordt gesproken over dat iemand “achter” heeft genomen.
De rechtbank vindt net als de raadsvrouw dat de kwaliteit van het geluidsfragment van 19 september 2016 niet optimaal is. Verdachte heeft over de stemherkenningen op andere dagen bevestigd dat hij inderdaad de persoon is die deelneemt aan het gesprek. Door verbalisanten wordt hij - ook na herhaalde beluistering van de gesprekken - ook in het gesprek van 19 september 2016 herkend aan zijn stem. Deze herkenning is ook gemotiveerd. Bovendien blijkt uit de plaatsingsapparatuur dat de Opel op 19 september 2016 meermalen langs [locatie] is gereden, waar verdachte woonde. De rechtbank ziet in deze combinatie van omstandigheden voldoende bewijs dat verdachte op het moment van de diefstal van de kentekenplaat in de Opel zat.
De Opel is vervolgens vanuit Zaandam naar Heemskerk gereden en heeft stil gestaan op de parkeerplaats gelegen aan [locatie] . Dit is de parkeerplaats waar de gestolen BMW is waargenomen door een wijkagent. Hieruit leidt de rechtbank af dat verdachte, [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] samen de kentekenplaat hebben weggenomen om deze vervolgens op de gestolen BMW te bevestigen. Het medeplegen van diefstal van de kentekenplaat (feit 3 primair) kan naar het oordeel van de rechtbank dan ook worden bewezen.
Gelet op de betrokkenheid van verdachte bij de diefstal van de kentekenplaat en het feit dat hij vervolgens met deze kentekenplaat naar de locatie van de BMW is gereden, waarna de kentekenplaat op de BMW is aangebracht, acht de rechtbank tevens bewezen dat verdachte deze BMW samen met anderen voorhanden heeft gehad. De BMW was bedoeld om bij de geplande liquidatie als vluchtauto te gebruiken, waarbij het aanbrengen van de ‘valse’ kentekenplaat geen andere bedoeling kan hebben gehad dan het verhullen van de herkomst van deze auto. Onder deze omstandigheden kan het niet anders zijn dan dat verdachte, samen met anderen, ten tijde van het voorhanden krijgen van de BMW wist dat deze van misdrijf afkomstig was. De rechtbank acht dan ook de opzetheling van de BMW (feit 2 subsidiair) bewezen.

5.Bewezenverklaring

De rechtbank acht bewezen dat verdachte
1.
in de periode van 13 september 2016 tot en met 30 september 2016 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, ter voorbereiding van moord, opzettelijk
- een gestolen kentekenplaat (kenteken [kenteken] ) en
- een gestolen auto (merk BMW, type 550i) voorzien van voornoemde gestolen kentekenplaat en
- een auto (merk Opel, type Corsa) voorzien van kentekenplaten [kenteken] en
- een auto (Suzuki, type Baleno) voorzien van kentekenplaten [kenteken] en
- drie flessen gevuld met benzine
voorhanden heeft gehad, kennelijk bestemd tot het in vereniging begaan van dat misdrijf;

2 subsidiair

op 19 september 2016 te Heemskerk, tezamen en in vereniging met anderen, een auto (merk BMW, type 550i, (origineel) kenteken [kenteken] ) voorhanden heeft gehad, terwijl hij en zijn mededaders ten tijde van het voorhanden krijgen wisten dat het een door diefstal verkregen goed betrof;

3 primair

op 19 september 2016 te Zaandam, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een kentekenplaat (kenteken [kenteken] ), toebehorende aan [naam 2] .
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

6.De strafbaarheid van de feiten

De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

7.De strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.Motivering van de straf

8.1
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van zeven jaar, met aftrek van voorarrest.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte dient te worden vrijgesproken van alle feiten. Zij heeft geen verweer gevoerd op de strafmaat.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken. De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Verdachte is als medepleger betrokken geweest bij het voorbereiden van een liquidatie. Hij heeft samen met anderen voorwerpen voorhanden gehad, waarmee hij omstandigheden creëerde die nodig waren voor het voltooien van een liquidatie. Naast deze voorbereidingshandelingen heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan heling van een auto en diefstal van een kentekenplaat.
De laatste jaren is er sprake van een golf aan liquidaties in en rond Amsterdam. Deze voorgenomen liquidatie is door het ingrijpen van de politie voorkomen, maar dit had anders kunnen aflopen. Liquidaties zorgen voor grote onrust en een gevoel van onveiligheid in de samenleving. Omdat liquidaties vaak worden gepleegd op de openbare weg lopen omstanders het risico geraakt te worden of ongewild getuige te zijn. Ook in deze zaak bestond dit risico. Het beoogde slachtoffer werd opgewacht op het parkeerterrein van een voetbalvereniging, op momenten dat verschillende voetbalteams van jong tot oud aan het trainen waren. De kans dat een willekeurig persoon slachtoffer zou worden van de liquidatie is daarmee zeker niet uitgesloten. Verdachte heeft geen inzage gegeven in de motieven voor zijn handelen. Zo is niet bekend geworden of er sprake is geweest van een achterliggend persoonlijk of zakelijk conflict of dat verdachte zich bijvoorbeeld vanwege een mogelijke financiële beloning heeft ingelaten met dit feit. Hoe het ook zij, het is schokkend dat verdachte zich, zo jong als hij is, met dergelijk nietsontziend en bruut vuurwapengeweld bezig houdt, waarbij een mensenleven kennelijk geen of weinig waarde meer heeft. De rechtbank vindt het van belang dat tegen dit soort misdrijven hard wordt opgetreden. Dit geldt ook voor de voorbereiding daarvan, want het is niet aan verdachte en de medeverdachten te danken dat de liquidatie is voorkomen, maar aan het optreden van de politie. De rechtbank wil met de op te leggen straf ook een signaal afgeven aan de samenleving.
De rechtbank vindt dat de ernst van het feit een lange gevangenisstraf, zoals geëist door de officier van justitie, rechtvaardigt. De rechtbank zal aan verdachte een gevangenisstraf van zeven jaar opleggen.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 46, 47, 57, 63, 289, 311 en 416 van het Wetboek van Strafrecht.

10.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
ten aanzien van feit 1
medeplegen van voorbereiding van moord in vereniging;
ten aanzien van feit 2 subsidiair
medeplegen van opzetheling;
ten aanzien van feit 3 primair
medeplegen van diefstal.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte,
[verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van
7 (zeven) jaar.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Dit vonnis is gewezen door
mr. G.H. Marcus, voorzitter,
mrs. F. Dekkers en J. Huber, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. I. Harrewijn, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 21 december 2018.
Bijlage – Tenlastelegging
Tenlastelegging J.R. [verdachte]
Aan bovenbedoelde gedagvaarde persoon wordt tenlastegelegd dat
1.
hij op een of meer tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 13 september 2016 tot en met 6 oktober 2016 te Amsterdam en/of Heemskerk, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, ter voorbereiding van het met (een) ander(en) te plegen misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, te weten moord c.q. doodslag als bedoeld in de artikelen 289
c.q. 287 Wetboek van Strafrecht en/of opzettelijke brandstichting als bedoeld in artikel 157 Wetboek van Strafrecht, opzettelijk
- een (half geladen) vuurwapen (merk Smith & Wesson, model 6906TSW, kaliber 9x19mm) en/of
- een patroonmagazijn (met daarin een of meer (veertien) (deformerende/expanderende) patro(o)n(en) (merk Magtech, model Solid Copper Hollow Point, kaliber 9x19mm) en/of
- een of meer (gestolen) kentekenpla(a)t(en) (kenteken [kenteken] ) en/of
- een (gestolen) (personen)auto (merk BMW, type 550i) (voorzien van voornoemde (gestolen) kentekenpla(a)t(en) en/of
- een (personen)auto (merk Opel, type Corsa) voorzien van kentekenpla(a)t(en) [kenteken] en/of
- een (personen)auto (merk Toyota, type Aygo) voorzien van kentekenpla(a)t(en) [kenteken] en/of
- een (personen)auto (merk Mercedes) voorzien van kentekenpla(a)t(en) [kenteken] en/of
- een (personen)auto (Suzuki, type Baleno) voorzien van kentekenpla(a)t(en) [kenteken] en/of
- een of meer (drie) flessen gevuld met een brandbare vloeistof (te weten benzine) en/of
- een of meer la(a)g(en) (over elkaar gedragen) zwarte/donkerkleurige kleding
heeft/hebben verworven en/of voorhanden heeft/hebben gehad, kennelijk bestemd tot het in vereniging begaan van dat misdrijf;
of
anderen dan verdachte ( [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] ) op een of meer tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 13 september 2016 tot en met 6 oktober 2016 te Amsterdam en/of Heemskerk, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, ter voorbereiding van het met (een) ander(en) te plegen misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, te weten moord c.q. doodslag als bedoeld in de artikelen 289 c.q. 287 Wetboek van Strafrecht en/of opzettelijke brandstichting als bedoeld in artikel 157 Wetboek van Strafrecht, opzettelijk
- een (half geladen) vuurwapen (merk Smith & Wesson, model 6906TSW, kaliber 9x19mm) en/of
- een patroonmagazijn (met daarin een of meer (veertien) (deformerende/expanderende) patro(o)n(en) (merk Magtech, model Solid Copper Hollow Point, kaliber 9x19mm) en/of
- een of meer (gestolen) kentekenpla(a)t(en) (kenteken [kenteken] ) en/of
- een (gestolen) (personen)auto (merk BMW, type 550i) (voorzien van voornoemde (gestolen) kentekenpla(a)t(en) en/of
- een (personen)auto (merk Opel, type Corsa) voorzien van kentekenpla(a)t(en) [kenteken] en/of
- een (personen)auto (merk Toyota, type Aygo) voorzien van kentekenpla(a)t(en) [kenteken] en/of
- een (personen)auto (merk Mercedes) voorzien van kentekenpla(a)t(en) [kenteken] en/of
- een (personen)auto (Suzuki, type Baleno) voorzien van kentekenpla(a)t(en) [kenteken] en/of
- een of meer (drie) flessen gevuld met een brandbare vloeistof (te weten benzine) en/of
- een of meer la(a)g(en) (over elkaar gedragen) zwarte/donkerkleurige kleding heeft/hebben verworven en/of voorhanden heeft/hebben gehad, kennelijk bestemd tot het in vereniging begaan van dat misdrijf
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op een of meer tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 13 september 2016 tot en met 30 september 2016 te Amsterdam en/of Heemskerk, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of
opzettelijk behulpzaam is geweest door:
- een of meer van die anderen informatie te verschaffen over de omgeving en/of het (parkeer)terrein van voetbalvereniging [naam voetbalvereniging] te Heemskerk en/of de gewoonte(n) van het beoogde slachtoffer en/of
- een of meer (van voornoemde) (deformerende/expanderende) patro(o)n(en) en/of
- een of meer (gestolen) kentekenpla(a)t(en) (kenteken [kenteken] ) en/of
- een (gestolen) (personen)auto (merk BMW, type 550i) (voorzien van voornoemde (gestolen) kentekenpla(a)t(en))
aan die anderen te leveren;
2.
hij op of omstreeks 26 februari 2016 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een (personen)auto (merk BMW, type 550i, (origineel) kenteken [kenteken] ), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam 1] , in elk geval aan (een) ander(en) dan aan verdachte en/of zijn mededader(s);
subsidiair:
hij op een of meer tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 26 februari 2016 tot en met 24 september 2016 te Amsterdam en/of Heemskerk, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, een (personen)auto (merk BMW, type 550i, (origineel) kenteken [kenteken] ) heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden, dat het (een) door diefstal, in elk geval (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
3.
hij op of omstreeks 19 september 2016 te Zaandam, gemeente Zaanstad, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een of meer kentekenpla(a)t(en) (kenteken [kenteken] ), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam 2] , in elk geval aan (een) ander(en) dan aan verdachte en/of zijn mededader(s);
subsidiair:
hij op een of meer tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 19 september 2016 tot en met 24 september 2016 te Zaandam, gemeente Zaanstad, en/of Heemskerk, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, een of meer kentekenpla(a)t(en) (kenteken [kenteken] ) heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden, dat het (een) door diefstal,
in elk geval (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof.

Voetnoten

1.Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende dossier bevinden, volgens de in dat dossier toegepaste nummering. Tenzij anders vermeld, gaat het daarbij om processen-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Een proces-verbaal van stemherkenning met nummer 2016056735, documentnummer 600352, pagina’s 10472-10477.
3.Een proces-verbaal van bevindingen met nummer 2016214730-4, documentnummer 600116, pagina’s 10006-10007
4.Een proces-verbaal van bevindingen Opel Corsa met nummer 2016217353, documentnummer 600193, pagina’s 10105-10122.
5.Een proces-verbaal van bevindingen herkenning [medeverdachte 3] observatie d.d. 20 september 2016, documentnummer 600157, pagina’s 10204-10205.
6.Een proces-verbaal van bevindingen Heemskerk, dinsdag 20 september 2016, documentnummer 600183, pagina’s 10210-10220.
7.Een proces-verbaal van bevindingen met nummer 2016214730-5, documentnummer 600114, pagina’s 10002-10003.
8.Een proces-verbaal van aangifte met nummer 2016046535-1, documentnummer 600032, pagina’s 10004-10005.
9.Een proces-verbaal van bevindingen met nummer 2016214730-4, documentnummer 600116, pagina’s 10006-10007.
10.Een proces-verbaal van bevindingen met nummer 2016214730-5, documentnummer 600114, pagina’s 10002-10003.
11.Een proces-verbaal sporenonderzoek met nummer 2016214730-6, documentnummer 600115, pagina’s 10360-10361.
12.Een verkorte rapportage van het NFI van 11 november 2016, documentnummer 600164, pagina’s 10385-10390.
13.Een proces-verbaal van bevindingen Heemskerk maandag 26 september 2016, met nummer 2016217353, documentnummer 600235, pagina’s 10252-10266.
14.Een proces-verbaal van bevindingen Heemskerk dinsdag 27 september 2016, met nummer 2016217353, documentnummer 600184, pagina’s 10280-10284.
15.Een proces-verbaal van bevindingen Heemskerk maandag 3 oktober 2016 met nummer 2016217353, documentnummer 600237, pagina’s 10307-10317.
16.Een proces-verbaal samenhang onderzoeken 13Kale – 13 Yakima met nummer 2016027116, documentnummer 600120, pagina’s 10433-10455.
17.Een proces-verbaal sporenonderzoek met nummer 2016217353-6, documentnummer 600038, pagina’s 10336-10337.
18.Een proces-verbaal van onderzoek met nummer 2016217353, documentnummer 600016, pagina’s 10346-10350.
19.Een proces-verbaal samenhang onderzoeken 13Kale – 13 Yakima met nummer 2016027116, documentnummer 600120, pagina’s 10433-10455.
20.Een proces-verbaal van bevindingen met nummer 2016027116, documentnummer 600113, pagina’s 10016-10022.
21.Een proces-verbaal van bevindingen met nummer 2016217353, documentnummer 600110, pagina 10023.