In deze zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 19 februari 2018, staat de vraag centraal of het gebruik van het woord 'negerin' door gedaagde in een openbare discussie onrechtmatig was jegens eiseres. Eiseres, een prominente vertegenwoordiger van de beweging tegen het gebruik van het woord, heeft gedaagde aangeklaagd voor laster en belediging na het voorlezen van een brief waarin zij meerdere keren als 'negerin' werd aangeduid. De zaak is ontstaan naar aanleiding van het boek 'Surinamers in de Polder', waarin zowel eiseres als gedaagde zijn geïnterviewd. Eiseres heeft zich beklaagd over het gebruik van het woord in het boek en heeft haar medewerking aan de publicatie ingetrokken. Gedaagde heeft in zijn brief, die tijdens een discussieavond werd voorgelezen, kritiek geuit op eiseres en haar beschuldigd van hypocrisie. De kantonrechter heeft geoordeeld dat gedaagde niet onrechtmatig heeft gehandeld, omdat de vrijheid van meningsuiting in dit geval zwaarder weegt dan de inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van eiseres. De rechter heeft de vorderingen van eiseres afgewezen en haar veroordeeld in de proceskosten, die op nihil zijn begroot, aangezien gedaagde in persoon procedeerde.