In deze strafzaak heeft de rechtbank Amsterdam op 18 december 2018 uitspraak gedaan in een zaak tegen een verdachte die samen met anderen betrokken was bij een poging tot oplichting en diefstal. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het plegen van een babbeltruc, waarbij hij zich voordeed als iemand die post had bezorgd. Op 19 maart 2018 heeft hij geprobeerd een oudere vrouw, [slachtoffer 1], te bewegen tot het afgeven van haar pincode, terwijl een medeverdachte in haar woning geld en een bankpas heeft gestolen. Op 17 juli 2018 heeft de verdachte samen met anderen een soortgelijke truc toegepast bij een andere oudere man, [slachtoffer 2], waarbij ook geld en een bankpas zijn weggenomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte als medepleger betrokken was bij beide feiten. De officier van justitie heeft een gevangenisstraf van 10 maanden geëist, en de rechtbank heeft deze straf opgelegd, met aftrek van voorarrest. De rechtbank heeft ook een schadevergoeding van €80,-- toegewezen aan [slachtoffer 2] voor de geleden materiële schade. De rechtbank heeft de dagvaarding voor een deel nietig verklaard, maar de verdachte is schuldig bevonden aan de bewezenverklaarde feiten.