Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[eiser sub 1] ,
1.De procedure
- de dagvaarding van 18 januari 2018, met producties;
- de conclusie van antwoord, met producties;
- het tussenvonnis van 18 juli 2018 waarbij een comparitie van partijen is bepaald;
- de akte houdende overlegging aanvullende producties van de zijde van [eisers] ;
- de akte wijziging eis;
- de akte houdende overlegging producties van de zijde van [gedaagde] ;
- het proces-verbaal van comparitie van 15 november 2018 met de daarin vermelde (proces)stukken; en,
2.De feiten
[Titel 1]’ van de auteur [naam auteur] uitgegeven (hierna: Boek). Het Boek gaat over de beginjaren van [naam 1] en is te kwalificeren als een biografie. Op de omslag van het Boek staat de volgende niet in opdracht van [naam 1] tijdens zijn actieve [periode] op het [plaats] gemaakte foto (hierna: Foto). Van andere foto’s in het Boek is geen sprake.
3.Het geschil
- voor recht verklaart dat de Nabestaanden een redelijk belang hebben om zich te verzetten tegen de publicatie en verspreiding van het Boek met de Foto op de omslag en dat dit Boek inbreuk maakt op de portretrechten van [naam 1] en daardoor onrechtmatig is jegens de Nabestaanden;
- [gedaagde] veroordeelt om de inbreuk op de portretrechten van [naam 1] te staken en gestaakt te houden; en,
- [gedaagde] veroordeelt tot betaling van een schadevergoeding van € 15.000,00 en 14% van de tot nu toe met de verkoop van het boek behaalde bruto omzet.
4.De beoordeling
[eiser sub 2] is bevoegd om op te treden
voor de afkoop van de portretrechten in en op de voorkant van een boek en alle uitingen ter promotie van het boek, inclusief alle advertenties’. Het is echter onduidelijk om hoeveel foto’s het toen ging. Eveneens is onduidelijk of dit ook een biografie betreft. Zo is het voorstelbaar dat voor een biografie met een bepaalde nieuwswaarde een andere vergoeding wordt betaald dan voor een boek waarbij de nieuwswaarde minder op de voorgrond staat. Daarnaast is het de rechtbank onduidelijk onder welke omstandigheden de gestelde overeengekomen vergoeding van 14% van de bruto omzet is overeengekomen. Het is de rechtbank ambtshalve bekend dat dreigende gerechtelijke procedures en gelegde beslagen tot geheel andere prijsafspraken kunnen leiden dan de werkelijke marktwaarde. Hier komt bij dat [gedaagde] op basis van een exploitatieoverzicht heeft aangevoerd dat de uitgave van het Boek verliesgevend zou zijn in het geval een vaste vergoeding van € 15.000,00 en een variabele vergoeding van 14% van de bruto omzet exclusief btw zou moeten worden betaald. Verder is het relevant dat voor publicatie van een foto geen toestemming nodig is van de daarop afgebeelde persoon. Dit betekent dat een redelijke vergoeding daadwerkelijk redelijk moet zijn en niet een omvang moet kennen die publicatie de facto alsnog onmogelijk maakt.