Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Voorvragen
4.Waardering van het bewijs
track and tracein de taxi wil – hetgeen nodig is om klanten in Amsterdam te kunnen rondrijden – omdat hij zijn eigen klanten heeft en ook niet wil dat anderen kunnen zien waar hij rijdt. Verder valt op dat verdachte geen boekhouding bijhoudt in de periode eind 2014. In de periode begin 2015 lijkt hij wel het een ander te registreren, maar houdt hij daarnaast handgeschreven aantekeningen bij en lijkt hij ongeacht de afstand een vergoeding van € 50,- per rit te krijgen. Verder ontmoette verdachte de Albanezen ook in privé, hij werd namelijk met hen gezien in een restaurant. Ook staat hij met een van hen op een selfie. Daarnaast is verdachte tweemaal in de woning aan de [adres 3] geweest. Ook blijkt uit een Ping-gesprek – in samenhang met de camerabeelden en observaties ter plaatse – dat verdachte op enig moment tezamen met een van de Albanezen drugs ophaalt uit deze woning, terwijl verdachte ook op een later moment in de parkeergarage onder deze woning is gezien met een tas in zijn handen. Bovendien is in de auto van verdachte een sleutel aangetroffen die toegang geeft tot een van de drugspanden. Dat aan verdachte de toegang tot een drugspand wordt gegeven is relevant omdat, zoals ook is overwogen door deze rechtbank, als ervaringsregel heeft te gelden dat personen die zich bezighouden met handel in verdovende middelen enkel personen toegang geven tot de plaats waar de drugs in voorraad wordt gehouden indien zij betrokken zijn bij die handel of daarvan op de hoogte zijn. Het verlenen van toegang aan onwetende anderen brengt namelijk onnodige risico’s met zich mee. Verdachte onderhield contact met de Albanezen via Ping-gesprekken. Er wordt onder andere gesproken over het betalen voor de geleverde diensten. Het meest opvallend is dat de auto van verdachte een verborgen ruimte bevat. Hieruit volgt dat verdachte niet alleen wetenschap had, maar ook opzet had op deelneming aan de criminele organisatie en het voorbereiden/bevorderen van de handel in drugs. Voor deelname aan een criminele organisatie moet sprake zijn van deelnemen in feitelijke zin aan een gestructureerd en duurzaam samenwerkingsverband bestaande uit twee of meer personen dat tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven. Het gestructureerde en duurzame samenwerkingsverband van de criminele organisatie blijkt onder andere uit het bestaan van een vaste kern, bestaande uit verdachte en de Albanezen, uit het verplaatsen van rolkoffers en bigshoppers van woning naar woning in de taxi van verdachte en het contact tussen de verdachten via Ping in versluierd taalgebruik. Het doel van de organisatie betrof het voorbereiden, vervoeren en voorhanden hebben van verdovende middelen.
5.Beslag
6.Beslissing
de teruggave aan [verdachte]van: