Op 12 december 2018 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die samen met een medeverdachte betrokken was bij de handel in soft- en harddrugs. De verdachte had in de periode van 1 september 2017 tot en met 24 oktober 2017 in Amsterdam meerdere keren opzettelijk cocaïne en heroïne verkocht en/of afgeleverd. Tijdens de zittingen op 2 februari 2018 en 28 november 2018 werd het bewijs tegen de verdachte gepresenteerd, waaronder tapgesprekken en getuigenverklaringen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte en zijn medeverdachte op 24 oktober 2017 in de woning van de verdachte 10,4 gram cocaïne en 0,12 gram heroïne aanwezig hadden. De rechtbank achtte de verdachte strafbaar en legde een gevangenisstraf van 100 dagen op, waarvan 97 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten en de rol van de verdachte als loopjongen in de drugshandel. De rechtbank besloot dat de verdachte zich moest houden aan verschillende bijzondere voorwaarden, waaronder reclasseringstoezicht en schuldhulpverlening.