ECLI:NL:RBAMS:2018:8912

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
11 december 2018
Publicatiedatum
11 december 2018
Zaaknummer
13/665173-18
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkoop en bezit van cocaïne, MDMA, vuurwapen en witwassen van crimineel vermogen

Op 11 december 2018 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die gedurende 1,5 jaar cocaïne en MDMA heeft verkocht en in bezit had. De verdachte, geboren in 1974 en gedetineerd, werd beschuldigd van meerdere feiten, waaronder het verkopen van harddrugs, het voorhanden hebben van een vuurwapen en witwassen van crimineel vermogen. De rechtbank heeft op basis van getuigenverklaringen, tapgesprekken en observaties vastgesteld dat de verdachte gedurende de ten laste gelegde periode actief was in de drugshandel. De verdachte ontkende de beschuldigingen en stelde dat de drugs voor eigen gebruik waren en dat hij niet op de hoogte was van de drugs in de woning van zijn moeder. De rechtbank oordeelde echter dat er voldoende bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij de drugshandel en het bezit van een vuurwapen. De rechtbank sprak de verdachte vrij van medeplegen met zijn broer, maar achtte de andere tenlasteleggingen bewezen. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 32 maanden en de in beslag genomen goederen, waaronder twee Rolex horloges, werden verbeurd verklaard. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en het gevaar voor de volksgezondheid door de handel in verdovende middelen.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

VONNIS
Parketnummer: 13/665173-18
Datum uitspraak: 11 december 2018
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] ( [geboorteland ] ) op [geboortedag] 1974,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres
[BRP adres] ,
gedetineerd in het ‘ [detentieadres] .

1.Onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 27 november 2018.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officieren van justitie,
mr. S.M. Hoogerheide en mr. K. van der Willigen, en van wat verdachte en zijn raadsman, mr. E.G.S. Roethof, naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

Aan verdachte is – na wijziging op de terechtzitting van 27 november 2018 – ten laste gelegd dat:
1.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode vanaf 23 januari 2017 tot en met 12 juni 2018 te Amsterdam tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft verkocht of afgeleverd of verstrekt telkens een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne en/of een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA, in elk geval (telkens) een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I;
2.
hij op of omstreeks 12 juni 2018 te Amsterdam tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad 827,03 gram (140 gram en/of 447 gram en/of 126 gram en/of 37,7 gram en/of 3,73 gram en/of 72,6 gram), althans een of meer hoeveelhe(i)d(en), cocaïne, en/of 1190 (blauw, indruk diamant) en/of 2 (blauw, indruk Rolex logo) en/of 200 (blauw, indruk Diamant) pillen en/of 98,2 gram kristallen en/of 13,6 gram poeder en brokjes, althans een of meer hoeveelhe(i)d(en) MDMA, in elk geval (telkens) een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I;
3.
hij op of omstreeks 12 juni 2018 te Amsterdam een of meer wapens van categorie III, te weten een pistool (merk Glock model 26), en/of munitie van categorie III, te weten een patroon, voorhanden heeft gehad;
4.
hij in of omstreeks de periode vanaf 23 januari 2017 tot en met 12 juni 2018,
te Amsterdam, althans in Nederland, 2 horloges (een Rolex Date Just en/of een Rolex Day Date), heeft verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet, en/of gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden, dat die horloges geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf;
De rechtbank leest het onder 4 ten laste gelegde vermelde “een patroon” als “10 patronen”, omdat van een kennelijke misslag sprake is. De verbetering van deze misslag schaadt verdachte niet in zijn verdediging.

3.Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van de ten laste gelegde feiten en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officieren van justitie achten bewezen dat verdachte, tezamen en in vereniging met zijn broer, medeverdachte [naam medeverdachte] , gedurende de ten laste gelegde periode heeft gehandeld in cocaïne en MDMA. Alle in de woning van verdachte, de woning van zijn broer [naam medeverdachte] en de woning van hun moeder in beslag genomen harddrugs kunnen daarom aan hen beiden worden toegerekend. Daarnaast kan bewezen worden verklaard dat verdachte een vuurwapen met munitie voorhanden had. Ten slotte kan bewezen worden dat verdachte zich, door de aankoop van twee Rolex horloges met eigen crimineel geld, heeft schuldig gemaakt aan witwassen.
4.2.
Standpunt van de verdediging
Verdachte heeft ter terechtzitting ontkend dat hij in de ten laste gelegde periode in verdovende middelen heeft gehandeld. De wikkels cocaïne in zijn woning waren voor eigen gebruik. Hij was niet op de hoogte van de verdovende middelen die in de woning van zijn moeder lagen. Het in zijn eigen woning aanwezige geld hadden hij en zijn ex-vrouw samen gespaard. Eén van de twee in beslag genomen Rolex horloges was van zijn zus [naam zus] het andere Rolex horloge zou hij voor een handelaar uit Eindhoven, [naam handelaar] , doorverkopen. Het vuurwapen met munitie had hij in het verleden voor iemand in bewaring genomen maar deze persoon heeft het wapen niet meer opgehaald.
De raadsman heeft vrijspraak bepleit voor de feiten 1, 2 en 4. In het onderzoek uit begin 2017 is verdachte niet in beeld gekomen. Bij verdachte is een telefoon aangetroffen waar een simkaart met het telefoonnummer [nummer 1] in heeft gezeten, maar dit wil niet zeggen dat de belastende gesprekken die met dit nummer zijn gevoerd aan hem kunnen worden toegeschreven. De veronderstelde kopers van de drugs zijn op een vervelende en intimiderende manier door de politie ondervraagd. Ook zijn zij op incorrecte wijze geconfronteerd met foto’s van verdachte en twee van zijn broers. Het is daarom de vraag of deze verklaringen objectief en betrouwbaar zijn, te meer nu de drie broers op elkaar lijken.
Er kwamen veel familieleden bij de moeder van verdachte in de woning. Er is onvoldoende bewijs dat de drugs in de doos onder het bed van [naam 1] van verdachte waren.
Dat verdachte en zijn broer [naam medeverdachte] wellicht af en toe hebben samengewerkt is onvoldoende om medeplegen aan te nemen.
Wanneer de rechtbank neigt naar een bewezenverklaring van witwassen, zal het onderzoek moeten worden aangehouden om de zus van verdachte en de horlogehandelaar als getuigen te horen.
4.3.
Oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van het onder 1 tenlastegelegde:
Vanaf 9 maart 2018 zijn de telefoonnummers [nummer 1] en [nummer 2] , die vermoedelijk in gebruik waren bij de medeverdachte [naam medeverdachte] , afgeluisterd. Uit de inhoud van de gesprekken bleek echter dat het telefoonnummer [nummer 1] (ook) in gebruik was bij verdachte [verdachte] .
Verdachte werd door uiteenlopende mensen gebeld die een afspraak wilden maken en langs wilden komen. Uit tapgesprekken en observaties blijkt dat zowel bij zijn eigen woning aan de [adres 1] als bij de woning van zijn moeder aan de [adres 2] werd afgesproken.
Zo heeft een man, die later de getuige [naam getuige 1] blijkt te zijn, zowel op 13 maart 2018 als op 26 maart 2018 contact opgenomen met het nummer [nummer 1] , waarbij hij te kennen gaf dat hij onderweg was. Kort daarna werd bij observaties gezien dat [naam getuige 1] in zijn Range Rover voor de woning van verdachte, [adres 1] te Amsterdam, parkeerde. Beide keren had hij daarna contact met een andere man. Op 13 maart 2018 is waargenomen dat deze man uit het portiek van de woning van verdachte kwam. Op 26 maart 2018 werd de man waarmee [naam getuige 1] contact had door een verbalisant herkend als verdachte.
Op 9 april 2018 werd door een zekere [naam 2] gebeld naar het nummer [nummer 1] , waarna bij de moeder van verdachte werd afgesproken. Op 11 april 2018 wordt een soortgelijke afspraak gemaakt door [naam 3] Ook de getuige [naam getuige 2] heeft verklaard dat hij met [verdachte] afsprak bij de Albert Heijn aan de [adres 2] , aldus in de directe omgeving van de woning van de moeder van verdachte.
In het onderzoek zijn diverse personen gehoord die contact hebben gezocht met de telefoonnummers [nummer 2] of [nummer 1] . De getuigen [naam getuige 3] , [naam getuige 1] en [naam getuige 2] hebben belastende verklaringen afgelegd. Anders dan de raadsman, acht de rechtbank deze verklaringen betrouwbaar en bruikbaar voor het bewijs. Dat de getuigen de hen afgenomen verhoren mogelijk als onprettig hebben ervaren is niet onbegrijpelijk aangezien zij zelf kopers van harddrugs waren. Dit maakt echter niet dat aan de inhoud van hun verklaring moet worden getwijfeld. Bovendien worden hun verklaringen ondersteund door tapgesprekken en observaties.
De getuige [naam getuige 3] heeft verklaard dat hij al 10 jaar bij een man die hij ‘ [bijnaam 1] ’ noemde, maar als ‘ [bijnaam 2] ’ in zijn telefoon stond opgeslagen, cocaïne kocht. Het telefoonnummer eindigde op [nummer 3] . De getuige heeft [bijnaam 1] herkend op een foto van verdachte [verdachte] . De medeverdachte [naam medeverdachte] zag hij wel eens op de achtergrond en hij heeft in het verleden ook van hem gekocht.
De getuige [naam getuige 1] heeft verklaard dat in het afgelopen jaar verdachte [verdachte] zijn vaste contact was waarvan hij drugs kocht. De jaren daarvoor kocht hij vooral van de medeverdachte [naam medeverdachte] , maar ook af en toe ook van verdachte [verdachte] .
De getuige [naam getuige 2] heeft verklaard dat hij al zo’n vijf jaar 2 à 3 keer per week cocaïne bij “ [bijnaam 3] ” kocht. Hij sprak dan beneden of boven bij het [naam hotel] Hotel af. Hij heeft op een foto “ [bijnaam 3] ” herkend als de medeverdachte [naam medeverdachte] . Wanneer “ [bijnaam 3] ” op vakantie was, dan kon hij bij diens broer terecht. De getuige heeft op een foto deze broer herkend als verdachte [verdachte] . Hij had echter voornamelijk contact met de medeverdachte [naam medeverdachte] .
Bij de doorzoeking op 12 juni 2018 is in de woning van de moeder van verdachte op het adres [adres 2] te Amsterdam onder het bed van een nichtje van verdachte, [naam 1] , een tas met een aanzienlijke hoeveelheid verdovende middelen aangetroffen. De rechtbank acht bewezen dat deze verdovende middelen van verdachte waren. Dit kan onder meer worden opgemaakt uit het WhatsApp-bericht van 13 maart 2018 van dit nichtje aan verdachte, waarin zij zegt dat ze die tas in haar schoenendoos heeft gezet omdat ze iemand in de woning niet vertrouwt. Uit de bewijsmiddelen blijkt bovendien dat verdachte een sleutel had van de woning van zijn moeder en dat hij geregeld met de kennelijke kopers van drugs bij of in de omgeving van de woning afsprak. De rechtbank acht daarom bewezen dat deze in de woning aangetroffen drugs de handelsvoorraad van verdachte was.
Op grond van de in de bewijsmiddelen opgenomen tapgesprekken, observaties en getuigenverklaringen en de bij verdachte aangetroffen handelsvoorraad verdovende middelen, is de rechtbank van oordeel dat verdachte gedurende de gehele ten laste gelegde periode in harddrugs heeft gehandeld. De aanwezigheid van een grote hoeveelheid cash geld en twee dure Rolex horloges in zijn woning aan de [adres 1] en het ontbreken van legale inkomsten bevestigen dat verdachte al langere tijd met de handel in verdovende middelen bezig was.
Vrijspraak medeplegen.
Uit het dossier komt naar voren dat verdachte en zijn broer [naam medeverdachte] , tevens medeverdachte, elkaar bij de handel in de verdovende middelen regelmatig ondersteunden. Wanneer zijn broer op vakantie was, kon de koper van de drugs in veel gevallen bij verdachte terecht. Diverse getuigen hebben verklaard dat zij afwisselend bij de een en de ander drugs hebben gekocht. Het telefoonnummer [nummer 1] , hoewel voornamelijk in gebruik bij de verdachte, is in het verleden ook door zijn broer gebruikt.
Aldus is in ieder geval sprake geweest van een zekere samenwerking tussen verdachte en de medeverdachte bij de verkoop van harddrugs. Het blijft echter onduidelijk of verdachte en zijn broer gezamenlijk een drugshandel runden dan wel dat ieder dit voor zich deed. Zij lijken allebei een eigen handelsvoorraad te hebben gehad. Het is bovendien niet gebleken dat verdachte en zijn broer de drugs samen financierden of dat zij de opbrengsten onderling verdeelden. De rechtbank acht het bewijs van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en de medeverdachte bij het feit ontoereikend en zij zal verdachte daarom vrijspreken van het ten laste gelegde medeplegen.
Ten aanzien van het onder 2 tenlastegelegde:
Bij de doorzoeking op 12 juni 2018 van de woning van verdachte aan de [adres 1] te Amsterdam werden vanuit een bodywarmer 5 wikkels cocaïne in beslag genomen. In de woning van de moeder van verdachte op het adres [adres 2] te Amsterdam, werd in een tas onder het bed van een nichtje van verdachte, [naam 1] , een aanzienlijke hoeveelheid cocaïne en MDMA aangetroffen. Op grond van een WhatsApp-bericht van dit nichtje aan verdachte, in combinatie met het feit dat hij een sleutel had van de woning van zijn moeder en hij geregeld met de kennelijke kopers van drugs bij of in de omgeving van die woning afsprak, is de rechtbank van oordeel dat deze verdovende middelen van verdachte zijn. De rechtbank acht daarom bewezen dat verdachte zowel de cocaïne op zijn woonadres als het de cocaïne en MDMA op het adres van zijn moeder voorhanden heeft gehad.
De rechtbank heeft hiervoor overwogen dat er onvoldoende bewijs is dat verdachte tezamen en in vereniging met zijn broer in harddrugs heeft gehandeld.
Er is geen bewijs dat verdachte bemoeienis heeft gehad met de verdovende middelen die in de kelderbox van zijn broer [naam medeverdachte] zijn aangetroffen. De rechtbank zal verdachte daarom vrijspreken van de verdenking dat hij deze drugs opzettelijk aanwezig heeft gehad.
Ten aanzien van het onder 3 tenlastegelegde:
Verdachte had op 12 juni 2018 tussen de twee matrassen van zijn boxspring bed een vuurwapen verborgen. Dit was vuurwapen was voorzien van een patroonhouder met daarin 10 patronen. De rechtbank acht bewezen dat verdachte dit vuurwapen met munitie voorhanden heeft gehad.
Ten aanzien van het onder 4 tenlastegelegde:
Bij de doorzoeking op 12 juni 2018 zijn in de woning van verdachte, [adres 1] te Amsterdam, naast aanzienlijke contante geldbedragen en een vuurwapen met munitie, twee dure Rolex horloges in beslag genomen. Uit de bewijsmiddelen blijkt dat verdachte gedurende lange tijd heeft gehandeld in verdovende middelen. Afgezien van de zorg- en huurtoeslag, zijn van verdachte geen legale inkomsten bekend. De aanwezigheid in de woning van de Rolex horloges levert dan ook zonder meer een vermoeden van witwassen op.
Van verdachte mag daarom worden verlangd dat hij een verklaring geeft voor de herkomst van de horloges die concreet, min of meer verifieerbaar en niet op voorhand volstrekt onwaarschijnlijk is.
Bij zijn verhoor op 13 juni 2018 is verdachte uitdrukkelijk gevraagd hoe hij aan deze horloges is gekomen. Verdachte heeft zich toen op zijn zwijgrecht beroepen. Ook bij de pro-formazitting van 11 september 2018, toen duidelijk was dat witwassen met betrekking tot deze horloges onderdeel uitmaakte van de beschuldiging, is verdachte niet met een verklaring gekomen. Pas tijdens de inhoudelijke behandeling heeft verdachte verklaart dat één van deze horloges van zijn zus [naam zus] zou zijn. Hij zou dit horloge een servicebuurt laten geven. Het andere horloge zou van [naam handelaar] zijn, een handelaar uit Eindhoven. Verdachte zou dit horloge voor deze persoon gaan doorverkopen. De raadsman heeft de naam en het adres van deze handelaar aan de rechtbank gegeven.
De rechtbank is van oordeel dat, gegeven de hiervoor omschreven gang van zaken, de door verdachte gegeven verklaring onvoldoende concreet is. Het had in dit stadium van de procedure op de weg van verdachte gelegen om stukken te overleggen die zijn stelling onderbouwen. Verdachte heeft niet eerder verklaard dat hij handelde in horloges en in het dossier is hiervoor geen enkele steun te vinden. Evenmin heeft verdachte stukken overgelegd waaruit blijkt op welke wijze de zus van verdachte het horloge zou hebben verworven.
De rechtbank ziet dan ook geen aanleiding om de behandeling van de strafzaak aan te houden voor onderzoek door het Openbaar Ministerie naar de juistheid van de beweringen van verdachte. Ook het subsidiair door de raadsman gedane verzoek tot het horen van de zus van verdachte en de horlogehandelaar uit Eindhoven wordt afgewezen.
De rechtbank is van oordeel dat het niet anders kan zijn dan dat verdachte de twee Rolex horloges heeft aangeschaft met geld dat hij uit eigen misdrijf, te weten handel in verdovende middelen, heeft gegenereerd. Daarmee heeft verdachte dit criminele geld omgezet in Rolex horloges, die daarmee middellijk van enig misdrijf afkomstig zijn. Aldus heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan witwassen.

5.Bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen bewezen dat verdachte:
ten aanzien van het onder 1 tenlastegelegde:
op tijdstippen in de periode vanaf 23 januari 2017 tot en met 12 juni 2018 te Amsterdam, opzettelijk heeft verkocht telkens een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne of een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA.
ten aanzien van het onder 2 tenlastegelegde:
op 12 juni 2018 te Amsterdam opzettelijk aanwezig heeft gehad 140 gram en 447 gram en 126 gram en 3,73 gram van een materiaal bevattende cocaïne,
en 1190 (blauw, indruk diamant) en 2 (blauw, indruk Rolex logo) pillen en 98,2 gram kristallen van een materiaal bevattende MDMA;
ten aanzien van het onder 3 tenlastegelegde:
op 12 juni 2018 te Amsterdam een wapen van categorie III, te weten een pistool (merk Glock model 26), en munitie van categorie III, te weten 10 patronen, voorhanden heeft gehad;
ten aanzien van het onder 4 tenlastegelegde:
in de periode vanaf 23 januari 2017 tot en met 12 juni 2018, te Amsterdam, 2 horloges (een Rolex Date Just en een Rolex Day Date), heeft voorhanden gehad, terwijl hij wist, dat die horloges geheel of gedeeltelijk - middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

6.Strafbaarheid van de feiten

De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

7.Strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.Motivering van de straffen en maatregel

8.1.
Eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden, met aftrek van voorarrest.
8.2.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft er op gewezen dat verdachte geen relevante strafrechtelijke documentatie heeft. Verdachte wil graag aan het werk en het is in ieders belang om verdachte daarbij te ondersteunen. Een taakstraf kan verdachte helpen om in het werkritme te komen. De raadsman heeft een gevangenisstraf bepleit gelijk aan het voorarrest in combinatie met een fors voorwaardelijk deel en een taakstraf.
8.3.
Oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Verdachte heeft in een periode van ongeveer anderhalf jaar gehandeld in cocaïne en MDMA. De klanten belden hem op een speciaal daarvoor bestemd telefoonnummer. Vervolgens werd een afspraak gemaakt, waarbij de drugs in de buurt van de woning van verdachte of de woning van zijn moeder of in de auto van de klant tegen betaling aan de klant werd afgeleverd. Verdachte bewaarde zijn handelsvoorraad in de woning van zijn moeder.
Cocaïne en MDMA leveren een groot gevaar op voor de volksgezondheid, nu deze stoffen verslavend zijn en regelmatig gebruik gewoonlijk schadelijke lichamelijke, psychische en sociale gevolgen met zich brengt. De handel in verdovende middelen gaat bovendien vaak gepaard met zware criminaliteit en brengt ook bij degenen die hier niets mee te maken hebben gevoelens van onveiligheid met zich.
Verdachte had daarnaast een vuurwapen voorzien van een gevulde patroonhouder onder het matras van zijn bed liggen. Illegaal wapenbezit, zeker wanneer deze wapens in het bezit zijn van drugscriminelen, draagt in sterke mate bij aan de onveiligheid in de maatschappij. Het is van groot belang dat krachtig daartegen wordt opgetreden.
Verdachte had zijn drugshandel professioneel opgezet en er waren veel dealercontacten. In de woning van verdachte is een aanzienlijke hoeveelheid cash geld aangetroffen. Ook lagen er twee dure Rolex horloges, die door verdachte gefinancierd zijn met geld afkomstig uit zijn eigen misdrijf. Door het witwassen van crimineel vermogen wordt de onderliggende criminaliteit, in het onderhavige geval drugshandel, gefaciliteerd.
Uit dit alles blijkt de grootschaligheid en winstgevendheid van de door verdachte gedreven drugshandel. Verdachte heeft geen openheid van zaken willen geven.
Dit alles rekent de rechtbank verdachte zwaar aan.
Uit een Uittreksel Justitiële Documentatie van 7 november 2018 komt naar voren dat verdachte in het verleden voor uiteenlopende strafbare feiten is veroordeeld. Deze feiten dateren echter van lang geleden en spelen bij de straftoemeting geen rol meer.
Uit een reclasseringsadvies van 26 november 2018 van Leger des Heils Reclassering & Jeugdbescherming komt naar voren dat verdachte geen ondersteuning van de reclassering wenst. Los van zijn huidige detentie zegt hij geen problemen binnen zijn leefsituatie te ervaren. De reclassering ziet geen meerwaarde van begeleiding binnen een forensisch kader.
Met inachtneming van de LOVS-oriëntatiepunten voor de straftoemeting, daarbij in aanmerking genomen de duur van de drugshandel en de hoeveelheid verdovende middelen die bij verdachte is aangetroffen, acht de rechtbank voor de feiten een gevangenisstraf van 32 maanden passend en geboden.
De rechtbank komt tot een enigszins lagere straf dan door de officier van justitie is gevorderd, omdat de rechtbank minder bewezen acht dan de officier van justitie.
Verbeurdverklaring
De in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen en geldbedragen, te weten:
1. (5586227) motorfiets, 50MGZX, merk Piaggio, 2016
3. (5586083) € 340,-
4. (5586084) € 20,-
5. (5586106) € 50,-
6. (5586119) € 14.750,-
7. (5586159) € 2.340,-
8. (5586167) buitenlands geld, 300 GBP
9. (5586168) buitenlands geld, 100 USD
10. (5587114) buitenlands geld, 1320 MAD
- horloge, Rolex Date Just
- horloge, Rolex Day Date
die aan verdachte toebehoren, dienen te worden verbeurd verklaard en zijn daarvoor vatbaar, aangezien deze voorwerpen en geldbedragen geheel of grotendeels door middel van het bewezengeachte zijn verkregen. De rechtbank merkt op dat de twee Rolex horloges niet op de beslaglijst voorkomen maar wel onder verdachte zijn in beslag genomen. Omdat de rechtbank bewezen acht dat verdachte zich met betrekking tot deze horloges heeft schuldig gemaakt aan witwassen, zal de rechtbank ook deze voorwerpen verbeurd verklaren.
Onttrekking aan het verkeer
Onder verdachte zijn de volgende voorwerpen in beslag genomen:
11. (5586041) Glock 26
12. (5586046) patroonhouder
Nu met betrekking tot deze voorwerpen het onder 3 bewezengeachte is begaan en zij van zodanige aard zijn, dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of het algemeen belang, worden deze voorwerpen onttrokken aan het verkeer.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straffen en maatregel zijn gegrond op de artikelen 33, 33a, 36b, 36c, 57 en 420bis van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet en de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.

10.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Wijst af het verzoek tot het horen als getuigen van een zus van verdachte genaamd [naam zus] en een horlogehandelaar genaamd [naam handelaar] .
Verklaart bewezen dat verdachte het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
ten aanzien van het onder 1 bewezenverklaarde:
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
ten aanzien van het onder 2 bewezenverklaarde:
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
ten aanzien van het onder 3 bewezenverklaarde:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie;
ten aanzien van het onder 4 bewezenverklaarde:
witwassen.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte,
[verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvan
32 (tweeëndertig) maanden.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Verklaart verbeurd:
1. (5586227) motorfiets, 50MGZX, merk Piaggio, 2016
3. (5586083) € 340,-
4. (5586084) € 20,-
5. (5586106) € 50,-
6. (5586119) € 14.750,-
7. (5586159) € 2.340,-
8. (5586167) buitenlands geld, 300 GBP
9. (5586168) buitenlands geld, 100 USD
10. (5587114) buitenlands geld, 1320 MAD
- horloge, Rolex Date Just
- horloge, Rolex Day Date
Verklaart onttrokken aan het verkeer:
11. (5586041) Glock 26
12. (5586046) patroonhouder
Dit vonnis is gewezen door
mr. W.M.C. van den Berg, voorzitter,
mrs. C.C.M. Oude Hengel en E.G. Fels, rechters,
in tegenwoordigheid van B. de Hoogh, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 11 december 2018.
[...]
17.22
[...]
17.23
[...]
17.29
[...]