Op 26 september 2018 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 2 februari 2018 in Amsterdam het slachtoffer met een vuurwapen tegen het gezicht heeft geslagen. Dit leidde tot ernstig oogletsel, waarbij het linkeroog van het slachtoffer operatief moest worden verwijderd. De rechtbank heeft het vonnis op tegenspraak gewezen na een zitting op 12 september 2018, waarbij de officier van justitie, mr. S.M. Hoogerheide, de vordering heeft gedaan en de verdachte bijgestaan werd door zijn raadsman, mr. D. Fontein.
De tenlastelegging omvatte onder andere diefstal met geweld en zware mishandeling. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de diefstal met geweld, omdat de bewijsvoering onvoldoende was. Echter, de rechtbank achtte de zware mishandeling bewezen, omdat de verdachte met een vuurwapen op korte afstand en gericht tegen het gezicht van het slachtoffer heeft geslagen, wat een aanmerkelijke kans op zwaar lichamelijk letsel met zich meebracht.
De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 16 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren. Daarnaast is de verdachte verplicht om mee te werken aan reclasseringstoezicht en behandeling. De benadeelde partij, het slachtoffer, heeft een schadevergoeding van €20.000,- toegewezen gekregen voor immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente, en de rechtbank heeft de vordering tot vergoeding van advocaatkosten van €500,- toegewezen. De rechtbank heeft de overige vorderingen van de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard.