Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
[voornaam verdachte] ,
Rechtbank Amsterdam
Op 13 juni 2018 heeft de rechtbank Amsterdam zich onbevoegd verklaard om kennis te nemen van de strafzaak met parketnummer 13/698440-15. Dit vonnis is bij verstek gewezen naar aanleiding van de vordering van de officier van justitie, die strekte tot het vaststellen van het wederrechtelijk verkregen voordeel van de verdachte, geschat op € 248.558,03. De rechtbank oordeelde dat, aangezien zij zich onbevoegd verklaarde in de strafzaak, dit ook betekende dat zij onbevoegd was om kennis te nemen van de ontnemingsvordering die bij deze strafzaak hoorde. De beslissing om zich onbevoegd te verklaren werd genomen na het onderzoek op de terechtzitting van 13 juni 2018, waar de vordering van de officier van justitie werd besproken. De rechtbank heeft in haar vonnis duidelijk gemaakt dat de onbevoegdheid tot kennisneming van de ontnemingsvordering voortvloeit uit de onbevoegdheid in de strafzaak zelf. De rechtbank heeft zich dan ook uitgesproken over de ontnemingsvordering en verklaart zich onbevoegd tot kennisneming hiervan.