AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Verkoop en bezit van harddrugs door verdachte in Amsterdam
Op 27 juni 2018 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan het aanwezig hebben en het in vereniging verkopen van harddrugs. De verdachte, geboren in 1999, werd beschuldigd van het opzettelijk verkopen en aanwezig hebben van MDMA en cocaïne op verschillende data in Amsterdam. Tijdens de zitting op 13 juni 2018 heeft de officier van justitie, mr. J.H. van der Meij, de vordering ingediend, terwijl de verdachte en zijn advocaat, mr. W.K. Cheng, hun standpunten naar voren brachten. De rechtbank heeft vastgesteld dat op 31 augustus 2017 de verdachte in het bezit was van 35 tabletten MDMA en 1,77 gram cocaïne, en op 13 juli 2017 heeft hij in vereniging met een ander 8 MDMA tabletten verkocht aan een derde persoon. De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden zorgvuldig gewogen en is tot de conclusie gekomen dat de verdachte opzettelijk heeft gehandeld in strijd met de Opiumwet. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 90 dagen, waarvan 61 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar en bijzondere voorwaarden, waaronder het meewerken aan schuldhulpverlening en het hebben van een zinvolle dagbesteding. Tevens is de proeftijd van een eerdere voorwaardelijke veroordeling verlengd.
Voetnoten
1.Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende dossier bevinden, volgens de in dat dossier toegepaste nummering. Tenzij anders vermeld, gaat het daarbij om processen-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Proces-verbaal van aanhouding met nummer PL1300-2017185246-2 van 31 augustus 2017, doorgenummerde pag. 16, 17. Zie ook het proces-verbaal van verhoor van verdachte met nummer PL1300-2017185246-13 van 31 augustus 2017, doorgenummerde pagina pag. 10.
3.Processen-verbaal van kennisgeving van inbeslagneming van 31 augustus 2017 met nummer PL 1300-2017185246-7, doorgenummerde pag. 37 en nummer PL1300-2017185246-8, doorgenummerde pag. 40. In combinatie met rapport van het laboratorium forensische opsporing met nummer 1062N17 van 14 september 2017, ongenummerd.
4.Processen-verbaal van kennisgeving van inbeslagneming van 31 augustus 2017 met nummer PL 1300-2017185246-6 doorgenummerde pag. 36 en nummer PL 1300-2017185246-5 doorgenummerde pag. 31 in combinatie met rapport van het laboratorium forensische opsporing met nummer 1068N17 van 10 januari 2018, ongenummerd.
5.Proces-verbaal van bevindingen met nummer PL1300-2017148856-8, van 13 juli 2017, doorgenummerde pag. 15.
6.Proces-verbaal van bevindingen met nummer PL1300-2017148856-14 van 14 juli 2017, doorgenummerde pag. 10 en 11.
7.Proces-verbaal van bevindingen met nummer PL1300-2017148856-23 van 18 juli 2017 (ongenummerd): “In mijn proces-verbaal heb ik vermeld dat het totaal aantal wikkels welke in de telefoon van verdachte werden aangetroffen 10 betreft. Dit is foutief, het gaat om 8 wikkels met cocaïne.”
8.Proces-verbaal van bevindingen met nummer PL1300-2017148856-14 van 14 juli 2017, doorgenummerde pag. 13.
9.Processen-verbaal van kennisgeving van inbeslagneming van 13 juli 2017 met nummer PL 1300-2017148856-10 p. 47 en nummer PL1300-2017185246-13 p. 49-51 in combinatie met rapport van het laboratorium forensische opsporing met nummer 0821N17 van 24 juli 2017 en rapport van het laboratorium forensische opsporing met nummer 0823N17 van 28 augustus 2017, beide ongenummerd.