Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.De vordering en de grondslag daarvan
3.Het wederrechtelijk verkregen voordeel
€ 120.000,- wordt niet nader onderbouwd door feiten of omstandigheden en/of (nieuwe) stukken. Het bedrag is ook niet eerder naar voren gekomen in de verklaringen die [veroordeelde] heeft afgelegd bij de politie op 19 mei 2015 en 31 maart 2016.
€ 4.555,25, hebben betaald. De rechtbank zal de contante uitgaven ten aanzien van de vakanties dan ook verminderen met een bedrag van € 13.665,75.
4.Schatting wederrechtelijk voordeel
5.De verplichting tot betaling
6.Toepasselijke wettelijke voorschriften
7.Beslissing
€ 226.320,03.
[veroordeelde]de verplichting tot betaling van € 226.320,03 (tweehonderdzesentwintigduizend driehonderdtwintig euro en drie cent) aan de Staat.