ECLI:NL:RBAMS:2018:8790
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen naheffingsaanslag parkeerbelasting in Amstelveen
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 6 december 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen een man uit Almere, eiser, en de heffingsambtenaar van de gemeente Amstelveen, verweerder, over een naheffingsaanslag parkeerbelasting. De eiser ontving op 15 maart 2018 een naheffingsaanslag van een parkeercontroleur, die constateerde dat zijn auto zonder geldig parkeerrecht was geparkeerd. Eiser heeft bezwaar gemaakt, maar dit werd door de heffingsambtenaar ongegrond verklaard. Hierop heeft eiser beroep ingesteld.
Tijdens de zitting op 31 oktober 2018 heeft eiser betoogd dat hij wel degelijk had betaald voor het parkeren, namelijk om 12:08 uur, terwijl de aanslag om 12:06 uur was opgelegd. Eiser stelde dat hij niet veilig kon oversteken naar de eerste parkeerautomaat en dat hij pas bij de derde automaat zijn betaling heeft gedaan. De heffingsambtenaar verdedigde zich door te stellen dat de auto van eiser al eerder geparkeerd was en dat hij niet direct met betalen was begonnen.
De rechtbank oordeelde dat eiser aannemelijk had gemaakt dat hij direct na het parkeren bezig was met het voldoen van de parkeerbelasting. De rechtbank vond het onredelijk dat de aanslag was opgelegd, gezien het feit dat er slechts twee minuten lagen tussen het opleggen van de aanslag en de betaling. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de bestreden uitspraak en de naheffingsaanslag, en droeg de heffingsambtenaar op het betaalde griffierecht van € 46,- aan eiser te vergoeden.