ECLI:NL:RBAMS:2018:878

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
14 februari 2018
Publicatiedatum
15 februari 2018
Zaaknummer
13/665301-17
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in zaak van gewapende overval met een geldbedrag van 80.000 euro

Op 14 februari 2018 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van een gewapende overval op 22 juni 2017 te Amsterdam, waarbij een geldbedrag van 80.000 euro zou zijn gestolen. De rechtbank heeft het vonnis op tegenspraak gewezen na een zitting op 31 januari 2018, waar de officier van justitie, mr. B. Looijestijn, de vordering heeft gedaan en de verdediging door mr. N. Hendriksen is vertegenwoordigd. De zaak werd gelijktijdig behandeld met die van medeverdachten.

De tenlastelegging omvatte verschillende geweldsdelicten, waaronder het tonen van vuurwapens en het dreigen met geweld. De officier van justitie achtte de beschuldigingen bewezen op basis van getuigenverklaringen, camerabeelden en telecomgegevens. De verdediging betwistte echter de bewijsvoering en stelde dat de telefonische contacten van de verdachte met medeverdachten onvoldoende bewijs boden voor een veroordeling.

De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren. De rechtbank concludeerde dat de verdachte niet bewezen kon worden dat hij betrokken was bij de gewapende overval, ondanks zijn aanwezigheid in de buurt van het delict en de telefonische contacten. De rechtbank sprak de verdachte vrij van alle beschuldigingen. Tevens werd de vordering van de benadeelde partij, die € 80.000 aan schadevergoeding eiste, niet in behandeling genomen, omdat deze niet in de zaak van de verdachte was ingediend.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

VONNIS
Parketnummer: 13/665301-17
Datum uitspraak: 14 februari 2018
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1993,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen en verblijvende op het adres [BRP-adres] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 31 januari 2018.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie,
mr. B. Looijestijn, en van wat verdachte en zijn raadsman, mr. N. Hendriksen, naar voren hebben gebracht.
De zaak tegen verdachte is gelijktijdig behandeld met de zaken tegen de medeverdachten [medeverdachte 1] (13/665251-17), [medeverdachte 2] (13/665252-17) en [medeverdachte 3] (13/665295-17).

2.Tenlastelegging

Aan verdachte is primair ten laste gelegd dat hij op of omstreeks 22 juni 2017 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, op de openbare weg (te weten het Portsmuiden), tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een geldbedrag van 80.000 euro, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen voornoemde [benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 2] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) aan voormeld misdrijf de vlucht mogelijk te maken en/of het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte en/of zijn mededader(s) opzettelijk gewelddadig en/of dreigend
- één of meerdere vuurwapen(s), althans één of meerdere op (een) vuurwapen(s) gelijkend(e) voorwerp(en), aan voornoemde [benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 2] heeft/hebben getoond en/of
- met voornoemd(e) vuurwapen(s), althans één of meerdere op (een) vuurwapen(s) gelijkend(e) voorwerp(en), in de richting van voornoemde [benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 2] heeft/hebben gewezen en/of
- voornoemd(e) vuurwapen(s), althans één of meerdere op (een) vuurwapen(s) gelijkend(e) voorwerp(en), op de/het hoofd(en) van voornoemde [benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 2] heeft/hebben gezet en/of
- met voornoemd(e) vuurwapen(s), althans één of meerdere op (een) vuurwapen(s) gelijkend(e) voorwerp(en), in de richting van voornoemde [benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 2] heeft/hebben geschoten en/of
- tegen voornoemde [benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 2] heeft/hebben gezegd: "Give me the bag", in elk geval (telkens) woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- voornoemde [benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 2] tegen het hoofd en/of tegen het lichaam heeft/hebben geslagen en/of gestompt en/of geschopt en/of getrapt en/of
- aan de tas van voornoemde [benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 2] heeft/hebben getrokken.
Subsidiair is aan verdachte ten laste gelegd dat [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 3] en/of één of meerdere tot op heden onbekend gebleven perso(o)n(en) op of omstreeks 22 juni 2017 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, op de openbare weg (te weten het Portsmuiden), tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een geldbedrag van 80.000 euro, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan die [medeverdachte 1] en/of één of meer tot op heden onbekend gebleven perso(o)n(en), welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 2] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan andere deelnemers van voormeld misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat [medeverdachte 2] en/of één of meer tot op heden onbekend gebleven perso(o)n(en), opzettelijk gewelddadig en/of dreigend
- één of meerdere vuurwapen(s), althans één of meerdere op (een) vuurwapen(s) gelijkend(e) voorwerp(en), aan voornoemde [benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 2] heeft/hebben getoond en/of
- met voornoemd(e) vuurwapen(s), althans één of meerdere op (een) vuurwapen(s) gelijkend(e) voorwerp(en), in de richting van voornoemde [benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 2] heeft/hebben gewezen en/of
- voornoemd(e) vuurwapen(s), althans één of meerdere op (een) vuurwapen(s) gelijkend(e) voorwerp(en), op de/het hoofd(en) van voornoemde [benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 2] heeft/hebben gezet en/of
- met voornoemd(e) vuurwapen(s), althans één of meerdere op (een) vuurwapen(s) gelijkend(e) voorwerp(en), in de richting van voornoemde [benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 2] heeft/hebben geschoten en/of
- tegen voornoemde [benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 2] heeft/hebben gezegd: "Give me the bag", in elk geval (telkens) woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- voornoemde [benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 2] tegen het hoofd en/of tegen het lichaam heeft/hebben geslagen en/of gestompt en/of geschopt en/of getrapt en/of
- aan de tas van voornoemde [benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 2] heeft/hebben getrokken,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 22 juni 2017 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door:
- zich voor te doen als een verkopende partij van een groot aantal schoenen en/of
- een locatie te bepalen voor deze verkoop en/of
- ( telefonisch) contact te onderhouden als tussenpersoon met de zogenaamde verkopers en/of tussenpersonen van deze verkoop ( [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 3] ) en met de daders van de straatroof met geweld in vereniging.

3.Vrijspraak

3.1
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie acht het primair ten laste gelegde bewezen. Hij komt hiertoe op grond van de aangiftes van [benadeelde partij 2] en [benadeelde partij 1] , de camerabeelden van de Febo, de historische telecomgegevens tussen de telefoon van verdachte en die van medeverdachte [medeverdachte 3] (hierna: [medeverdachte 3] ) en de locaties van de zendmasten in de buurt van het plaats delict die de telefoon van verdachte gedurende de nacht van de overval hebben aangestraald.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman bepleit dat verdachte dient te worden vrijgesproken. Het feit dat de telefoon van verdachte zendmasten in de buurt van het plaats delict heeft aangestraald, is volgens hem onvoldoende om tot een bewezenverklaring te komen, omdat de telefoon van verdachte de desbetreffende nacht zendmasten verspreid door heel Amsterdam heeft aangestraald. Bovendien zeggen de telefonische contacten in de nacht tussen verdachte en [medeverdachte 3] niets, omdat onduidelijk is waar deze contacten betrekking op hebben.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht het ten laste gelegde niet bewezen, zodat verdachte daarvan dient te worden vrijgesproken. Er is niet komen vast te staan dat verdachte degene is geweest die in de nacht van 21 juni 2017 op 22 juni 2017 [benadeelde partij 2] , met behulp van een vuurwapen, heeft beroofd van een geldbedrag van € 80.000,-. Het feit dat verdachte de desbetreffende nacht in zijn auto in de buurt van het plaats delict heeft gereden én diezelfde nacht telefonisch contact heeft gehad met [medeverdachte 3] , is onvoldoende om tot de conclusie te komen dat verdachte zich die nacht heeft schuldig gemaakt aan een gewapende overval of daaraan medeplichtig is geweest.

4.De vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 2]

De benadeelde partij [benadeelde partij 2] vordert € 80.000,00 aan materiële-schadevergoeding en
€ 2.700,00 aan immateriële-schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente. Deze vordering is op 13 september 2017 ingediend in de zaken van de medeverdachten (13/665251-17 en 13/665252-17).
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat moet worden begrepen dat de vordering ook in de zaak van verdachte en de overige medeverdachte is ingediend. Volgens hem kan het gehele gevorderde bedrag worden toegewezen, maar moet dit worden verdeeld over de vier verdachten. Hij heeft geëist de vordering in deze zaak toe te wijzen tot € 20.675,00.
De raadsman is van mening dat de vordering niet in de zaak van verdachte is ingebracht en er daarom niet op beslist kan worden dan wel dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk moet worden verklaard.
De rechtbank stelt vast dat de vordering van [benadeelde partij 2] is aangebracht in de zaak van twee van de medeverdachten. Niet is gebleken dat [benadeelde partij 2] er niet van op de hoogte was dat er nog meerdere verdachten zijn. Hij is immers ook uitgenodigd voor de zitting(-en). Omdat de vordering niet is ingebracht in de zaak van verdachte zal de rechtbank dan ook geen beslissing nemen ten aanzien van de vordering benadeelde partij.

4.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart het ten laste gelegde niet bewezen en
spreekt verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door
mr. P.P.C.M. Waarts, voorzitter,
mrs. M. Vaandrager en P. Farahani, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. S.C. van Klaveren, griffier.
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 14 februari 2018.
De oudste rechter is buiten staat
dit vonnis mede te ondertekenen.