Op 19 juli 2018 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een ondernemer die werd beschuldigd van het doen van onjuiste aangiften omzetbelasting (OB) over de jaren 2012 en 2013. De verdachte, die als algemeen directeur en enig aandeelhouder van zijn onderneming fungeerde, had de aangiften uit zijn hoofd gedaan terwijl hij verslaafd was aan alcohol en drugs. De Belastingdienst ontdekte tijdens een boekenonderzoek dat de omzet in de administratie significant hoger was dan de aangegeven omzet, wat resulteerde in een naheffing van bijna twee ton. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte opzettelijk onjuiste aangiften heeft gedaan, wat heeft geleid tot een te laag bedrag aan belastingheffing. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van negen maanden, maar de rechtbank hield rekening met de verslaving van de verdachte en zijn pogingen om deze aan te pakken. Uiteindelijk werd de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee maanden en een taakstraf van 240 uur, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis bij niet-naleving. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en de impact op de maatschappij, maar ook de positieve ontwikkeling van de verdachte in zijn herstelproces.