Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
vonnis van de kantonrechterkort geding
[eiser]
de naamloze vennootschap ABN AMRO Bank N.V.
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
GRONDEN VAN DE BESLISSING
Uitgangspunten
e-mail van 1 mei 2018 heeft de secretaris van de Ontslagadviescommissie aan de gemachtigde van [eiser] het mondelinge tussenvonnis gestuurd. Daarin is onder meer opgenomen:
De Commissie is verder tot het voorlopige oordeel gekomen dat de bank haar verzoek om de arbeidsovereenkomst met de heer [eiser] op te kunnen zeggen, voor zover dat betrekking heeft op de onmogelijkheid om betrokkenen te herplaatsen, mede gelet op de gemotiveerde betwisting van dat standpunt door verweerder, onvoldoende heeft onderbouwd.De bank wordt door de Commissie in de gelegenheid gesteld haar verzoek nader te onderbouwen door binnen 15 werkdagen een assessment uit te laten voeren door een externe (onafhankelijke) partij omtrent de vraag of de functies CR Medewerker A II en CR Medewerker A III als passend kunnen worden aangemerkt. (..)
Dit selectieassessment is gericht op de functie Credit Risk Medewerker. (..)Zoals aangegeven zien wij dat het profiel van de heer [eiser] uitstekend past bij de Credit Risk Medewerker. En dat is op zich niet verwonderlijk bij iemand die als gedurende langere periode dit vak uitvoert. Als we kijken naar de competenties die ABN AMRO geschetst heeft als relevant voor de Credit Risk Medewerker 2.0 zien wij echter een aantal aandachtspunten. Puur gelet op deze competenties is ons adviesnegatief. (..)
Uit het assessment blijkt dat de heer [eiser] niet geschikt is voor de functie van CR Medewerker A II en A III. Het assessment geeft echter geen antwoord op de vraag of de heer [eiser] niet binnen een redelijke termijn door middel van scholing wel geschikt kan worden geacht voor die functies. De heer [eiser] stelt in zijn schriftelijke reactie (..) dat dit wel het geval zou zijn, maar laat na zijn standpunt te onderbouwen.De heer [eiser] wordt (..) in de gelegenheid gesteld met bewijs te komen ter onderbouwing van het standpunt, dat hij door scholing binnen een termijn vanvijf maanden
(vanaf heden) geschikt kan worden gemaakt voor de betreffende functies. (..)
Gezien het voorgaande komt de Commissie tot het oordeel dat genoegzaam is aangetoond dat de arbeidsplaats van verweerder is komen te vervallen. (..) De Commissie oordeelt derhalve dat sprake is van een redelijke ontslaggrond (..).
Het geschil
a. om hem binnen zeven dagen na betekening van het vonnis in staat te stellen zijn werkzaamheden op de normale gebruikelijke wijze te hervatten, primair in de functie CR A-III, subsidiair in de functie CR A-II, met alle bevoegdheden en faciliteiten die [eiser] krachtens de arbeidsovereenkomst toekomen, één en ander op straffe van een dwangsom;
b. om hem binnen zeven dagen na betekening van het vonnis toestemming te verlenen op kosten van ABN de opleiding conform het opleidingsplan van Van Ede & Partners bij Van Ede & Partners te volgen, alsook de post HBO-opleiding Big Data Finance bij de InHolland Academy, zoals in productie 7 bij de dagvaarding gespecificeerd, te mogen volgen, één en ander op straffe van een dwangsom;
c. tot betaling van een voorschot op de vergoeding van de kosten voor rechtsbijstand van € 13.000,00 exclusief kantoorkosten en btw;
d. tot betaling van de proceskosten.
Beoordeling
14 september 2018 geoordeeld. Als logisch gevolg daarvan concludeert de Ontslagadviescommissie dat ABN er niet in was geslaagd voldoende aannemelijk te maken dat [eiser] niet binnen redelijke termijn was te herplaatsen in een passende functie. Dat is immers de toets die voorlag. De kantonrechter maakt uit de beslissing van de Ontslagadviescommissie op dat deze beide functies passend acht voor [eiser] , zij het na het volgen van de door [eiser] voorgestelde en voldoende toegelichte opleidingen, waarmee de benodigde competenties binnen een termijn van vijf maanden te verwerven zijn.
BESLISSING
a. [eiser] binnen zeven dagen na betekening van het vonnis in staat te stellen zijn werkzaamheden op de normale gebruikelijke wijze te hervatten in de functie Credit Risk medewerker A-III, met alle bevoegdheden en faciliteiten die [eiser] krachtens de arbeidsovereenkomst toekomen, op straffe van een dwangsom van
€ 1.000,00 per dag dat ABN daarmee in gebreke blijft, met een maximum van
€ 90.000,00;
b. om [eiser] binnen zeven dagen na betekening van het vonnis toestemming te verlenen op kosten van ABN de opleiding conform het opleidingsplan van Van Ede & Partners bij Van Ede & Partners te volgen, alsook de post HBO-opleiding Big Data Finance bij de InHolland Academy, zoals in productie 7 bij de dag gespecificeerd, te mogen volgen, op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 per dag dat ABN daarmee in gebreke blijft, met een maximum van € 90.000,00;
exploot € 98,01
salaris € 400,00
griffierecht € 79,00
---------
totaal € 577,01
voor zover van toepassing, inclusief btw;
29 november 2018 in tegenwoordigheid van de griffier, mr. T.C. van Andel.