9.3.Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van een voltooide ramkraak. Verdachte heeft samen met zijn mededaders met een bestelbus (tegen) de roldeur van het bedrijfspand ‘Buyforyou’ geramd en heeft vervolgens verpakkingen melkpoeder in de gereedstaande door een derde gehuurde bestelbus geladen. Door op deze wijze te handelen heeft verdachte, gedreven door de wens om snel geld te “verdienen” de benadeelde aanzienlijke schade en ongemak toegebracht. Daarnaast is dit feit beangstigend geweest voor getuige [naam getuige] die boven het bedrijfspand woonde. De rechtbank rekent dit verdachte zwaar aan. Daarbij is ook betrokken dat de verdachte tijdens de zitting weliswaar een bekennende verklaring heeft afgelegd en schuldbesef heeft getoond maar de rechtbank niet alle vertrouwen heeft in de nogal globale mededeling van verdachte dat hij zich in de toekomst zal onthouden van strafbare feiten.
De rechtbank heeft bij de strafmaat aansluiting gezocht bij de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht. Hierbij is het uitgangspunt bij een ramkraak een gevangenisstraf van negen maanden.
Anders dan de officier van justitie acht de rechtbank een taakstraf en een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf gezien de ernst van het feit niet passend. De rechtbank ziet wel aanleiding een deels voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen nu verdachte nog jong is en hij op zitting openheid van zaken heeft gegeven en de ramkraak heeft bekend.
Met de officier van justitie en conform de reclasseringsadviezen van 22 augustus 2017 en 29 mei 2018 acht de rechtbank toepassing van het adolescentenstrafrecht niet aan de orde. Volgens de reclassering lijkt bij verdachte geen sprake te zijn van een licht verstandelijke beperking, komt hij niet jonger over dan zijn kalenderleeftijd en is schoolgang niet strikt noodzakelijk. De reclassering kan geen inschatting maken ten aanzien van de mogelijkheden tot pedagogische beïnvloeding. Hoewel betrokkene mogelijk geen doordachte keuze heeft gemaakt, lijkt hij daartoe wel in staat. Tevens leidt hij een volwassen, zelfstandig leven, aldus de reclassering. Uit het voorgaande blijkt niet dat verdachte dusdanig vatbaar is voor pedagogische beïnvloeding dat een uitzondering dient te worden gemaakt op de hoofdregel dat meerderjarigen volgens het meerderjarigenstrafrecht worden berecht.
Gelet op het bovenstaande zal de rechtbank een gevangenisstraf van negen maanden waarvan vier maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren opleggen.
Ten aanzien van de benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij
Buyforyou, vertegenwoordigd door [naam] , vordert € 14.509,35 aan materiële schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente.
Vast staat dat aan de benadeelde partij door het bewezenverklaarde rechtstreeks materiële schade is toegebracht.
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij ten aanzien van de blikken babymelkpoeder niet-ontvankelijk moet worden verklaard dan wel moet worden afgewezen, nu niet duidelijk is of de benadeelde partij daadwerkelijk schade heeft geleden. Ook is niet duidelijk om hoeveel pakken babymelkpoeder het nu daadwerkelijk gaat, omdat er wisselende aantallen worden genoemd.
Ten aanzien van de gevorderde schade voor de roldeur dient enkel de schade zonder btw te worden toegewezen. De btw heeft de benadeelde partij immers al van de belasting teruggekregen.
Met de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat voldoende aannemelijk is geworden dat de benadeelde partij schade heeft geleden door de diefstal van de blikken babymelkpoeder. De rechtbank zal voor het schatten van de geleden schade uitgaan van tweehonderd pakken à € 16,-. Dit levert in totaal een bedrag op van € 3.200,- aan geleden schade. Daarnaast zal de rechtbank de gevorderde schade voor de overheaddeur toewijzen, met uitzondering van de gevorderde btw. Dit komt neer op een bedrag van € 2.735,-.
De rechtbank concludeert dat de vordering tot materiële schadevergoeding tot een bedrag van in totaal € 5.935,- zal worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd.
De benadeelde partij zal voor het overige niet-ontvankelijk worden verklaard in zijn vordering. De behandeling van de vordering levert voor dit deel een onevenredige belasting van het strafgeding op omdat de vordering onvoldoende is onderbouwd en het toelaten van nadere bewijslevering zou betekenen dat de behandeling van de strafzaak moet worden aangehouden. De benadeelde partij kan het resterende deel van zijn vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
In het belang van
Buyforyou, vertegenwoordigd door [naam] , wordt, als extra waarborg voor betaling aan laatstgenoemde, de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht aan verdachte opgelegd. Dit betekent dat aan verdachte de hoofdelijke verplichting wordt opgelegd om voormeld bedrag aan de Staat te betalen.