ECLI:NL:RBAMS:2018:8419

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
26 november 2018
Publicatiedatum
27 november 2018
Zaaknummer
7158080 CV EXPL 18-18434
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schadevergoeding bij uitschakeling onderdrukmachine tijdens asbestsanering

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 26 november 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiseres en een gedaagde over schadevergoeding. De eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. R. Muit, vorderde dat de gedaagde, die in persoon procedeerde, werd veroordeeld tot betaling van schadevergoeding omdat hij een onderdrukmachine had uitgezet die werd gebruikt tijdens asbestsaneringswerkzaamheden in de nabijheid van zijn woning. De eiseres stelde dat de gedaagde onrechtmatig had gehandeld door de machine uit te schakelen, wat leidde tot extra kosten en vertraging van de werkzaamheden. De gedaagde betwistte de vordering en stelde dat hij slechts één keer de machine had uitgezet, uit bezorgdheid over de gezondheid en de overlast die de machine veroorzaakte.

De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde niet onrechtmatig had gehandeld. Hij had geen voorafgaande informatie ontvangen over de werkzaamheden en zijn angst voor mogelijke gezondheidsrisico's was begrijpelijk. De rechter concludeerde dat de eiseres niet had aangetoond dat de gedaagde meerdere keren de machine had uitgezet en dat er geen wettelijke informatieplicht bestond die de eiseres verplichtte om de gedaagde te informeren. Aangezien er geen onrechtmatig handelen was vastgesteld, werd de vordering van de eiseres afgewezen en werd zij veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde, die op nihil werden begroot omdat de gedaagde in persoon had geprocedeerd.

Dit vonnis benadrukt het belang van communicatie en informatievoorziening bij asbestsaneringswerkzaamheden, vooral voor omwonenden die mogelijk worden beïnvloed door de werkzaamheden. De uitspraak geeft ook inzicht in de beoordeling van onrechtmatige daad in het kader van schadevergoeding.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 7158080 CV EXPL 18-18434
vonnis van: 26 november 2018

vonnis van de kantonrechter

I n z a k e

[eiseres]

gevestigd te [vestigingsplaats]
eiseres
nader te noemen: [eiseres]
gemachtigde: mr. R. Muit
t e g e n

[gedaagde]

wonende te [woonplaats]
gedaagde
nader te noemen: [gedaagde]
procederend in persoon

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

De volgende stukken bevinden zich in het procesdossier:
- de dagvaarding van 14 augustus 2018, met producties;
- de conclusie van antwoord, met producties;
- het instructievonnis;
- de dagbepaling comparitie.
De comparitie heeft plaatsgevonden op 24 oktober 2018. Daaraan voorafgaande heeft [eiseres] nog aanvullende producties overgelegd. Namens [eiseres] is de heer [naam 1] verschenen, vergezeld door de gemachtigde. [gedaagde] is in persoon verschenen. Partijen hebben hun standpunten - mede aan de hand van pleitnotities - toegelicht en hebben vragen van de kantonrechter beantwoord. Ten slotte is vonnis gevraagd en is een datum voor vonnis bepaald.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Feiten

1. Als gesteld en niet (voldoende) weersproken staat het volgende vast:
1.1.
In de zomer van 2017 heeft [eiseres] asbestsaneringswerkzaamheden laten verrichten door [naam B.V.] (hierna: [naam B.V.] ) in vier door haar verhuurde woningen. Eén van de woningen waar de werkzaamheden moesten plaatsvinden betrof de [adres 1] .
1.2.
De woning van [gedaagde] ( [adres 2] ) is gelegen in de directe nabijheid van de [adres 1] , met één ander huis tussen deze twee woningen in.
1.3.
[eiseres] heeft haar huurders in de omgeving vooraf geïnformeerd over de uit te voeren werkzaamheden. [gedaagde] is geen huurder van [eiseres] en heeft dus geen informatiebrief gekregen.
1.4.
Om de saneringswerkzaamheden uit te voeren maakte [naam B.V.] gebruik van een zogenaamde onderdrukmachine. Deze machine werd geplaatst in de achtertuin van de [adres 1] . Op donderdag 18 mei 2017 werd de machine voor het eerst aangezet.
1.5.
De machine maakte veel lawaai, waar buurtbewoners last van hadden. Ook blies de machine lucht richting de tuin van [gedaagde] .
1.6.
[naam 1] van [eiseres] werd op zaterdagochtend 20 mei 2017 gebeld door [naam B.V.] met de mededeling dat de onderdrukmachine was uitgezet. [naam 2] van [naam B.V.] heeft de machine die dag weer aangezet en een kartonnen bordje bij de machine achtergelaten met zijn telefoonnummer erop.
1.7.
Zaterdagavond 20 mei 2017 heeft [gedaagde] geprobeerd het telefoonnummer op het kartonnen bordje te bellen. Er werd niet opgenomen. [gedaagde] heeft vervolgens het volgende Whatsapp-bericht naar het telefoonnummer gestuurd:

Beste lezer, hierbij wil ik u informeren dat we de asbest sanering ventilator hebben uitgezet. We ervaren erg veel geluidsoverlast. We zijn tevens niet geinformeerd over deze ingrijpende, langdurige en mogelijk gevaarlijke ingreep. We wonen hier met een gezin (jong kind en hoogzwangere vrouw). Wij zijn geen huurders van [eiseres] , maar wonen in het pand ernaast ( [adres 2] ). Al met al vinden we het een onacceptabele situatie en willen eerst tekst en uitleg en een oplossing voor de overlast. Groet, [gedaagde]
1.8.
[gedaagde] heeft de onderdrukmachine op zaterdagavond 20 mei 2017 uitgezet.
1.9.
Op maandag 22 mei 2017 is een gemeentelijk ambtenaar langs geweest, die aan [naam B.V.] heeft gevraagd de overlast te verminderen. [naam B.V.] heeft de onderdrukmachine vanaf dat moment niet meer in de avond en de nacht gebruikt.
1.10.
Bij brief van 15 augustus 2017 heeft [eiseres] [gedaagde] aansprakelijk gesteld voor door haar geleden schade ten gevolge van het uitschakelen van de onderdrukmachine. [gedaagde] heeft aansprakelijkheid afgewezen.

Vordering

2. [eiseres] vordert dat [gedaagde] bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
a. € 1.667,77 aan hoofdsom;
b. € 302,71 aan buitengerechtelijke incassokosten;
c. rente over € 1.667,77 vanaf 14 augustus 2018 tot aan de voldoening;
d. de proceskosten.
3. Aan haar vordering legt [eiseres] ten grondslag dat [gedaagde] onrechtmatig heeft gehandeld ten opzichte van [eiseres] , waardoor schade is ontstaan. Doordat [gedaagde] de onderdrukmachine in de achtertuin van [adres 1] tot drie keer toe heeft uitgeschakeld, heeft [eiseres] extra kosten moeten maken in de vorm van een extra meting en een toeslag voor een spoedanalyse. Ook zijn de werkzaamheden vertraagd, waardoor de huurders van de [adres 1] zeven extra dagen in een wisselwoning hebben moeten verblijven. In totaal bedraagt de schade € 1.667,77. [gedaagde] heeft, ondanks sommaties daartoe, geweigerd de schade te vergoeden.

Verweer

4. [gedaagde] verweert zich tegen de vordering en stelt dat niet aan de vereisten voor onrechtmatige daad is voldaan. [gedaagde] stelt dat hij de onderdrukmachine niet drie keer, maar slechts één keer heeft uitgezet. Dit was op zaterdagavond 20 mei 2017, nadat hij eerst contact had geprobeerd te zoeken met [naam B.V.] . Omdat [gedaagde] niet vooraf geïnformeerd was over de uit te voeren werkzaamheden, was hij niet gerustgesteld dat de mogelijke gezondheidsrisico’s van de asbestsanering voldoende werden ondervangen, zeker nu de onderdrukmachine lucht rechtstreeks zijn tuin in blies. Dit, gecombineerd met de geluidoverlast die dag en nacht doorging, heeft [gedaagde] doen besluiten om de machine stop te zetten. Voorts betwist [gedaagde] dat [eiseres] hierdoor schade heeft geleden.

Beoordeling

5. [eiseres] heeft de gevorderde schadevergoeding gebaseerd op onrechtmatige daad. Artikel 6:162 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt dat hij die jegens een ander een onrechtmatige daad pleegt, welke hem kan worden toegerekend, verplicht is de schade die de ander dientengevolge lijdt, te vergoeden. Als onrechtmatige daad worden aangemerkt een inbreuk op een recht en een doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht of met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt (een en ander behoudens de aanwezigheid van een rechtvaardigingsgrond).
6. In de eerste plaats is in geschil de vraag of [gedaagde] jegens [eiseres] onrechtmatig heeft gehandeld. [eiseres] stelt dat [gedaagde] onrechtmatig heeft gehandeld door, zonder haar toestemming, de onderdrukmachine meerdere malen uit te schakelen. [gedaagde] heeft betwist dat hij de machine meerdere malen heeft uitgeschakeld. Hij heeft niet onrechtmatig gehandeld door de machine op 20 mei 2017 eenmalig uit te schakelen, nadat hij geprobeerd had contact met de asbestsaneerder op te nemen. Deze actie werd ingegeven door onwetendheid, angst en overlast.
7. De kantonrechter overweegt in de eerste plaats dat tussen partijen vast staat dat [gedaagde] vooraf niet geïnformeerd was door [eiseres] over de geplande werkzaamheden. Hoewel er, zoals [eiseres] ter zitting terecht heeft opgemerkt, geen wettelijke informatieplicht voor [eiseres] bestaat, kan dit wel een omstandigheid vormen die van belang is voor de vraag naar de eventuele onrechtmatigheid van het gedrag van [gedaagde] . [eiseres] heeft geen redelijke verklaring kunnen geven voor het feit dat niet alle direct omwonenden waren geïnformeerd. Haar stelling dat zij moeilijk heel Amsterdam kan informeren is gechargeerd en daarnaast onbegrijpelijk. Op zijn minst mocht van [eiseres] worden verwacht dat zij de mensen in de buurt die zicht hadden op de werkzaamheden en mogelijkerwijs last konden krijgen van geluidsoverlast informeerde, zodat zij wisten wat er aan de hand was.
8. Dit geldt des te meer nu asbestsaneringswerkzaamheden naar hun aard gevoelens van angst en vrees voor gezondheidsschade bij omwoners kunnen oproepen. [gedaagde] heeft aangevoerd dat dit ook bij zijn beslissing om de onderdrukmachine uit te zetten een rol speelde. De machine blies lucht rechtstreeks zijn tuin in. Nu [gedaagde] geen idee had of deze lucht gefilterd was, wat voor werkzaamheden er plaatsvonden aan de [adres 1] , danwel welk bedrijf deze werkzaamheden uitvoerde, was zijn angst begrijpelijk. Deze angst in combinatie met de aanhoudende geluidsoverlast die de machine gaf, maakt dat het handelen van [gedaagde] onder de gegeven omstandigheden niet kan worden aangemerkt als onrechtmatig.
9. Daarbij speelt ook een rol dat [gedaagde] de onderdrukmachine niet zomaar heeft uitgezet. Hij heeft op 20 mei 2017 eerst geprobeerd contact te zoeken met het achtergelaten telefoonnummer. Gesteld noch gebleken is dat er vóór 20 mei 2017 mogelijkheden waren voor [gedaagde] om met [eiseres] , danwel [naam B.V.] , in contact te treden. Dat [gedaagde] de onderdrukmachine vóór zaterdagavond 20 mei 2017 ook al een of meerdere keren had stopgezet is door [eiseres] , die de bewijslast van deze stelling draagt, op geen enkele manier aangetoond.
10. Nu er geen sprake is van onrechtmatig handelen van [gedaagde] , is er geen grondslag voor toewijzing van de vordering van [eiseres] . De vordering wordt daarom afgewezen.
11. [eiseres] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van [gedaagde] . Deze zullen worden begroot op nihil, nu [gedaagde] in persoon heeft geprocedeerd en niet is gebleken van kosten die voor vergoeding in aanmerking komen.

BESLISSING

De kantonrechter:
wijst de vordering af;
veroordeelt [eiseres] in de proceskosten die aan de zijde van [gedaagde] tot op heden begroot worden op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.L.J.M. de Waal, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 26 november 2018 in tegenwoordigheid van de griffier.