Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de voorzieningenrechter van 27 november 2018 in de zaak tussen
[verzoekster] te Amsterdam, verzoekster
de burgemeester
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
Rechtsmiddel
BIJLAGE
(…)
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 27 november 2018 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening van een massagesalon in Amsterdam. De verzoekster, de eigenaar van de massagesalon, had bezwaar gemaakt tegen een besluit van de burgemeester van Amsterdam, waarbij haar een last onder bestuursdwang was opgelegd. Dit besluit was gebaseerd op bevindingen van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI), waaruit bleek dat in de massagesalon tegen betaling seksuele handelingen zouden worden verricht. De voorzieningenrechter oordeelde dat de verzoekster de uitkomsten van het NFI-onderzoek niet betwistte en dat er voldoende bewijs was om te concluderen dat de massagesalon fungeerde als een seksinrichting. De voorzieningenrechter wees erop dat de massagesalon in 2015 al eerder was gesloten om dezelfde reden en dat de verzoekster op de hoogte was van de maatregelen die in haar bedrijfsplan waren opgenomen om illegale activiteiten te voorkomen. De voorzieningenrechter concludeerde dat de burgemeester bevoegd was om de last onder bestuursdwang op te leggen en dat het belang van handhaving in dit geval zwaarder woog dan de belangen van de verzoekster. Het verzoek om een voorlopige voorziening werd afgewezen, en de voorzieningenrechter verwachtte dat het bestreden besluit in bezwaar stand zou houden.