Op 26 november 2018 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van meerdere feiten, waaronder hennepteelt en diefstal van elektriciteit. De rechtbank heeft het onderzoek ter terechtzitting gevoerd op 19 september, 20 september en 12 november 2018. De officier van justitie, mr. M. al Mansouri, heeft vrijspraak gevorderd voor de feiten 2 en 3 wegens gebrek aan bewijs, terwijl zij de feiten 1, 4, 5, 6, 7 en 8 als wettig en overtuigend bewezen achtte. De verdediging, vertegenwoordigd door mr. A.J. Admiraal, heeft vrijspraak bepleit voor de feiten 1 tot en met 7 en zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank voor feit 8.
De rechtbank heeft de tenlastelegging in acht genomen, waarbij de verdachte werd beschuldigd van het telen van hennepplanten en het stelen van elektriciteit in verschillende periodes en locaties. De rechtbank heeft vastgesteld dat er onvoldoende bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij de hennepteelt en de diefstal van elektriciteit, en heeft de verdachte vrijgesproken van deze feiten. Echter, de rechtbank heeft wel vastgesteld dat de verdachte op 11 juli 2016 in Amsterdam voorhanden had een viertal munitiepatronen, wat in strijd is met de Wet wapens en munitie.
De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een geldboete van € 150,00, rekening houdend met de overschrijding van de redelijke termijn van de procedure. De rechtbank heeft ook beslist over de teruggave van in beslag genomen goederen aan de verdachte, met uitzondering van de goederen waarop conservatoir beslag rust. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, met mr. A.A. Spoel als voorzitter.