Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM,
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
volgens eigen zeggen tot zijn arrestatie verbleven hebbend op het adres:
[adres] ,
1.Procesgang
’s-Gravenhage en door een tolk in de Albanese taal.
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
Hij heeft verklaard dat hij sinds 2016 Grieks staatsburger is en sindsdien over een Grieks paspoort beschikt. Eerder had de opgeëiste persoon een Albanees paspoort, maar hij beschouwt zichzelf als ‘van oorsprong Grieks’.
3.Grondslag en inhoud van het EAB
12 september 2018.
4.Strafbaarheid, feit vermeld op bijlage 1 bij de OLW
illegale handel in verdovende middelen en psychotrope stoffen.
5.Onschuldverweer
6.Artikel 6, vijfde lid OLW
De IND heeft echter verklaard dat de opgeëiste persoon sinds 21 september 2018 als EU burger staat geregistreerd en een rechtmatig verblijf geniet op grond van de werking van het EG-Verdrag (artikel 8.7 Vreemdelingenbesluit). Dat de opgeëiste persoon mogelijk ook de Albanese nationaliteit heeft of heeft gehad staat niet in de weg aan een geslaagd beroep op gelijkstelling.
7.Slotsom
8.Toepasselijke wetsartikelen
9.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan het Parket van de Rechtbank van Eerste Aanleg van Luxemburg, afdeling Marche-en-Famenne, ten behoeve van het in België tegen hem gerichte strafrechtelijk onderzoek naar het feit waarvoor zijn overlevering wordt verzocht.