Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Voorvragen
NJ 2009, 394 (https://www.navigator.nl/), m.nt. A.H. Klip ( [naam uitspraak] ), par. 76) immers overwogen dat een overgeleverde persoon kan worden vervolgd en berecht
alvorenstoestemming daarvoor is verkregen, op voorwaarde dat geen vrijheidsbeperkende maatregel wordt opgelegd tijdens de vervolging of de berechting van dat feit. In onderhavige zaak mocht verdachte aldus worden vervolgd voor feit 3 ondanks dat er nog geen toestemming daartoe was van de Duitse autoriteiten. Toestemming moet immers slechts worden gevraagd en verkregen indien een vrijheidsstraf ten aanzien van feit 3 ten uitvoer moet worden gelegd. Het verweer van de raadsman wordt verworpen.
4.Waardering van het bewijs
5.Bewezenverklaring
feit 1 impliciet primair:
feit 2:
6.De strafbaarheid van de feiten en verdachte
7.Motivering van de straf
8.Het beslag
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
gevangenisstrafvan
2 (twee) jaar.
teruggaveaan verdachte van een geldbedrag ter hoogte van €
5.522,77 euro.