4.3.Het oordeel van de rechtbank
Op grond van de in de voetnoten vermelde bewijsmiddelen gaat de rechtbank uit van de redengevende feiten en omstandigheden, zoals hieronder vermeld.
Beoordelingskader
Vooropgesteld wordt dat uit vaste jurisprudentie van de Hoge Raad volgt dat, in een geval zoals die van verdachte, waarin geen direct bewijs voor inkomsten uit strafbare feiten aanwezig is, witwassen bewezen kan worden indien het op grond van de vastgestelde feiten en omstandigheden niet anders kan dan dat het geld of de goederen uit enig misdrijf afkomstig zijn.
Allereerst zal vastgesteld moeten worden of de in het dossier aangedragen feiten en omstandigheden van dien aard zijn dat zonder meer sprake is van een vermoeden van witwassen. Als dit het geval is, dan mag van een verdachte worden verlangd dat hij een verklaring geeft voor de herkomst van de vermogensbestanddelen. Een dergelijke verklaring moet concreet, min of meer verifieerbaar en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijk zijn. Bij de beoordeling van deze verklaring spelen de omstandigheden waaronder en het moment en de wijze waarop deze tot stand is gekomen, mede een rol. Zodra het door een verdachte geboden tegenwicht daartoe aanleiding geeft, ligt het op de weg van het Openbaar Ministerie om nader onderzoek te doen naar de uit de verklaringen van de verdachte blijkende alternatieve herkomst van de vermogensbestanddelen. Uit de resultaten van dergelijk onderzoek zal moeten blijken dat met voldoende mate van zekerheid kan worden uitgesloten dat de geldbedragen waarop de verdenking betrekking heeft een legale herkomst hebben en dat dus een criminele herkomst als enige aanvaardbare verklaring kan gelden.
Vermoeden van witwassen
De legale en verifieerbare inkomsten van verdachte van 1 januari 2014 tot en met 6 juni 2016 (de datum van aanhouding) bedragen € 8.979,-.Dit betreft met name een DWI-uitkering uit 2014. Daartegenover staat dat onder verdachte een groot geldbedrag en waardevolle goederen zijn aangetroffen en hij in de ten laste gelegde periode ook aanzienlijke geldbedragen heeft uitgegeven, waarop hierna nader zal worden ingegaan.
Deze feiten en omstandigheden zijn, in onderling verband en samenhang bezien, van dien aard dat zij het vermoeden van een criminele herkomst van de door verdachte voorhanden hebbende geldbedragen zonder meer rechtvaardigen. Gelet hierop mag van verdachte worden verlangd dat hij een concrete, min of meer verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring geeft voor de herkomst van deze bedragen.
Verdachte heeft een dergelijke verklaring niet gegeven. Hij heeft in niet één van zijn verhoren een verklaring over zijn inkomsten en vermogen afgelegd. De stelling van de raadsvrouw dat verdachte inkomsten genoot als muzikant, kan niet gelden als een verklaring van verdachte. Bovendien wordt ter onderbouwing van deze stelling weliswaar verwezen naar een getuigenverklaring van een voormalig manager van verdachte, maar de rechtbank constateert dat ook deze verklaring op geen enkele wijze nader wordt onderbouwd. Zo is er bijvoorbeeld niets bekend over concrete optredens en verdiensten van verdachte. De rechtbank concludeert, mede gelet op de grote en contante bedragen die hiermee gemoeid zijn geweest, dat het niet anders kan dan dat de aangetroffen gelden en goederen een criminele herkomst hebben. De rechtbank slaat in dit verband ook acht op de verklaringen van vriendinnen van verdachte, de getuigen [getuige 1] en [getuige 2] , die tegenover de politie hebben verklaard dat verdachte is gestopt met rappen en dat hij geen werk heeft.
De rechtbank zal hierna de posten op de dagvaarding afzonderlijk bespreken.
-
Twee Rolex horloges
Rolex met serienummer 5929Y906
Op het adres waar verdachte is aangehouden ( [adres 3] ) is een Rolex in beslag genomen, model 116.333 en voorzien van voormeld serienummer.In het dossier zitten foto’s van verdachte met een horloge dat erg lijkt op het horloge dat in beslag is genomen en ook een medewerker van juwelier Schaap en Citroen heeft verklaard dat hij verdachte op 26 mei 2016 heeft gezien met een Rolex 116.333.Op de telefoon van verdachte is een ingesproken Whatsapp-bericht aangetroffen waarin “ [bijnaam] ”, wiens stem wordt herkend als die van verdachte, tegen “ [naam 1] ” zegt: ”Ik heb die hele witte klok aan, je weet toch, die ik laatst heb gehaald. Als de kerels moeilijk doen, ik heb niks toch politie, ga ik zeggen het is van jou man, cool.”Verdachte heeft inderdaad verklaard dat het horloge niet van hem is maar van [naam 1] . [naam 1] heeft op 14 juni 2016 een verklaring bij de politie afgelegd. Hij heeft onder andere verklaard dat hij de Rolex op straat heeft gekocht via Marktplaats en dat hij de doos bij een verhuizing heeft weggegooid. Op 24 mei 2017 is [naam 1] door de rechter-commissaris gehoord en hier heeft hij verklaard dat hij het horloge bij iemand thuis heeft gekocht en dat hier geen doos bij zat.
De rechtbank acht het gelet op het voorgaande niet geloofwaardig dat de Rolex van [naam 1] is, temeer nu [naam 1] wisselende verklaringen omtrent de aanschaf van het horloge heeft afgelegd. Verdachte heeft het horloge voorhanden gehad. Er is – zoals al hiervoor is overwogen - naar het oordeel van de rechtbank geen andere conclusie mogelijk dan dat de Rolex is betaald met geld dat onmiddellijk of middellijk uit enig misdrijf afkomstig is.
Rolex met serienummer 95TD4277
Op 26 mei 2016 heeft verdachte in aanwezigheid van [getuige 2] een Rolex gekocht.De bijbehorende Rolexdoos, de factuur van 26 mei 2016 en het garantiebewijs van de Rolex zijn aangetroffen in de slaapkamer van [getuige 2] en zijn in beslag genomen.Uit tapgesprekken van 26 mei 2016 volgt dat verdachte belt met een man over een Rolex Oster D just 2. Even later belt [getuige 2] met een vrouw en zij zegt dat ‘ie’ het horloge uiteindelijk bij het hoofdkantoor van Citroen heeft gekocht voor € 8.000,-. [getuige 2] heeft bij de politie verklaard dat zij die
€ 8.000,- heeft betaald.De rechtbank acht deze verklaring ongeloofwaardig, niet alleen al vanwege het beperkte inkomen van [getuige 2] , maar ook vanwege het feit dat uit de factuur van het desbetreffende horloge blijkt dat er € 6.500,-voor het horloge is betaald. . Verdachte heeft het horloge verworven en voorhanden gehad. Hij heeft zelf overigens niet over het horloge willen verklaren. De rechtbank is van oordeel dat, nu de verdachte zelf geen verklaring heeft gegeven voor de herkomst van het horloge en er van een aannemelijke legale herkomst niet is gebleken, er geen andere conclusie mogelijk is dan dat de Rolex is betaald met geld dat onmiddellijk of middellijk uit enig misdrijf afkomstig is.
-
Geldbedrag van € 3.000,-, aangetroffen in de woning van de moeder van verdachte
De rechtbank is, met de officier van justitie en de raadsvrouw van oordeel, dat er onvoldoende bewijs is dat het geldbedrag afkomstig is van verdachte dan wel dat hij dit bedrag voorhanden heeft gehad. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.
-
Geldbedrag van € 2.337,-, aangetroffen bij de fouillering van verdachte
De rechtbank stelt vast dat bij de aanhouding van verdachte op 6 juni 2016 een geldbedrag van € 2.337,10 in zijn kleding is aangetroffen.Verdachte heeft op 12 januari 2017 verklaard dat dit geld van hem is, maar dat hij er verder niet over wil verklaren.
Vaststaat dat verdachte het geldbedrag voorhanden had. De rechtbank is van oordeel dat, nu verdachte geen aannemelijke verklaring heeft gegeven voor de herkomst van het geldbedrag, er geen andere conclusie mogelijk is dan dat het geldbedrag onmiddellijk of middellijk uit enig misdrijf afkomstig is.
-
Geldbedrag van € 30.813,- ten behoeve van vakanties
Uit het dossier volgt dat verdachte diverse reizen heeft gemaakt gedurende de ten laste gelegde periode. De rechtbank neemt, anders dan de officier van justitie, alleen de daadwerkelijk kosten die uit de bewijsmiddelen volgen mee in de beoordeling, omdat het schatten van kosten voor de bewezenverklaring van witwassen onvoldoende is. Uit de gegevens van Trans Africa Travel en de bijgevoegde betalingsbewijzen volgt dat verdachte voor een totaal bedrag van € 4.540,- aan reizen heeft gemaakt.Daar komt bij een bedrag van € 600,- aan tickets naar Dubai. Verdachte heeft verklaard dat hij samen met zijn vriendin naar Dubai is geweest en dat hij € 300,- per ticket heeft betaald.Zijn vriendin bevestigt dat ze daar samen zijn geweest. Verdachte heeft verder verklaard dat hij de kosten voor het verblijf op Curaçao in het Renaissance Hotelheeft gedeeld met een vriend,wat omgerekend neerkomt op een bedrag van € 727,11 (€ 360,22 + € 1.094,- : 2).Tot slot volgt uit het dossier en de verklaring van verdachte dat hij € 1.500,- heeft betaald voor een allinclusive reis naar Jamaica.De rechtbank gaat uit van een totaalbedrag van € 7.367,11 dat verdachte aantoonbaar heeft gespendeerd aan vakanties, waarmee hij dit geld voorhanden heeft gehad en heeft gebruikt. Nu verdachte geen aannemelijke verklaring heeft gegeven voor de herkomst van dit geldbedrag, is er naar het oordeel van de rechtbank geen andere conclusie mogelijk is dan dat dit onmiddellijk of middellijk uit enig misdrijf afkomstig is.
De rechtbank is van oordeel dat het dossier voor de (overige) beweerdelijke reis- en verblijfkosten in het kader van de witwasverdenking onvoldoende bewijs biedt. Deze kosten zijn immers enkel gebaseerd op aannames. Verdachte zal worden vrijgesproken van het overige, onder het vierde gedachtestreepje ten laste gelegde, bedrag.
-
Huur Smart
Uit het tapgesprek van 23 maart 2016 volgt dat de vriendin van verdachte, [getuige 1] , een Smart op naam van verdachte huurt.Verdachte heeft verklaard dat zij beiden in de auto reden. In zijn laatste politieverhoor bevestigt hij dat hij de huur van de auto heeft betaald.
Nu verdachte geen aannemelijke verklaring heeft gegeven voor de herkomst van het hiermee gemoeide geldbedrag, is er naar het oordeel van de rechtbank geen andere conclusie mogelijk dan dat dit geldbedrag onmiddellijk of middellijk uit enig misdrijf afkomstig is. Vaststaat dat zowel verdachte als zijn vriendin de beschikking over de auto hadden. Naar het oordeel van de rechtbank is er daarom sprake van medeplegen van witwassen.
-
Huur appartement Londen
Uit WhatsApp verkeer tussen [naam 2] en verdachte volgt dat verdachte over een appartement in Londen beschikte.Bij een doorzoeking van het appartement zijn poststukken op naam van [getuige 1] aangetroffen.Verdachte heeft in zijn verhoor op 12 januari 2017 verklaard dat het huurcontract op naam van [getuige 1] stond, maar dat hij de huur betaalde. Hij heeft het geld voor de huur contant aan een vriend in Londen gegeven, die het bedrag op zijn beurt naar de landlord heeft overgemaakt.Verdachte heeft niet verklaard hoe lang hij het appartement heeft gehuurd en hoeveel hij daadwerkelijk voor het appartement heeft betaald. Uit het onderzoek aan de telefoon van verdachte blijkt dat verdachte het appartement ten minste twee maanden heeft gehuurd. Uit het onderzoek van de politie volgt voorts dat de huurkosten van een vergelijkbaar appartement € 2.431,- per maand bedragen.
De rechtbank kan niet vaststellen welk bedrag verdachte precies aan dit appartement heeft besteed. Wel zal dit een dusdanig bedrag zijn geweest dat, te meer nu ook hier iedere aannemelijke verklaring voor de herkomst hiervan ontbreekt, het niet anders kan zijn dan dat dit geld onmiddellijk of middellijk uit enig misdrijf afkomstig is. Hoewel het huurcontract op naam van [getuige 1] stond en de post van nutsbedrijven dien ten gevolge ook op haar naam binnen kwam, blijkt uit het dossier niet wat de feitelijke betrokkenheid van [getuige 1] bij (de betaling van) het appartement is geweest. De rechtbank kan daarom ook niet vaststellen of er sprake is geweest van medeplegen.
-
Huur appartement Rotterdam
Uit WhatsApps gesprekken tussen verdachte en [getuige 1] kan worden afgeleid dat verdachte samen met een vriend ( [naam vriend] ) een appartement huurde in Rotterdam en dat hij ongeveer € 4.850,- heeft uitgegeven aan inrichting van de woning plus € 180,- voor de parkeergarage.Op 12 januari 2017 heeft verdachte verklaard dat ze het appartement voor drie maanden hebben gehuurd voor € 1.200,- per maand. Hij verklaart verder dat hij en [naam vriend] ieder de helft van € 4.800,- hebben betaald, te weten € 2.400,-.
Naar het oordeel van de rechtbank kan het witwassen van een bedrag van € 2.400,- bewezen worden verklaard. Verdachte heeft geen verklaring gegeven hoe hij aan dit geld is gekomen. De rechtbank acht geen andere conclusie mogelijk dan dat dit geld onmiddellijk of middellijk uit enig misdrijf afkomstig is. Hoewel verdachte het appartement samen met een ander heeft gehuurd, blijkt uit het dossier niet dat die ander enige feitelijke betrokkenheid heeft gehad met het witwassen van het aandeel van verdachte in de huur. Medeplegen kan daarom niet worden bewezen.
-
Drie zonnebrillen
Op de camerabeelden van de Louis Vuitton winkel in de PC Hooftstraat is te zien dat verdachte in gezelschap van [getuige 2] schoenen en een zonnebril koopt.Uit de bij die transactie behorende kassabon volgt dat de bril (Louis Vuitton Attitude) een waarde heeft van € 435,-.[getuige 2] heeft op 29 juni 2016 verklaard dat de bril voor haar was.Verdachte heeft verklaard dat hij de bril van [getuige 2] heeft gekregen.
De rechtbank acht beide verklaringen, gelet op de tegenstrijdigheden, ongeloofwaardig. Naar het oordeel van de rechtbank kan uit de bewijsmiddelen worden opgemaakt dat verdachte de bril zelf heeft gekocht. De rechtbank stelt voorts vast dat verdachte de andere twee zonnebrillen (Louis Vuitton en Dior) ook zelf heeft gekocht, hetgeen hij tijdens het verhoor op 12 januari 2017 heeft bevestigd.Verdachte heeft geen aannemelijke verklaring willen geven voor de herkomst van de geldbedragen voor de aanschaf van de zonnebrillen. Naar het oordeel van de rechtbank is geen andere conclusie mogelijk dan dat de geldbedragen onmiddellijk of middellijk uit enig misdrijf afkomstig zijn. Ten aanzien van de Louis Vuitton Attitude zonnebril, gekocht op 9 mei 2016, overweegt de rechtbank voorts dat sprake is medeplegen van witwassen. [getuige 2] was erbij toen deze bril werd gekocht en zij droeg de tas waarin het geld zat waarmee de bril werd betaald. [getuige 2] wist blijkens haar eigen verklaring bovendien dat verdachte niet over legale inkomsten beschikte.
-
Volkswagen Golf en kosten reparatie
Op het GBA-adres van [getuige 1] is een Volkswagen Golf aangetroffen. De auto staat op naam van [getuige 1] . Op 28 juni 2016 heeft [getuige 1] bij de rechter-commissaris verklaard dat zij de auto heeft gekocht.Uit WhatsApp berichten tussen verdachte en [getuige 1] volgt dat verdachte de auto heeft gekocht en aan [getuige 1] heeft gegeven.Verdachte heeft tijdens het verhoor op 12 januari 2017 bevestigd dat hij € 5.000,- contant voor de auto heeft betaald.Verdachte heeft niet willen verklaren hoe hij aan het bedrag is gekomen.
De rechtbank acht, gelet op het voorgaande, geen andere conclusie mogelijk dan dat het aankoopbedrag en dus ook de auto onmiddellijk of middellijk uit enig misdrijf afkomstig is. Reeds hiervoor is overwogen dat [getuige 1] naar eigen zeggen wist dat verdachte niet werkte. Zij moet daarom tevens hebben geweten dat verdachte de auto niet op legale manier heeft gefinancierd. De rechtbank wordt in deze overtuiging gesterkt door het feit dat [getuige 1] met haar verklaring bij de rechter-commissaris heeft geprobeerd de herkomst van de auto te verdoezelen. Verdachte heeft zich dan ook samen met een ander schuldig gemaakt aan witwassen van bovengenoemd aankoopbedrag.
Uit WhatsApp berichten tussen verdachte en de (vermoedelijke) verkoper volgt dat zij de reparatiekosten van € 3.085,- hebben gedeeld.Verdachte heeft dit tijdens het verhoor op
12 januari 2017 bevestigd.
Naar het oordeel van de rechtbank kan bewezen worden dat verdachte € 1.500,- heeft betaald voor de reparatie van de Volkswagen Golf. Verdachte heeft geen aannemelijke verklaring willen geven voor de herkomst van het geldbedrag. Naar het oordeel van de rechtbank is geen andere conclusie mogelijk dan dat het geldbedrag onmiddellijk of middellijk uit enig misdrijf afkomstig is.
-
Koningsketting
De rechtbank is, anders dan de officier van justitie, van oordeel dat niet valt uit te sluiten dat verdachte de ketting heeft geleend (van [naam 3] ). Evenmin kan worden uitgesloten dat [naam 3] de ketting ‘al een lang leven heeft’. Het dossier biedt onvoldoende aanknopingspunten om vast te stellen dat de ketting van misdrijf afkomstig is, laat staan dat verdachte dat had moeten weten dan wel vermoeden. Aldus komt de rechtbank tot de conclusie dat niet is bewezen dat verdachte de ketting heeft witgewassen, zodat hij hiervan moet worden vrijgesproken.
-
Twee paar schoenen
Uit het proces-verbaal camerabeelden volgt dat verdachte op 9 mei 2016 bij Louis Vuitton een paar schoenen van € 600,- heeft gekocht (tegelijk met de Louis Vuitton bril).[getuige 2] heeft tijdens het politieverhoor op 29 juni 2016 verklaard dat de schoenen voor verdachte waren en dat zij ze heeft betaald.
Zoals eerder geoordeeld, acht de rechtbank het niet aannemelijk dat [getuige 2] de schoenen met eigen middelen heeft betaald. Verdachte heeft geen aannemelijke verklaring gegeven voor de herkomst van het geldbedrag. Naar het oordeel van de rechtbank is geen andere conclusie mogelijk dan dat het geldbedrag onmiddellijk of middellijk uit enig misdrijf afkomstig is. Naar het oordeel van de rechtbank staat op grond van het bovenstaande vast dat verdachte samen met een ander schuldig heeft gemaakt aan witwassen door de schoenen te verwerven en voorhanden te hebben.
Uit het onderzoek aan de telefoon van verdachte volgt dat verdachte voor de Nike schoenen ter waarde van € 180,- heeft gekocht. Verdachte heeft hierover geen verklaring willen afleggen. Bij gebrek aan enig legale inkomstenbron en bij gebrek aan enige andere aannemelijke verklaring, acht de rechtbank het witwassen van deze schoenen eveneens bewezen.
-
Geldbedragen besteed aan (merk)kleding, (merk)schoenen, restaurant- en cafébezoek en levensonderhoud
De rechtbank verwijst op dit punt naar hetgeen hiervoor onder 3.1 is overwogen.
-
Geldbedrag van € 3.000,- ten behoeve van het gebit van verdachte
Uit het dossier komt naar voren dat verdachte een behandeling heeft gehad aan zijn gebit. Uit WhatsApp gesprekken tussen verdachte, [getuige 1] , zijn broertje en zijn moeder volgt dat hij hiervoor € 3.000,- heeft betaald.In het verhoor van 12 januari 2017 heeft verdachte te kennen gegeven over dit punt geen verklaring te willen afleggen.Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat “het wel zou kunnen, dat hij dat bedrag daarvoor heeft betaald”.
Verdachte heeft geen verklaring gegeven hoe hij aan dit geld is gekomen. De rechtbank acht geen andere conclusie mogelijk dan dat het geld onmiddellijk of middellijk uit enig misdrijf afkomstig is.
-
Geldbedragen betaald voor/aan anderen
Uit WhatsApp berichten in de telefoon van verdachte volgt dat hij diverse uitgaven ten behoeve van anderen heeft gedaan. Uit die berichten volgt dat verdachte in totaal € 1.405,- heeft betaald voor een zonnebril, Nike schoenen, fornuis en wasmachine en toilet portier etc.Verdachte heeft hierover geen verklaring willen afleggen.Nu de rechtbank hiervoor reeds tot een bewezenverklaring van het witwassen van de Nike schoenen komt, zal de rechtbank, om dubbeltelling te voorkomen, uitgaan van een bedrag van € 1.405,- minus € 180,- = € 1.225,-.
Nu verdachte geen aannemelijke verklaring heeft gegeven voor de herkomst van de geldbedragen, is er naar het oordeel van de rechtbank geen andere conclusie mogelijk is dan dat de geldbedragen onmiddellijk of middellijk uit enig misdrijf afkomstig zijn geweest.
Conclusie
Een en ander leidt ertoe dat het onder 1 ten laste gelegde is bewezen, namelijk dat verdachte zich in de ten laste gelegde periode al dan niet tezamen met anderen heeft schuldig gemaakt aan witwassen. De rechtbank slaat hierbij acht op het zichtbare patroon, te weten dat verdachte veelal zelf geen verklaring heeft willen afleggen omtrent de aanschaf van een of meer van bovengenoemde voorwerpen, dan wel meermalen een ander persoon naar voren heeft geschoven die deze voorwerpen zou hebben betaald. Omdat hij de ten laste gelegde gedragingen gedurende een langere periode heeft herhaald, is bovendien bewezen dat verdachte van het witwassen een gewoonte heeft gemaakt. Het op dergelijke structurele wijze witwassen van geldbedragen levert naar het oordeel van de rechtbank gewoontewitwassen op.
Openlijk geweld (feit 2)
De rechtbank acht – met de officier van justitie en de raadsvrouw – het onder 2 ten laste gelegde niet bewezen. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.