Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- het tussenvonnis van 10 augustus 2016 en de daarin genoemde stukken;
- de akte uitlating bewijslevering van Lioncross;
- de akte overlegging producties 46 tot en met 75 van Lioncross;
- de akte overlegging producties 41 tot en met 45 van Delta Lloyd;
- de processen-verbaal van getuigenverhoor, gehouden op 15 mei 2017;
- de processen-verbaal van getuigenverhoor, gehouden op 16 mei 2017;
- de akte overlegging productie 46 van Delta Lloyd;
- de processen-verbaal van getuigenverhoor, gehouden op 5 september 2017;
- de processen-verbaal van getuigenverhoor, gehouden op 5 februari 2018;
- de conclusie na enquête van Lioncross, met producties 76 tot en met 81;
- de conclusie na enquête van Delta Lloyd, met producties 47 en 48;
- de akte uitlating producties van Lioncross;
- het proces-verbaal van pleidooi van 2 oktober 2018, met de daarin genoemde stukken; en
- de brief van de raadsman van Lioncross van 12 oktober 2018 met opmerkingen ten aanzien van het proces-verbaal.
2.De verdere beoordeling
Bewijsopdracht en de gehoorde getuigen
- [getuige 1] (hierna: [getuige 1] ), consultant bij Deloitte Risk Advisory B.V.;
- [getuige 2] (hierna: [getuige 2] ), directeur van Lioncross;
- [getuige 3] (hierna: [getuige 3] ), voorheen lid van de raad van commissarissen van OFNL (zie 2.8. van het tussenvonnis);
- [getuige 4] (hierna: [getuige 4] ), voorheen bestuurder van OFNL;
- [getuige 5] (hierna: [getuige 5] ), voorheen werkzaam bij DLAM;
- [getuige 6] (hierna: [getuige 6] ), voorheen werkzaam bij Delta Lloyd ;
- [getuige 7] (hierna: [getuige 7] ), voorheen werkzaam bij DLAM;
- [getuige 8] (hierna: [getuige 8] ), voorheen CEO van DLAM en,
- [getuige 9] (hierna: [getuige 9] ), voorheen bestuurder van verschillende Orca-entiteiten (zie 2.4. e.v. van het tussenvonnis).
.
is er nood aan’ zijn gebruikt in de door Lioncross overgelegde e‑mail van 22 januari 2004 die door [getuige 5] aan [getuige 2] zou zijn verstuurd. Dit is een Vlaamse uitdrukking die niet gebruikelijk is in de Nederlandse taal, terwijl opvallend is dat [getuige 2] (als bestuurder van Lioncross) precies deze bewoordingen heeft gebruikt tijdens zijn getuigenverhoor op 15 mei 2017. Verder staat vast dat er van het onder 2.3 vermelde e-mailbericht in elk geval twee verschillende versies bestaan, waarvoor Lioncross geen (valide) verklaring heeft gegeven. Tegenover dit alles schiet het beroep van Lioncross op de bevindingen van BDO – waaruit zou volgen dat het wel om authentieke e-mails gaat – tekort, mede omdat die bevindingen minst genomen aan het wankelen zijn gebracht door de bevindingen van Fox-It. Op grond van het voorgaande houdt de rechtbank het ervoor dat Lioncross vervalste stukken in het geding heeft gebracht en daarop haar vorderingen heeft gebaseerd. Dit betekent dat Lioncross haar vorderingen heeft ingesteld op basis van stukken waarvan zij de onjuistheid kende. De vordering tot veroordeling van Lioncross in de volledige proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente, is dan ook toewijsbaar. De kosten aan de zijde van Delta Lloyd worden begroot op € 196.107,20 (volledige proceskosten van € 192,242,20 en griffierecht van € 3.864,00). Lioncross wordt tevens veroordeeld in de nakosten, op de wijze zoals in de beslissing is vermeld.