Het oordeel van de rechtbank.
De rechtbank zal aan verdachte de ISD-maatregel opleggen voor de duur van twee jaren en overweegt daartoe als volgt.
De rechtbank heeft het reclasseringsrapport gelezen van het Leger des Heils d.d. 4 december 2017, opgemaakt door B. Westra. Hierin adviseert de reclassering oplegging van de ISD-maatregel. Dit rapport houdt – zakelijk weergegeven – onder meer het volgende in.
Verdachte verliet in 2012 met zijn gezin zijn thuisland Spanje om zijn heil te zoeken in Nederland. Hij slaagde er echter niet in om hier een goed bestaan voor zichzelf op te bouwen. Zijn vrouw scheidde van hem en hij kwam plotseling op straat te staan. Gedurende de daaropvolgende jaren slaagde hij er niet in om vaste grond onder de voeten te krijgen en gleed hij in een rap tempo af in overmatig alcoholgebruik en het leven als dakloze, hetgeen onder meer leidde tot delictgedrag.
In nuchtere toestand laat hij een andere persoon/houding zien dan wanneer hij dronken is. De dronken variant toont weerstand jegens hulpverlening en houdt zich niet aan de afspraken. In nuchtere toestand smeekt hij om hulpverlening en belooft aan alles mee te werken. De in het gesprek geuite smeekbedes om hulp te krijgen worden op zich als oprecht geïnterpreteerd, maar hij wekt daarbij tevens de indruk dat hij niet het achterste van zijn tong laat zien en de zaken mooier of eenvoudiger voorstelt dan de realiteit laat zien. Hij heeft de overtuiging dat wanneer hij maar een huis voor zichzelf zou hebben zijn drankprobleem ook zou verdwijnen. Het lijkt hem te ontbreken aan enige mate van zelfreflectie.
Fors alcoholgebruik lijkt de rode draad te zijn. Dit vormt een belemmering in het tot stand brengen van een samenwerkingsrelatie tussen hem en de reclassering, de mensen van Domus en het nakomen van afspraken bij bijvoorbeeld Amethist. Eerdere reclasseringstoezichten zijn niet altijd succesvol verlopen. Zo verscheen verdachte niet op de meldplicht of was hij te dronken om een echt gesprek aan te gaan. Hij was na zeer korte tijd, ondanks de dreiging van ISD, weer teruggevallen in alcoholgebruik.
Duidelijk is dat verdachte hulp nodig heeft bij het op orde krijgen van zijn leven. Verdachte lijkt nu te ‘profiteren’ van zijn verblijf in detentie, lijkt het daar redelijk goed te doen en bouwt motivatie voor verdere interventies vanuit justitie op. Gelet op de langdurige bestaande en als fors (en ingesleten) ingeschatte problematiek kan tevens verwacht worden dat er sprake zal zijn van terugvallen in problematisch gedrag. In een voorwaardelijk kader betekent dit dat trajecten zullen staken en het toezicht als TUL zal worden ingestuurd. Een ISD-maatregel wordt als meer passend ingeschat, omdat betrokkene daarin de ‘kans’ krijgt om bij een terugval direct terug te keren naar de P.I. voor een time out en vervolgens ook meteen weer de draad op te pakken.
Op de zitting heeft deskundige B. Westra, reclasseringswerker, het rapport toegelicht. Zij heeft verklaard dat de reclassering zich ernstig zorgen maakt. Tijdens het schorsingstoezicht was verdachte voortdurend dronken en probeerde hij dit niet eens te verbergen. Ook kwam hij afspraken niet na. De deskundige gelooft oprecht dat verdachte een toekomst wil opbouwen, maar de kans op terugval is ontzettend groot. Het voordeel van ISD-maatregel is dat verdachte zich een terugval kan permitteren, omdat het traject dan niet wordt gestaakt, aldus de deskundige.
Verdachte heeft verklaard dat hij begeleid wil wonen bij Exodus, dat hij zich daarna wil inschrijven bij Woningnet en dat hij een baan wil zoeken. Ook zegt hij niet meer te gaan drinken. De deskundige Westra heeft ter zitting verklaard dat Exodus niet geschikt is voor verdachte omdat hij daar, gelet op de ernst van zijn problematiek, nog niet klaar voor is.
Verder wijst de rechtbank op het advies aan de opdrachtgever toezicht van 26 september 2017, opgemaakt door de reclassering van het Leger des Heils. Hieruit blijkt dat verdachte zich tijdens zijn schorsingstoezicht niet heeft gehouden aan de afspraken en aanwijzingen van de reclassering. Daarnaast heeft hij zich niet aan de regels van Domus gehouden en is hij daar niet meer welkom. Hij is bovendien viermaal niet verschenen op zijn intake bij Amethist en is tevens niet verschenen bij zijn meldplichtafspraken met de reclassering.
De rechtbank heeft vastgesteld dat ten aanzien van de bewezen geachte feiten aan alle voorwaarden is voldaan die artikel 38m van het Wetboek van Strafrecht aan het opleggen van de ISD-maatregel stelt. In het onderhavige vonnis is bewezen verklaard dat verdachte misdrijven heeft begaan waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten. Uit het strafblad van verdachte (gedateerd 11 december 2017) blijkt dat verdachte gedurende de afgelopen vijf jaren meer dan driemaal wegens een misdrijf onherroepelijk is veroordeeld tot een vrijheidsbenemende straf, terwijl de in dit vonnis bewezen verklaarde feiten zijn begaan na tenuitvoerlegging van deze straffen en er, zoals blijkt uit de hiervoor genoemde rapportages, ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte wederom een misdrijf zal begaan. Verder eist de veiligheid van personen of goederen het opleggen van deze maatregel, gezien de ernst en het aantal door verdachte begane soortgelijke feiten. De rechtbank is niet gebleken van redenen om deze maatregel niet op te leggen. De rechtbank heeft er geen vertrouwen in dat verdachte op de manier die hij zelf voorstelt zonder oplegging van de ISD-maatregel erin zal slagen zijn leven op te pakken en in staat zal blijven geen strafbare feiten meer te plegen. De rechtbank denkt dat de problematiek van verdachte daarvoor te ernstig is. Zij zal daarom de officier van justitie op dit punt van de vordering volgen.
Om de beëindiging van de recidive van verdachte en het leveren van een bijdrage aan de oplossing van zijn problematiek alle kansen te geven en voorts ter optimale bescherming van de maatschappij, is het van groot belang dat voldoende tijd wordt genomen om de ISD-maatregel ten uitvoer te leggen. Daarom zal de rechtbank de maatregel voor de maximale termijn van twee jaren opleggen en de tijd die door verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht niet in mindering brengen op de duur van de maatregel.
Voorts bepaalt de rechtbank dat zij binnen een half jaar nadat verdachte in de ISD-instelling is geplaatst door het Openbaar Ministerie wil worden bericht over de wenselijkheid en noodzakelijkheid van voortzetting van de tenuitvoerlegging van de maatregel.