ECLI:NL:RBAMS:2018:7997

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
31 oktober 2018
Publicatiedatum
8 november 2018
Zaaknummer
C/13/638324 / HA ZA 17-1154
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot terugbetaling van betalingen na verkoop van onroerend goed, ongerechtvaardigde verrijking en opheffing van beslag

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 31 oktober 2018 uitspraak gedaan in een civiele procedure over vorderingen tot terugbetaling van betalingen die zijn gedaan na de verkoop van een bedrijfspand. De eiseres, vertegenwoordigd door vereffenaar M. Odrobina, vorderde betaling op grond van ongerechtvaardigde verrijking en onrechtmatige daad. De rechtbank oordeelde dat de eiseres niet had voldaan aan haar stelplicht met betrekking tot de ongerechtvaardigde verrijking. De rechtbank concludeerde dat de gedaagden, die de betalingen hadden ontvangen, niet onterecht waren verrijkt, omdat er juridische grondslagen waren voor de betalingen. De rechtbank verwierp ook de vordering op basis van onrechtmatige daad, omdat de eiseres niet had aangetoond dat de gedaagden onrechtmatig hadden gehandeld. De vorderingen werden afgewezen, en de eiseres werd veroordeeld in de proceskosten. In de reconventie vorderden de gedaagden opheffing van de gelegde beslagen, wat door de rechtbank werd toegewezen, omdat de vorderingen in conventie waren afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de eiseres onvoldoende bijzondere omstandigheden had aangevoerd om de beslagen te handhaven.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
Vonnis van 31 oktober 2018
in
de hoofdzaakmet zaaknummer / rolnummer: C/13/638324 / HA ZA 17-1154 van
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie]
, vertegenwoordigd door vereffenaar M. Odrobina ,
gevestigd te [plaats 1] ( [naam land] ) ,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. W.J.G. Smits te 's-Hertogenbosch,
tegen

1.[gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1, gedaagde in vrijwaringszaak sub 1] ,

wonende te [woonplaats] ,
2. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 2]
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 2],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
4. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 4]
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 4],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
gedaagden in conventie,
eisers in reconventie,
advocaat mr. J.C.P. van Kollenburg te Etten-Leur,
5. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 5, eiseres in vrijwaringszaak]
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 5, eiseres in vrijwaringszaak],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. J.F.M. Heuvelmans te Tilburg.
en in
de vrijwaringszaakmet zaaknummer / rolnummer: C/13/646047 / HA ZA 18-352 van
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 5, eiseres in vrijwaringszaak],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
eiseres,
advocaat mr. J.F.M. Heuvelmans te Tilburg.
tegen

1.[gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1, gedaagde in vrijwaringszaak sub 1] ,

wonende te [woonplaats] ,
2.
[gedaagde in vrijwaringszaak sub 2],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagden,
advocaat mr. J.C.P. van Kollenburg te Etten-Leur.
Partijen in de hoofdzaak worden hierna aangeduid als [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] , [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1, gedaagde in vrijwaringszaak sub 1] , [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 2] , [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 4] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 5, eiseres in vrijwaringszaak] .
Gedaagde 2 in de vrijwaringszaak wordt hierna [gedaagde in vrijwaringszaak sub 2] genoemd. Natuurlijke personen worden hierna - na hun introductie - met hun achternaam aangeduid.

1.De procedure in beide zaken

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het proces-verbaal van comparitie van 20 september 2018 en de daarin genoemde stukken.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten in de hoofdzaak en de vrijwaringszaak

2.1.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] is een in [plaats 1] gevestigde vennootschap naar [naam land] recht. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] had de volledige eigendom van een bedrijfspand in het oude centrum van [plaats 1] (hierna: het [naam bedrijfspand] ). [naam zakenman] , een zakenman, was betrokken bij [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] .
2.2.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1, gedaagde in vrijwaringszaak sub 1] is eveneens zakenman. Van [gedaagde in vrijwaringszaak sub 2] is zijn echtgenote (beiden hierna gezamenlijk: [gedaagden in vrijwaringszaak sub 1 en sub 2] ). [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 2] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 4] zijn vennootschappen van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1, gedaagde in vrijwaringszaak sub 1] ( [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1, gedaagde in vrijwaringszaak sub 1] en beide vennootschappen hierna gezamenlijk: [gedaagden in conventie, eisers in reconventie sub 2 en sub 4] ).
2.3.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 5, eiseres in vrijwaringszaak] is een vennootschap van [eigenaar bedrijf] . [eigenaar bedrijf] is een kennis van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1, gedaagde in vrijwaringszaak sub 1] .
2.4.
In 2013 heeft [naam zakenman] [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1, gedaagde in vrijwaringszaak sub 1] betrokken bij [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] .
2.5.
Op 1 november 2013 heeft [naam zakenman] met [naam Nederlander] , een destijds in [naam land] woonachtige Nederlander, een geldleningsovereenkomst gesloten. Op basis daarvan heeft [naam zakenman] een bedrag van € 400.000 van [naam Nederlander] geleend.
2.6.
Na tussenkomst van [naam zakenman] heeft de Zwitserse vennootschap BEL-Invest AG Zug (hierna: Bel Invest) bij notariële akte van 5 december 2013 alle aandelen in [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] overgedragen aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 2] .
2.7.
Bij e-mailbericht van 4 mei 2015 berichtte de accountant van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] cc onder anderen aan [naam zakenman] dat de [naam land] belastingdienst bericht had dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] haar omzetbelasting ten bedrage van [munteenheid] 278.283 niet betaald had. De accountant beval ten zeerste aan om deze betaling alsnog op korte termijn te verrichten teneinde bevriezing van de bankrekening en boetes te voorkomen.
2.8.
Bij koopovereenkomst, door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1, gedaagde in vrijwaringszaak sub 1] als (middellijk) bestuurder van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] getekend op 28 september 2015 (hierna: de koopovereenkomst of verkoop), heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] het [naam bedrijfspand] voor een bedrag van € 6.400.000 (hierna: de koopsom) verkocht aan een derde [naam land] partij.
2.9.
In artikel 7.1 van de koopovereenkomst is [naam land] recht op de overeenkomst van toepassing verklaard (hierna: de rechtskeuze).
2.10.
In de koopovereenkomst is bepaald dat een deel van de koopsom door de koper zal worden gedeponeerd op een door advocaat P. Vlachova (hierna: advocaat Vlachova) beheerde escrowrekening op basis van een daartoe gesloten ‘
UCB Escrow Agreement’ (hierna: de escrowovereenkomst), die als bijlage 3 deel uitmaakt van de koopovereenkomst
.In de escrowovereenkomst is een lijst opgenomen van (vanaf de escrowrekening) door advocaat Vlachova te verrichten betalingen (hierna: de escrowlijst). Deze escrowlijst luidt - voor zover hier relevant - als volgt:
“(..)
Verwijzing naar lijst verwijderd.
Verwijzing naar lijst verwijderd.(..)”
2.11.
In de periode na de verkoop heeft advocaat P. Vlachova de in de escrowlijst vermelde betalingen daadwerkelijk verricht (hierna: de escrow-betalingen).
2.12.
Daarnaast heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] op 20 november 2015 nog een tweetal betalingen aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1, gedaagde in vrijwaringszaak sub 1] gedaan van in totaal € 127.500 (hierna: de betaling van € 127.500) (de escrow-betalingen en de betaling van € 127.500 hierna gezamenlijk: de Betalingen).
2.13.
Bij overeenkomst van 20 november 2015 heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 2] , vertegenwoordigd door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1, gedaagde in vrijwaringszaak sub 1] , alle aandelen in [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] voor een bedrag van € 100 overgedragen aan de Zwitserse vennootschap Bodixx AG (hierna: Bodixx), vertegenwoordigd door [naam zakenman] . De naam van Bodixx is later gewijzigd in NaDa Holding.
2.14.
Bij besluit van 9 maart 2016 van haar aandeelhouder NaDa Holding, vertegenwoordigd door [naam zakenman] , is [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] opgeheven en in liquidatie gegaan, onder gelijktijdige benoeming van M. Odrobina als curator voor de liquidatie (hierna: vereffenaar Odrobina ).
2.15.
Bij respectieve brieven van data gelegen in maart en april 2016 heeft vereffenaar Odrobina respectievelijk aan [gedaagden in conventie, eisers in reconventie sub 2 en sub 4] , [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 5, eiseres in vrijwaringszaak] en [naam Nederlander] bericht dat hij in de administratie van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] geen juridische grond voor de Betalingen had aangetroffen en dat hij om die reden verzocht hetzij om terugbetaling daarvan aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] , hetzij om toezending van het bewijs en documentatie van de gronden voor de Betalingen op korte termijn.
2.16.
Bij respectieve brieven van 28 februari 2017 heeft mr. Smits namens vereffenaar Odrobina respectievelijk [gedaagden in conventie, eisers in reconventie sub 2 en sub 4] , [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 5, eiseres in vrijwaringszaak] en [naam Nederlander] gesommeerd tot terugbetaling van de Betalingen aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] .
2.17.
Op verzoek van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] is, na daartoe op 29 september 2017 door de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam verleend verlof, op 10 oktober 2017 ten laste van respectievelijk [gedaagden in conventie, eisers in reconventie sub 2 en sub 4] , [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 5, eiseres in vrijwaringszaak] en [naam Nederlander] conservatoir (derden-) beslag gelegd (hierna: de gelegde beslagen) onder verschillende banken en in aanvulling daarop:
  • ten laste van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1, gedaagde in vrijwaringszaak sub 1] : op verschillende appartementsrechten en onroerende zaken van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1, gedaagde in vrijwaringszaak sub 1] in [plaats 2] , [plaats 3] en [plaats 4] , onder de Belastingdienst en op de door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1, gedaagde in vrijwaringszaak sub 1] gehouden aandelen in [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 2] ;
  • ten laste van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 2] : op de door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 2] gehouden aandelen in [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 4] .
2.18.
Vervolgens heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] in de hoofdzaak zowel gedaagden in conventie als [naam Nederlander] gedagvaard. Nadat [naam Nederlander] voor antwoord had geconcludeerd, heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] de zaak tegen hem doorgehaald.
Aanvullende feiten in de vrijwaringszaak
2.19.
Op 7 april 2014 heeft [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 5, eiseres in vrijwaringszaak] een geldleningsovereenkomst gesloten met [gedaagden in vrijwaringszaak sub 1 en sub 2] . Op basis van deze overeenkomst heeft [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 5, eiseres in vrijwaringszaak] een bedrag van € 400.000 aan hen geleend, dat [gedaagden in vrijwaringszaak sub 1 en sub 2] uiterlijk 30 september 2014 zou moeten terugbetalen. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 5, eiseres in vrijwaringszaak] was er bekend mee dat [gedaagden in vrijwaringszaak sub 1 en sub 2] de lening zou aanwenden voor de financiering van een vastgoedtransactie in [naam land] .
2.20.
Tot zekerheid voor de nakoming van hun verplichtingen uit hoofde van de geldleningsovereenkomst heeft [gedaagden in vrijwaringszaak sub 1 en sub 2] hypothecaire zekerheid gesteld ten gunste van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 5, eiseres in vrijwaringszaak] .
2.21.
Vanaf augustus 2015 werd [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 5, eiseres in vrijwaringszaak] , al dan niet via [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1, gedaagde in vrijwaringszaak sub 1] , op de hoogte gehouden over de voortgang van de vastgoedtransactie.
2.22.
Op 12 november 2015 ontving [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 5, eiseres in vrijwaringszaak] het bericht dat de vastgoedtransactie was afgerond en dat met de koopsom in escrow de geldlening en de rente, op dat moment berekend op € 570.480,52, zouden worden terugbetaald.
2.23.
Dit bedrag heeft [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 5, eiseres in vrijwaringszaak] op 18 november 2015 op haar bankrekening bijgeschreven gekregen.
2.24.
Op 7 maart 2017 zijn [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 5, eiseres in vrijwaringszaak] en [gedaagden in vrijwaringszaak sub 1 en sub 2] een schuldbekentenis (hierna: de schuldbekentenis) overeengekomen, waarbij [gedaagden in vrijwaringszaak sub 1 en sub 2] zich heeft verbonden [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 5, eiseres in vrijwaringszaak] volledig te vrijwaren voor al hetgeen zij aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] moet terugbetalen indien de vordering van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] slaagt. Artikel 8 van de schuldbekentenis luidt als volgt:
“Alle kosten verband houdend met deze overeenkomst, de gevolgen daarvan, alle kosten aan de zijde van [ [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 5, eiseres in vrijwaringszaak] , rb] in verband met de discussie met, dan wel procedure(s) tegen [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] over terugbetaling, of welke kosten dan ook, komen voor rekening van [ [gedaagden in vrijwaringszaak sub 1 en sub 2] , rb].”
2.25.
Tot zekerheid voor de nakoming van hun verplichtingen uit hoofde van de schuldbekentenis heeft [gedaagden in vrijwaringszaak sub 1 en sub 2] opnieuw hypothecaire zekerheid gesteld ten gunste van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 5, eiseres in vrijwaringszaak] .

3.Het geschil

in de hoofdzaak
in conventie
3.1.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] vordert samengevat - bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeling van:
i.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1, gedaagde in vrijwaringszaak sub 1]tot betaling van:
a. € 464.817,60 aan hoofdsom;
b. € 17.999,27 aan wettelijke rente van 20 november 2015 - 20 oktober 2017;
c. € 4.099,08 aan buitengerechtelijke incassokosten;
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 2]tot betaling van:
a. € 100.000 aan hoofdsom;
b. € 3.894,69 aan wettelijke rente van 20 november 2015 - 20 oktober 2017;
c. € 1.775 aan buitengerechtelijke incassokosten;
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 4]tot betaling van:
a. € 39.941,97 aan hoofdsom;
b. € 1.555,62 aan wettelijke rente van 20 november 2015 - 20 oktober 2017;
c. € 1.174,41 aan buitengerechtelijke incassokosten;
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 5, eiseres in vrijwaringszaak]tot betaling van:
a. € 570.480,52 aan hoofdsom;
b. € 22.218,40 aan wettelijke rente van 20 november 2015 - 20 oktober 2017;
c. € 4.627,40 aan buitengerechtelijke incassokosten;
ten aanzien van elk van de gedaagden te vermeerderen met de wettelijke rente over de hoofdsom van de dagvaarding, alsmede veroordeling van gedaagden in de proceskosten en nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente, en de beslagkosten.
3.2.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] legt aan haar vorderingen primair ongerechtvaardigde verrijking naar Nederlands recht als bedoeld in artikel 6:212 Burgerlijk Wetboek (BW) ten grondslag dan wel ongerechtvaardigde verrijking naar [naam land] recht, en subsidiair onrechtmatig handelen naar Nederlands recht als bedoeld in artikel 6:162 BW.
In beide varianten bestaat de ongerechtvaardigde verrijking eruit dat de gedaagden ieder voor zich de respectieve escrow-betalingen hebben ontvangen, en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1, gedaagde in vrijwaringszaak sub 1] daarnaast ook nog de betaling van € 125.000, telkens zonder dat hier een redelijke (juridische) oorzaak c.q. rechtvaardiging aan ten grondslag ligt. Hierdoor zijn gedaagden verrijkt en is [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] verarmd.
De onrechtmatige daad bestaat eruit dat gedaagden zonder enige rechtsgrond of andere vorm van rechtvaardiging gelden (de Betalingen) van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] hebben onttrokken aan haar vermogen. Dit levert een aantasting van het subjectieve vermogensrecht van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] op. Omdat zij dit willens en wetens hebben gedaan, kunnen deze onrechtmatige gedragingen aan gedaagden worden toegerekend. Dat de gelden aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] toebehoorden wist [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1, gedaagde in vrijwaringszaak sub 1] als bestuurder van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] al helemaal c.q. behoorde hij te weten. Aan het relativiteitsvereiste is ook voldaan.
Op grond van het voorgaande zijn de gedaagden ook gehouden tot betaling van de overige gevorderde sommen, aldus steeds [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] .
3.3.
[gedaagden in conventie, eisers in reconventie sub 2 en sub 4] voeren verweer en concluderen tot afwijzing van de vorderingen, met veroordeling van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] in de proces- en nakosten. [gedaagden in conventie, eisers in reconventie sub 2 en sub 4] betwisten allereerst dat vereffenaar Odrobina bevoegd is om [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] in rechte te vertegenwoordigen.
[gedaagden in conventie, eisers in reconventie sub 2 en sub 4] betwisten voorts dat sprake is van ongerechtvaardigde verrijking. Zij voeren aan dat de Betalingen wel gerechtvaardigd waren, doordat daaraan overeenkomsten ten grondslag liggen en doordat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 2] volledig bevoegd was te handelen als bestuurder van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] . Voorts betwisten zij de verarming van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] . Daartoe voeren zij aan dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] bij de escrow-betalingen vorderingen op [naam zakenman] en de aan hem gelieerde vennootschappen overgedragen heeft gekregen. Bovendien vormde [naam zakenman] zowel de kop als de staart van deze zaak. Alle omstandigheden meewegende zou een verrijkingsvergoeding onredelijk zijn.
De vordering op grond van onrechtmatige daad moet reeds worden afgewezen omdat deze ten onrechte op Nederlands recht gebaseerd is, nu op de vordering [naam land] recht van toepassing is. Voorts is geen sprake van onrechtmatig handelen, omdat ook hier geldt dat de Betalingen zijn verricht op basis van gemaakte afspraken dan wel op bevoegd verrichte handelingen van de bestuurder van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en ook boekhoudkundig correct zijn verwerkt. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] is daardoor ook niet benadeeld.
Nu bij de overdracht van de aandelen in [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] aan Bodixx is vastgelegd dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] werd overgenomen in de staat waarin het zich bevond, zijn eventuele rechten verwerkt, aldus steeds [gedaagden in conventie, eisers in reconventie sub 2 en sub 4]
3.4.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 5, eiseres in vrijwaringszaak] voert eveneens verweer en concludeert tot afwijzing van de vordering, met veroordeling van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] in de proceskosten. Zij heeft daartoe aangevoerd dat de brief van de advocaat van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] van 28 februari 2017, het eerste moment was dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 5, eiseres in vrijwaringszaak] vernam dat er iets mis was met de terugbetaling van de door haar aan [gedaagden in vrijwaringszaak sub 1 en sub 2] verstrekte lening, en vernam van het bestaan van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] . [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 5, eiseres in vrijwaringszaak] moet zich daarom baseren op de verweren die de medegedaagden hebben aangevoerd, nu zij degenen zijn geweest die daadwerkelijk hebben geacteerd binnen [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en bij de verkoop zijn opgetreden. In aanvulling daarop voert [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 5, eiseres in vrijwaringszaak] aan dat zij te goeder trouw in de veronderstelling verkeerde dat zij de lening die zij had verstrekt, vermeerderd met rente, van [gedaagden in vrijwaringszaak sub 1 en sub 2] had teruggekregen en dat daarmee de schuld van [gedaagden in vrijwaringszaak sub 1 en sub 2] gedelgd was, hetgeen moge blijken uit het feit dat zij heeft meegewerkt aan doorhaling van de hypotheek. Gelet daarop is [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 5, eiseres in vrijwaringszaak] ook niet verrijkt. Voorts is de situatie die voortvloeit uit artikel 6:30 BW op haar van toepassing. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft in dit geval immers gehandeld ter kwijting van de verbintenis die rustte op een ander dan haarzelf, namelijk [gedaagden in vrijwaringszaak sub 1 en sub 2] . Met die voldoening was [gedaagden in vrijwaringszaak sub 1 en sub 2] bevrijd van hun schuld.
De vordering uit onrechtmatige daad jegens [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 5, eiseres in vrijwaringszaak] is niet gesubstantieerd, aldus steeds [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 5, eiseres in vrijwaringszaak] .
3.5.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in reconventie
[gedaagden in conventie, eisers in reconventie sub 2 en sub 4]
3.6.
vorderen bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
de door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] ten laste van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie sub 2 en sub 4] gelegde beslagen op te heffen, subsidiair [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] daartoe te veroordelen op straffe van een dwangsom van € 5.000 per dag;
een verklaring voor recht dat de door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] gelegde beslagen onrechtmatig zijn gelegd;
veroordeling van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] tot vergoeding aan [gedaagden in conventie, eisers in reconventie sub 2 en sub 4] van de schade die is en/of zal worden geleden ten gevolge van de onrechtmatig gelegde beslagen, nader op te maken bij staat.
3.7.
[gedaagden in conventie, eisers in reconventie sub 2 en sub 4] leggen aan hun vorderingen ten grondslag dat de jegens hen gerichte vorderingen in conventie ten onrechte zijn ingesteld, dat de gelegde beslagen daarmee onrechtmatig zijn en om die reden moeten worden opgeheven. Het beslag op de onroerende zaken, waaronder het woonhuis van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1, gedaagde in vrijwaringszaak sub 1] , brengt een enorme belasting voor [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1, gedaagde in vrijwaringszaak sub 1] met zich en belemmert hem ook in zijn mogelijkheden rondom aanvullende hypotheekverstrekking en eventuele verkoop. Voor onroerend goed van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1, gedaagde in vrijwaringszaak sub 1] heeft zich een geïnteresseerde partij gemeld, die zich vervolgens weer heeft teruggetrokken toen deze met het beslag bekend raakte, aldus [gedaagden in conventie, eisers in reconventie sub 2 en sub 4]
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 5, eiseres in vrijwaringszaak]
3.8.
vordert bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis de ten laste van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 5, eiseres in vrijwaringszaak] gelegde beslagen op te heffen.
3.9.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 5, eiseres in vrijwaringszaak] legt aan haar vordering ten grondslag dat, indien de vorderingen in conventie worden afgewezen, [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] ten onrechte de beslagen heeft gelegd en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 5, eiseres in vrijwaringszaak] belang heeft bij opheffing daarvan.
3.10.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] voert tegen de vorderingen van beide eisers in reconventie verweer en concludeert tot afwijzing daarvan, met veroordeling van eisers in reconventie in de proceskosten. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] betwist dat de enkele (mogelijke) afwijzing van haar vorderingen in conventie, voldoende aanleiding is om de beslagen op te heffen. Hiervoor dient een zelfstandige belangenafweging plaats te vinden, hetgeen ook in lijn is met artikel 704 lid 2 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft een rechtens belang bij handhaving van de beslagen, met name gezien de hoogte van haar vorderingen.
Voorts betwist [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] schadeplichtig te zijn jegens [gedaagden in conventie, eisers in reconventie sub 2 en sub 4] , en betwist zij de schade van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie sub 2 en sub 4]
3.11.
Op de stellingen van partijen in reconventie wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.
in de vrijwaringszaak
3.12.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 5, eiseres in vrijwaringszaak] vordert bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
hoofdelijke veroordeling van [gedaagden in vrijwaringszaak sub 1 en sub 2] om haar te vrijwaren voor al hetgeen waartoe zij in de hoofdzaak jegens [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] mocht worden veroordeeld;
hoofdelijke veroordeling van [gedaagden in vrijwaringszaak sub 1 en sub 2] tot betaling aan haar van alle kosten die zij moet betalen voor zowel de procedure in de hoofdzaak als de vrijwaringszaak, daaronder begrepen het griffierecht en het volledige salaris van haar advocaat, op grond van de schuldbekentenis, zoals die kosten zullen blijken uit een door de advocaat over te leggen staat van kosten, te vermeerderen met de wettelijke rente;
hoofdelijke veroordeling van [gedaagden in vrijwaringszaak sub 1 en sub 2] in de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.13.
[gedaagden in vrijwaringszaak sub 1 en sub 2] voert slechts verweer wat betreft de kosten van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 5, eiseres in vrijwaringszaak] . Zij voert aan dat de vrijwaring in zoverre niet verder mag gaan dan partijen hebben afgesproken. Dat betekent dat ten aanzien van de kosten moet vast komen te staan dat deze redelijk zijn.
3.14.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

in de hoofdzaak

in conventie
vertegenwoordigingsbevoegdheid
4.1.
In de eerste plaats hebben [gedaagden in conventie, eisers in reconventie sub 2 en sub 4] betwist dat Odrobina als vereffenaar van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] bevoegd is om [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] in rechte te vertegenwoordigen. Niet in geschil is dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] een vennootschap naar [naam land] recht is, en dat daarom de door [gedaagden in conventie, eisers in reconventie sub 2 en sub 4] opgeworpen vraag wie bevoegd is [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] te vertegenwoordigen, naar het recht van [naam land] dient te worden beoordeeld.
De betwisting door [gedaagden in conventie, eisers in reconventie sub 2 en sub 4] is een betwisting bij gebrek aan wetenschap. Zij hebben hun betwisting niet met [naam land] rechtsbronnen onderbouwd. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] daarentegen heeft gewezen op artikel 193 van het [naam land] Burgerlijk Wetboek (89/2012,
Civil Code). De Engelse vertaling van dit artikel luidt: “
Upon his selection, a liquidator acquires the competence of a governing body. A liquidator is responsible for the proper performance of his office in the same way as a member of the governing body.” Op grond van dit artikel, en bij gebrek aan gestelde of gebleken contra-indicaties, concludeert de rechtbank dat vereffenaar Odrobina naar [naam land] recht uit hoofde van zijn hoedanigheid van vereffenaar bevoegd is om [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] (in rechte) te vertegenwoordigen.
toepasselijk recht
4.2.
Aan haar vorderingen heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] primair ongerechtvaardigde verrijking en subsidiair onrechtmatig handelen ten grondslag gelegd. In geschil is naar welk recht de op die rechtsgronden gestoelde vorderingen moeten worden beoordeeld. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] betoogt (primair) Nederlands recht, terwijl [gedaagden in conventie, eisers in reconventie sub 2 en sub 4] [naam land] recht bepleiten.
vorderingen jegens [gedaagden in conventie, eisers in reconventie sub 2 en sub 4]
4.3.
Beantwoording van deze vraag moet, omdat het zowel bij ongerechtvaardigde verrijking als bij onrechtmatige daad gaat om een niet-contractuele verhouding, plaatsvinden aan de hand van Verordening (EG) nr. 864/2007 van 11 juli 2007 betreffende het recht dat van toepassing is op niet-contractuele verbintenissen (Rome II). Op grond van artikel 10 lid 1 Rome II wordt - voor zover hier relevant - de niet-contractuele verbintenis die voortvloeit uit ongerechtvaardigde verrijking en die tevens verband houdt met een bestaande, nauw met die ongerechtvaardigde verrijking samenhangende betrekking tussen de partijen, zoals een overeenkomst of een onrechtmatige daad, beheerst door het recht dat op die betrekking van toepassing is. In dit geval is, anders dan door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] is betoogd, sprake van een samenhangende betrekking tussen de partijen in de hiervoor bedoelde zin, namelijk de escrowovereenkomst. In deze door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] zelf gesloten overeenkomst zijn immers de escrow-betalingen aan de verschillende gedaagden vermeld.
4.4.
De vraag welk recht op deze overeenkomst van toepassing is moet worden beantwoord aan de hand van de Verordening (EG) nr. 593/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst (Rome I). Nu in de koopovereenkomst, waar de escrowovereenkomst deel van uitmaakt, door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] een rechtskeuze voor [naam land] recht is overeengekomen (2.8), is ingevolge artikel 3 Rome I [naam land] recht op de escrowovereenkomst van toepassing. De vordering uit ongerechtvaardigde verrijking met betrekking tot de escrow-betalingen moet dan ook naar dat recht worden beoordeeld.
4.5.
Voor de vordering uit ongerechtvaardigde verrijking met betrekking tot de betaling van € 127.500 is dit niet anders. Ook indien immers op grond van de leden 1, 2 en 3 van artikel 10 Rome II het recht van een ander land dan [naam land] voor deze vordering zou zijn aangewezen, wordt dit in dit geval op grond van lid 4 van dat artikel alsnog in [naam land] recht gecorrigeerd. Immers doet zich de in dat artikellid bedoelde situatie voor, dat uit het geheel der omstandigheden blijkt dat de niet-contractuele verbintenis die uit de ongerechtvaardigde verrijking voortvloeit, een kennelijk nauwere band heeft met een ander land, te weten [naam land] . Het gaat hierbij immers onbetwist om een betaling verricht namens een [naam land] vennootschap, door de in [naam land] geregistreerde enig aandeelhouder en bestuurder van die vennootschap, vanaf een in [naam land] aangehouden rekening van de vennootschap.
4.6.
Voor zover de vorderingen op onrechtmatige daad zijn gebaseerd, onderschrijft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] in beginsel de toepasselijkheid van de algemene regel van artikel 4 lid 1 Rome II, nu haar schade zich voordoet in [naam land] . Zij betoogt evenwel dat de situatie bedoeld in lid 3 van artikel 4 Rome II hier aan de orde is, te weten dat de onrechtmatige daad een kennelijk nauwere band heeft met een ander land, namelijk Nederland. Daartoe heeft zij erop gewezen dat de instructies voor de Betalingen vanuit Nederland zijn gegeven, [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1, gedaagde in vrijwaringszaak sub 1] in november 2015 in Nederland woonachtig was en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 2] , [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 4] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 5, eiseres in vrijwaringszaak] in Nederland gevestigd waren, en er enkel en alleen in Nederland van de schadeveroorzakende handelingen is geprofiteerd. Deze omstandigheden maken echter niet dat sprake is van kennelijk nauwere band met Nederland, omdat er tegelijkertijd een reeks aan omstandigheden zijn die duiden op een nadrukkelijke(r) band met [naam land] , te weten naast de omstandigheden onder 4.5 genoemd, wat betreft de escrow-betalingen ook nog de omstandigheden dat het ging om een koopovereenkomst tussen [naam land] partijen met betrekking tot een in [naam land] gelegen pand, welke betalingen zijn verricht door een in [naam land] kantoorhoudende [naam land] advocaat.
Nu aldus de algemene regel opgeld doet, is ook op de vorderingen uit onrechtmatige daad [naam land] recht van toepassing.
vorderingen jegens [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 5, eiseres in vrijwaringszaak]
4.7.
Het voorgaande is niet anders voor de jegens [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 5, eiseres in vrijwaringszaak] ingestelde vorderingen, zodat de rechtbank het andersluidende standpunt van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 5, eiseres in vrijwaringszaak] verwerpt. Daarbij merkt zij ten overvloede op dat het hier niet gaat om een vordering op grond van onverschuldigde betaling, zodat de daarop betrekking hebbende - door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 5, eiseres in vrijwaringszaak] aangehaalde - uitspraak van de rechtbank Den Haag van 25 oktober 2017 niet relevant is.
ongerechtvaardigde verrijking naar [naam land] recht
4.8.
Naar [naam land] recht is ingevolge artikel 2991 van het [naam land] Burgerlijk Wetboek (89/2012,
Civil Code)sprake van ongerechtvaardigde verrijking indien (in de Engelse vertaling):
  • A person who is enriched at the expense of another without a just cause must, to the extent of his enrichment, make restitution to the impoverished person.
  • An unjustly enriched person shall in particular mean a person who acquires a pecuniary benefit by being provided with a performance based on no legal cause, a performance based on a legal cause which expired, by the unlawful use of the value of another or by performance which the unjustly enriched person was lawfully obliged to provide but which was provided in his stead.
4.9.
Hieruit kunnen als vereisten worden afgeleid dat het moet gaan om 1) een verrijking, 2) ten koste van een ander, 3) zonder (rechtsgeldige) rechtvaardiging.
4.10.
Hoewel de vordering materieel naar [naam land] moet worden beoordeeld, blijft op grond van artikel 10:3 BW op de procedure voor de Nederlandse rechter het Nederlandse procesrecht van toepassing. Op grond van de hoofdregel van artikel 150 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) is het aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] , als de partij die zich op het rechtsgevolg van schadevergoeding beroept, om op elk van de genoemde punten voldoende concrete feiten en omstandigheden te stellen, en bij voldoende betwisting daarvan te bewijzen, op grond waarvan kan worden vastgesteld dat aan deze drie vereisten is voldaan. Voor het aannemen van de door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] verzochte verzwaarde motiveringsplicht voor de gedaagden in de hoofdzaak, bestaat bij gebrek aan de hiervoor vereiste bijzondere omstandigheden geen aanleiding.
4.11.
De rechtbank komt tot het oordeel dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] onvoldoende concrete feiten en omstandigheden naar voren heeft gebracht en daarmee niet aan haar stelplicht heeft voldaan. De rechtbank overweegt daartoe als volgt. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft haar vordering in de dagvaarding summierlijk toegelicht. Zij heeft gesteld dat de gedaagden ieder voor zich de respectieve escrowbetalingen hebben ontvangen, en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1, gedaagde in vrijwaringszaak sub 1] daarnaast ook nog de betaling van € 125.000, telkens zonder dat hier een redelijke (juridische) oorzaak dan wel rechtvaardiging aan ten grondslag ligt.
4.12.
In reactie hierop hebben [gedaagden in conventie, eisers in reconventie sub 2 en sub 4] en in navolging van hen ook [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 5, eiseres in vrijwaringszaak] uitdrukkelijk de ongerechtvaardigde verrijking betwist, en daartoe aangevoerd dat aan de Betalingen wèl een juridische rechtvaardiging ten grondslag lag.
4.13.
Hiertoe hebben zij een uitgebreid feitelijk relaas over de gang van zaken binnen [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] gegeven dat kort gezegd neerkomt op het volgende. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1, gedaagde in vrijwaringszaak sub 1] heeft de Betalingen verricht in zijn hoedanigheid van middellijk bestuurder van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] . Deze Betalingen dienden enerzijds ter terugbetaling van verschillende leningen, als onderdeel van de overdracht door [gedaagden in conventie, eisers in reconventie sub 2 en sub 4] aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] van deze vorderingen op [naam zakenman] . Het ging daarbij om eerder verstrekte leningen van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1, gedaagde in vrijwaringszaak sub 1] en [naam Nederlander] aan [naam zakenman] dan wel om leningen van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie sub 2 en sub 4] aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] . Anderzijds dienden de Betalingen ter betaling aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1, gedaagde in vrijwaringszaak sub 1] van het loon voor door hem verrichte werkzaamheden als bestuurder van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] . Binnen [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] zijn grote inspanningen verricht om het pand te verkopen, mede omdat het risico bestond dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] bij gebrek aan inkomsten failliet zou worden verklaard. De Betalingen zijn verricht uit de opbrengst van de verkoop van het [naam bedrijfspand] . [naam zakenman] , die aanvankelijk middellijk aandeelhouder van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] was, en dit na de verkoop van het pand ook opnieuw is geworden, is voortdurend bij de gang van zaken binnen [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] betrokken geweest. Hij heeft daar ook mee ingestemd, in het bijzonder ook met de uiteindelijk opgestelde escrowlijst waarin de Betalingen zijn vastgelegd. Dit relaas hebben [gedaagden in conventie, eisers in reconventie sub 2 en sub 4] onderbouwd met verschillende stukken, waaronder verschillende
agreements on the assignment of claim(hierna: aoc’s) gesloten tussen [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1, gedaagde in vrijwaringszaak sub 1] of [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 2] en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en een
management service agreement(hierna: msa) gesloten tussen [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 2] .
4.14.
Gelet op de uitgebreide en gemotiveerde betwisting van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie sub 2 en sub 4] , is deze als tussenstand evident van zwaarder gewicht dan de stelling van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie sub 2 en sub 4] Het was dan ook in het kader van de op haar rustende stelplicht aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] om ten minste het evenwicht te herstellen. Dat heeft zij niet gedaan. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] is immers slechts nog in juridische zin ingegaan op de gegeven onderbouwing van het relaas (de aoc’s en de msa), maar is in het geheel niet ingegaan op het feitelijke relaas en de context die [gedaagden in conventie, eisers in reconventie sub 2 en sub 4] hebben geschetst, waar in hun visie de juridische rechtvaardiging mede uit volgt. Meest in het oog springend is nog dat de persoon van [naam zakenman] een centrale rol in het relaas van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie sub 2 en sub 4] inneemt, maar dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] desondanks in het geheel geen woorden aan hem of zijn betrokkenheid heeft gewijd. Dit terwijl vaststaat dat het [naam zakenman] is geweest die [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1, gedaagde in vrijwaringszaak sub 1] bij [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft betrokken en het ertoe heeft geleid dat de aandelen in [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 2] werden overgedragen, en voorts dat [naam zakenman] later, na de overdracht van het pand, zelf middellijk aandeelhouder van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] is geworden. Bovendien heeft vereffenaar Odrobina ter zitting verklaard dat [naam zakenman] zijn opdrachtgever is en hij nog steeds contacten met hem onderhoudt. In dat licht bezien is het onbegrijpelijk dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] [naam zakenman] niet zelf naar de zitting heeft meegebracht, of in elk geval een schriftelijke verklaring van [naam zakenman] in het geding heeft gebracht.
Bovendien heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] geen deugdelijke verklaring gegeven waarom de jegens [naam Nederlander] ingestelde vordering is ingetrokken, terwijl vastgesteld kan worden dat ook hij, net als [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1, gedaagde in vrijwaringszaak sub 1] , eerder een lening aan [naam zakenman] heeft verstrekt, en ook die lening door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] is terugbetaald, volgens [naam Nederlander] eveneens als onderdeel van de overdracht aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] van die vordering op [naam zakenman] . Tenslotte is opmerkelijk de vaststelling dat de Betalingen, die alle steeds zijn verricht door haar bestuurder, in juridische zin dus door
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] zelf. Ook dat element heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] bij de door haar geformuleerde verwijten geheel onbesproken gelaten.
4.15.
Het voorgaande leidt ertoe dat de vorderingen gebaseerd op grond van ongerechtvaardigde verrijking (beoordeeld naar [naam land] recht), zowel ingesteld jegens [gedaagden in conventie, eisers in reconventie sub 2 en sub 4] als jegens [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 5, eiseres in vrijwaringszaak] , moeten worden afgewezen.
onrechtmatige daad
4.16.
In beginsel kan dit oordeel anders zijn voor de subsidiaire vorderingen op grond van onrechtmatig handelen. Nu de onderbouwing van deze vorderingen echter nagenoeg gelijk is aan de onderbouwing van de vorderingen op de primaire grondslag, en deze bovendien niet is toegesneden op de rechtsgrondslag van onrechtmatige daad, moeten ook deze vorderingen reeds op de stelplicht worden afgewezen. Ten overvloede wordt opgemerkt dat in het betoog van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] besloten lijkt te liggen haar stelling dat met name [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1, gedaagde in vrijwaringszaak sub 1]
als bestuurder van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie]onrechtmatig zou hebben gehandeld, maar dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] een vordering op grond van bestuurdersaansprakelijkheid expliciet ter comparitie heeft uitgesloten.
4.17.
Dat betekent dat de vorderingen op de subsidiaire grondslag evenmin kunnen worden toegewezen, en als gevolg daarvan de vorderingen tot vergoeding van de buitengerechtelijke incassokosten en de beslagkosten net zo min.
proceskosten
4.18.
Het voorgaande leidt tot afwijzing van de vorderingen. Bij deze uitkomst van de procedure wordt [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van zowel [gedaagden in conventie, eisers in reconventie sub 2 en sub 4] als [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 5, eiseres in vrijwaringszaak] . Deze worden ten aanzien van beide gedaagden als volgt begroot:
- griffierecht € 3.894,00
- salaris advocaat (2 punten à tarief VII)
€ 6.198,00
Totaal € 10.092,00
4.19.
De nakosten worden toegewezen op de wijze als in de beslissing vermeld.
in reconventie
opheffing beslagen
4.20.
[gedaagden in conventie, eisers in reconventie sub 2 en sub 4] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 5, eiseres in vrijwaringszaak] hebben ieder voor zich gevorderd om de door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] gelegde beslagen op te heffen. Deze beslagen zijn gelegd ter verzekering van het verhaal van de vorderingen van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] die de rechtbank in conventie heeft afgewezen. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] kan worden nagegeven dat die afwijzing niet noodzakelijkerwijs noopt tot opheffing van de gelegde beslagen, omdat nog steeds een afweging van de belangen van partijen moet plaatsvinden, maar dat laat onverlet dat die afwijzing nog steeds een belangrijke indicatie voor opheffing vormt. Het is aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] om op bijzondere omstandigheden te wijzen die – in weerwil van de afwijzing van de vorderingen – de handhaving van het beslag zouden kunnen rechtvaardigen. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft slechts gewezen op de hoogte van haar respectieve vorderingen. Dat is onvoldoende. De vorderingen tot opheffing van het beslag ten laste van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie sub 2 en sub 4] respectievelijk [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 5, eiseres in vrijwaringszaak] worden dan ook toegewezen.
4.21.
[gedaagden in conventie, eisers in reconventie sub 2 en sub 4] hebben daarnaast ook gevorderd om verwijzing naar de schadestaatprocedure, vanwege hun vordering tot vergoeding voor de schade die zij als gevolg van het gelegde beslag hebben geleden. Verwijzing naar de schadestaatprocedure is slechts dan aan de orde als het bestaan van enige schade aannemelijk is. Dit kan evenwel niet uit de stellingen van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie sub 2 en sub 4] worden afgeleid. Dat het beslag op de onroerende zaken, waaronder het woonhuis van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1, gedaagde in vrijwaringszaak sub 1] , een belasting voor [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1, gedaagde in vrijwaringszaak sub 1] met zich brengt en hem belemmert in zijn mogelijkheden rondom aanvullende hypotheekverstrekking is weliswaar logisch begrijpelijk te noemen, maar maakt concrete schade nog niet aannemelijk. Hetzelfde geldt voor de stelling dat zich voor onroerend goed van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1, gedaagde in vrijwaringszaak sub 1] een geïnteresseerde partij heeft gemeld, die zich vervolgens weer heeft teruggetrokken toen deze met het beslag bekend raakte. [gedaagden in conventie, eisers in reconventie sub 2 en sub 4] hebben niet toegelicht waarom dat enkele feit tot schade van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1, gedaagde in vrijwaringszaak sub 1] heeft geleid.
4.22.
Bij gebreke van aannemelijke schade, hebben [gedaagden in conventie, eisers in reconventie sub 2 en sub 4] geen belang bij de door hen gevorderde verklaring voor recht dat de door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] gelegde beslagen onrechtmatig zijn gelegd. Ook deze vordering wordt daarom afgewezen.
Proceskosten
4.23.
Bij deze uitkomst van de procedure wordt [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] als de (grotendeels) in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van zowel [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 5, eiseres in vrijwaringszaak] als [gedaagden in conventie, eisers in reconventie sub 2 en sub 4] , die vanwege de samenhang met de conventie zullen worden gehalveerd. Deze proceskosten worden begroot op (1/2 x 2 punten à tarief II =) € 543,00 aan salaris advocaat.
4.24.
De nakosten worden toegewezen op de wijze als in de beslissing vermeld.
in de vrijwaringszaak
4.25.
Nu in de hoofdzaak alle jegens [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 5, eiseres in vrijwaringszaak] ingestelde vorderingen zijn afgewezen, is vrijwaring voor enige veroordeling niet aan de orde. De eerste vordering tot vrijwaring moet reeds daarom worden afgewezen.
4.26.
De tweede vordering strekt ertoe [gedaagden in vrijwaringszaak sub 1 en sub 2] hoofdelijk te veroordelen tot betaling van alle kosten die [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 5, eiseres in vrijwaringszaak] moet betalen voor zowel de hoofdzaak als de vrijwaringszaak, daaronder begrepen het griffierecht en het volledige salaris van zijn advocaat. Deze vordering heeft [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 5, eiseres in vrijwaringszaak] gebaseerd op de schuldbekentenis. [gedaagden in vrijwaringszaak sub 1 en sub 2] heeft toewijzing van deze vordering onderschreven, met dien verstande dat de kosten redelijk moeten zijn. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 5, eiseres in vrijwaringszaak] heeft evenwel nog geen staat van kosten in het geding gebracht. Daartoe zal zij alsnog in de gelegenheid worden gesteld. [gedaagden in vrijwaringszaak sub 1 en sub 2] mag hier vervolgens bij akte op reageren.
4.27.
In afwachting van het in het geding te brengen stuk zal iedere verdere beslissing worden aangehouden.

5.De beslissing

De rechtbank
in de hoofdzaak(C/13/638324 / HA ZA 17-1154)
in conventie
5.1.
wijst het gevorderde af,
5.2.
veroordeelt [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie sub 2 en sub 4] tot op heden begroot op € 10.092,00,
5.3.
veroordeelt [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] jegens [gedaagden in conventie, eisers in reconventie sub 2 en sub 4] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 157,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 82,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak,
5.4.
veroordeelt [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 5, eiseres in vrijwaringszaak] tot op heden begroot op € 10.092,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
in reconventie
[gedaagden in conventie, eisers in reconventie sub 2 en sub 4]
5.5.
heft op de door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] op 10 oktober 2017 met verlof van de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam gelegde conservatoire (derden)beslagen ten laste van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie sub 2 en sub 4] ,
5.6.
veroordeelt [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie sub 2 en sub 4] tot op heden begroot op € 543,00, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf veertien dagen na heden tot de voldoening,
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 5, eiseres in vrijwaringszaak]
5.7.
heft op de door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] op 10 oktober 2017 met verlof van de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam gelegde conservatoire (derden)beslagen ten laste van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 5, eiseres in vrijwaringszaak] ,
5.8.
veroordeelt [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 5, eiseres in vrijwaringszaak] tot op heden begroot op € 543,00, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf veertien dagen na heden tot de voldoening,
in conventie en in reconventie
5.9.
veroordeelt [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] jegens [gedaagden in conventie, eisers in reconventie sub 2 en sub 4] in het nasalaris begroot op een bedrag van € 205,00, te verhogen met een bedrag van € 68,00 onder de voorwaarde dat betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden en gedaagde niet binnen 14 dagen na aanschrijving vrijwillig aan het vonnis heeft voldaan, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na heden tot de dag van betaling,
5.10.
veroordeelt [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] jegens [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 5, eiseres in vrijwaringszaak] in het nasalaris begroot op een bedrag van € 205,00, te verhogen met een bedrag van € 68,00 onder de voorwaarde dat betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden en gedaagde niet binnen 14 dagen na aanschrijving vrijwillig aan het vonnis heeft voldaan, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na heden tot de dag van betaling,
5.11.
verklaart de beslissingen in dit vonnis onder 5.2 t/m 5.5 en 5.7 t/m 5.10 uitvoerbaar bij voorraad,
5.12.
wijst het meer of anders gevorderde af,
in de vrijwaringszaak(C/13/646047 / HA ZA 18-352)
5.13.
verwijst de zaak naar de rol van
5 december 2018voor de hiervoor in rov. 4.26 bedoelde akte aan de zijde van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 5, eiseres in vrijwaringszaak] , waarna [gedaagden in vrijwaringszaak sub 1 en sub 2] op een termijn van vier weken een antwoordakte mag nemen,
5.14.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.W. Bockwinkel, rechter, bijgestaan door mr. P.C.N. van Gelderen, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 31 oktober 2018.