Overwegingen
1. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een (eventueel) bodemgeding niet.
2. [naam] (hierna: de eigenaresse) exploiteert massagesalon “ [verzoekster] ”, aan de [adres] te Amsterdam (hierna: de massagesalon). Naar aanleiding van signalendat in de massagesalon mogelijk sprake zou zijn van misstanden op het gebied van prostitutie heeft op 12 april 2018 een integrale controle plaatsgevonden in de massagesalon. Deze controle is uitgevoerd door een gezamenlijke actie van onder meer de volgende diensten: Bestuurlijk Team Prostitutie (BTP), Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid en het Nederlands Forensisch Instituut (NFI).
3. Tijdens de controle hebben de medewerkers van het NFI onderzoek verricht in de drie massageruimtes van de massagesalon. Er heeft visueel onderzoek plaatsgevonden waarbij tijdens het zoeken naar spermasporen gebruik is gemaakt van een mobiele forensische lichtbron, die het fluorescerend effect van een spermaspoor toont. In alle drie de massagekamers zijn fluorescerende op sperma gelijkende sporen waargenomen. Daarnaast is een zogenoemde Phosphatesmo KM test uitgevoerd, waardoor kan worden geïndiceerd of deze aangetroffen sporen mogelijk sperma(vloeistof) bevatten. In massagekamer 1 werden drie fluorescerende sporen positief getest met de Phosphatesmo KM test. In massagekamer 2 werd één fluorescerend spoor positief getest. In massagekamer 3 werden twee fluorescerende sporen positief getest. Vervolgens is besloten een selectie te maken van in totaal vier sporen die voor een vervolg DNA-onderzoek zijn ingezet.
4. Op 11 mei 2018 heeft het NFI het rapport ‘Onderzoek naar spermavloeistof en DNA-onderzoek aan sporen uit massagesalon [verzoekster] , [adres] in Amsterdam’ uitgebracht. Hieruit komt naar voren dat van de vier onderzochte sporen in alle gevallen spermavloeistof is aangetroffen. Daarnaast zijn de sporen van 4 verschillende DNA-profielen van mannen.
5. Uit het rapport van bevindingen van het BTP van 18 april 2018 blijkt daarnaast dat bij aanvang van de controle de eigenaresse in de massagesalon aanwezig was samen met een blanke man. Eén van de toezichthouders trof de man aan in massagekamer 2. De toezichthouder zag dat de man op zijn rug op een massagetafel lag en zijn midden lichaam omhoog hield om zijn onderbroek omhoog te trekken. De man gaf de volgende verklaring: “Ik kom regelmatig in deze massagesalon. In ben hier nu vier keer geweest. Dit is niet mijn vaste salon ik kom ook in andere salons. Ik moest mijn ondergoed aanhouden. Er zijn aan mij geen seksuele handelingen aangeboden door de masseuse”. Uit het rapport blijkt verder dat de eigenaresse is gehoord door middel van een beëdigd tolk. Zij verklaarde onder meer het volgende: “Klant kwam voor drukpuntenmassage. In principe houden ze onderbroek aan als ze een behandeling krijgen, voor rug dan bijvoorbeeld een stukje omlaag of omhoog. Hij wilde cupping vanwege zijn rug en had onderbroek aan. Ik had hem net vijftien minuten gemasseerd en zijn onderbroek was ietsje naar beneden. Toen ik de deur opendeed lag meneer op zijn buik”.
6. Uit het bestuurlijk rapport van bevindingen van 16 april 2018 blijkt dat aan de eigenaresse met behulp van de tolk, is gevraagd of ze kan verklaren waarom er sporen zijn aangetroffen. De eigenaresse antwoordde dat ze klanten vraagt wat voor behandeling ze willen, de klant betaalt en vervolgens krijgt de klant de behandeling. Na de behandeling blijft de klant dan alleen achter in de massagekamer. De eigenaresse verklaarde dat ze tijdens het opruimen wel eens ontdekt dat het dan vies is en dan ruimt ze het op. Ook gaf de eigenaresse aan dat klanten soms de handdoeken op het toilet gebruikten. Daarom heeft ze de handdoeken daar weggehaald. Op de vraag hoe de eigenaresse kan verklaren hoe er sporen van sperma op de muur aangetroffen kunnen worden, verklaarde ze dat ze geen idee heeft. Maar dat het buitenlanders kunnen zijn, die zichzelf aankleden en dan misschien met hun handen de muren aanraken.
7. Naar aanleiding van de bevindingen tijdens de controle hebben verweerders verzoekster met de brief van 6 juli 2018 meegedeeld voornemens te zijn haar te gelasten de exploitatie van de massagesalon te staken, omdat er zonder exploitatievergunning en in strijd met het bestemmingsplan een prostitutiebedrijf/seksinrichting wordt geëxploiteerd. Verzoekster heeft op 3 augustus 2018 haar zienswijze aan verweerders kenbaar gemaakt.
8. Met het bestreden besluit hebben verweerders verzoekster een last onder bestuursdwang opgelegd. De last houdt in dat verzoekster binnen één week de exploitatie van de massagesalon staakt en gestaakt houdt, en de matrassen en/of massagetafels verwijdert.
Het standpunt van verzoekster
9. Verzoekster heeft verwezen naar de zienswijze. Op de zitting heeft zij verklaard dat zij niet langer ontkent dat sprake is van spermasporen. Er wordt echter niets vermeld over de ontstaansdatum van de sporen. Ook wijst zij erop dat de spermasporen alleen zijn aangetroffen op de muur, de plint en op het kastje, en niet op de handdoeken in de wasmachine en de handdoeken in de emmer in de douchecel. Bovendien zegt de uitkomst van het onderzoek niet dat de sporen voortkomen uit prostitutie. Voor de conclusie dat sprake is van een seksinrichting zijn meer concrete aanwijzingen nodig, dan het alleen aantreffen van spermasporen. Dat de anonieme melding aanleiding vormt voor onderzoek wordt niet betwist. De melding op zich kan echter niet ter onderbouwing dienen van de stelling dat er erotische massages worden verricht. Dat de dames die de deur open deden veel make-up op hadden en strakke korte kleding droegen, zoals in een door verweerders aangehaalde internetrecensie wordt vermeldt, zegt niets. In de aangehaalde recensie wordt in het geheel niet gesproken over erotische massages. De overige internetrecensies zijn overwegend positief. De massagesalon is mogelijk slachtoffer geworden van afpersing. De anonieme melding moet in dit licht worden bezien en deze omstandigheid moet meegewogen worden. Verder geldt dat de eigenaresse maatregelen heeft genomen om te voorkomen dat de salon wordt gebruikt als prostitutiebedrijf. Daartoe is een bedrijfsplan opgesteld. Tot slot voert verzoekster aan dat de last onder bestuursdwang onredelijk zwaar is. De massagesalon is de broodwinning van eigenaresse. Eigenaresse spreekt de Nederlandse taal niet goed en heeft geen diploma’s. Als zij de massagesalon niet kan voortzetten, dan zal zij geen inkomen meer hebben terwijl zij ook niet gemakkelijk elders in loondienst zal kunnen treden.
10. Verweerders hebben op de zitting mondeling de begunstigingstermijn verlengd tot een week na deze uitspraak.
11. De voorzieningenrechter stelt voorop dat verzoekster de uitkomsten van het NFI-onderzoek niet betwist. Anders dan verzoekster stelt, is de voorzieningenrechter vooralsnog van oordeel dat op basis van de resultaten van met name het NFI-onderzoek kan worden geconcludeerd dat in de massagesalon tegen betaling seksuele handelingen worden verricht. Om die reden is sprake van exploitatie van een seksinrichting. Er is sperma afkomstig van vier verschillende mannen in drie verschillende massageruimtes aangetroffen. Het gaat dus niet om een incident. Daarbij blijkt uit het bestreden besluit dat tijdens de controle een mannelijke klant aanwezig was. De toezichthouder heeft geconstateerd dat de man op zijn rug lag en zijn midden lichaam omhoog hield om zijn onderbroek omhoog te trekken. Deze constatering staat haaks op de verklaring van de eigenaresse dat de man kwam voor een behandeling van zijn rug en op zijn buik lag met zijn onderbroek iets omlaag.
12. Dat de sporen zijn ontstaan door zelfbevrediging acht de voorzieningenrechter onwaarschijnlijk. Als het risico op zelfbevrediging zo groot is als de eigenaresse stelt, zou het bovendien voor de hand liggen dat er maatregelen zouden zijn getroffen om dit tegen te gaan. Dit had de eigenaresse, als verantwoordelijke voor de bedrijfsvoering van de massagesalon, ten tijde van de controle, onvoldoende gedaan. Verweerders hebben dit terecht in hun besluit meegewogen.
13. De stelling dat het niet duidelijk is wanneer de sporen zijn ontstaan en dat de sporen mogelijk al in de massagesalon aanwezig waren, waardoor er geen belang aan de sporen mag worden gehecht, volgt de voorzieningenrechter evenmin. Verweerders hebben in dit verband terecht overwogen dat het gaat om een aanzienlijke hoeveelheid spermasporen op de muren, op de plinten en op de kast, die makkelijk te reinigen zijn.
14. Dat uit de internetrecensies niet blijkt dat sprake is van seksuele dienstverlening en dat de massagesalon mogelijk slachtoffer is van afpersing leidt niet tot een ander oordeel. Het doet immers niet af aan wat tijdens de controle is geconstateerd en wat uit het onderzoek door het NFI naar voren is gekomen. Er zijn zes sporen, van minstens vier verschillende mannen in drie verschillende kamers aangetroffen.
15. Gelet op het voorgaande is de voorzieningenrechter van oordeel dat er voldoende aanknopingspunten zijn om te oordelen dat in de massagesalon seksuele handelingen worden verricht. Verweerders waren dus bevoegd om tot handhaving over te gaan. Dat de eigenaresse inmiddels maatregels heeft genomen om te voorkomen dat de salon wordt gebruikt als prostitutiebedrijf, kan haar in deze procedure niet baten. Deze maatregelen komen, zoals op zitting ook namens verweerders is verklaard, in beeld bij een eventuele aanvraag tot heropening van de massagesalon.
16. Tot slot is aan de orde de vraag of verweerders in dit geval hadden moeten afzien van de bevoegdheid om tot handhaving over te gaan omdat de consequenties van sluiting van verzoekster voor de eigenaresse niet in proportie staan tot het beoogde doel. De voorzieningenrechter is van oordeel dat sluiting van de massagesalon vooralsnog proportioneel is. Verweerders doel van sluiting om bij illegale prostitutiebedrijven ‘de loop eruit te krijgen’ wordt met een sluiting bewerkstelligd. Daarmee wordt het signaal afgegeven dat in de betreffende salon geen erotische massages meer genoten kunnen worden. Dat de massagesalon de enige inkomstenbron van de eigenaresse is, maakt niet dat verweerders hadden moeten afzien van het opleggen van de maatregel van directe sluiting. Het algemeen belang om handhavend op te treden tegen de niet-vergunde prostitutiebranche weegt zwaarder. Van bijzondere omstandigheden aan de zijde van verzoekster op grond waarvan moet worden afgezien van handhaving is naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet gebleken.
17. De voorzieningenrechter verwacht dan ook dat het bestreden besluit in bezwaar zal standhouden. Het verzoek om voorlopige voorzienig zal daarom worden afgewezen.
18. Voor een proceskostenveroordeling of vergoeding van het griffierecht bestaat geen aanleiding.